In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Begrippen Hoofdstuk 4
Slide 1 - Tekstslide
Arbeidsovereenkomst
A
Het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid.
B
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is, het aanbod van arbeid.
C
Kortdurende werkloosheid omdat je even tijd nodig hebt om een nieuwe baan te vinden.
D
Afspraak dat een werknemer in loondienst komt bij een werkgever.
Slide 2 - Quizvraag
Arbeidstijdenwet
A
Werkloosheid die in bepaalde gebieden hoger is dan gemiddeld in het land.
B
Geeft regels voor werk- en rusttijden.
C
Werkloosheid die door blijvende veranderingen in het productieproces door producenten. Hiervan is ook sprake als het aanbod van arbeid niet aansluit op de vraag ernaar.
D
Werklozen die niet bij het UWV staan ingeschreven.
Slide 3 - Quizvraag
Arbeidstijdverkorting
A
Werklozen die niet bij het UWV staan ingeschreven.
B
Werkloosheid die door blijvende veranderingen in het productieproces door producenten. Hiervan is ook sprake als het aanbod van arbeid niet aansluit op de vraag ernaar.
C
Werkloosheid die ontstaat doordat de vraag naar goederen en diensten (tijdelijk) afneemt.
D
Als het aantal uren van een voltijdbaan wordt verminderd (bijvoorbeeld van 40 naar 36 uur) hierdoor groeit de werkgelegenheid.
Slide 4 - Quizvraag
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is, het aanbod van arbeid.
A
Geregistreerde werkloosheid
B
Beroepsbevolking
C
Conjuncturele werkloosheid
D
Arbowet
Slide 5 - Quizvraag
Cao
A
centrale arbeidsovereenkomst.
B
Arbeidstijdverkorting
C
Collectieve arbeidsovereenkomst.
D
Het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid.
Slide 6 - Quizvraag
Werkloosheid die door blijvende veranderingen in het productieproces door producenten. Hiervan is ook sprake als het aanbod van arbeid niet aansluit op de vraag ernaar.
A
Structurele werkloosheid
B
Conjuncturele werkloosheid
Slide 7 - Quizvraag
Kortdurende werkloosheid omdat je even tijd nodig hebt om een nieuwe baan te vinden.
A
Geregistreerde werkloosheid
B
Frictiewerkloosheid
C
Regionale werkloosheid
D
Werkloosheid die in bepaalde gebieden hoger is dan gemiddeld in het land.
Slide 8 - Quizvraag
Werklozen die niet bij het UWV staan ingeschreven.
A
Verborgen werkloosheid
B
Geregistreerde werkloosheid
Slide 9 - Quizvraag
Werkloosheid die ontstaat doordat de vraag naar goederen en diensten (tijdelijk) afneemt.
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
Slide 10 - Quizvraag
Werkgelegenheid
A
Alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid, de vraag naar arbeid.
B
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is, het aanbod van arbeid.
Slide 11 - Quizvraag
Alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid, de vraag naar arbeid.