Herhaling werkwoorden

De grote herhaalquiz
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De grote herhaalquiz

Slide 1 - Tekstslide

Wat moeten we kennen?
avoir, être, aller

De betekenis en vervoegingen van de volgende werkwoorden: donner / aimer / parler / chercher / jouer / arriver / acheter/ regarder / rester

Slide 2 - Tekstslide

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
avoir (hebben)
Combineer de juiste vorm van avoir met het goede persoonlijk voornaamwoord
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 3 - Sleepvraag

etre
=
 zijn




Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 4 - Sleepvraag

geven
praten
luisteren
vinden
wonen
zoeken
parler
habiter
chercher
donner
trouver
écouter

Slide 5 - Sleepvraag

je - parler

Slide 6 - Open vraag

aller




Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle
nous
vous
ils/elles
tu
je
allons
vont
vais
allez
vas
va

Slide 7 - Sleepvraag

Acheter
Donner
Aimer
Rester
Regarder
Parler
kijken
blijven
kopen
geven
houden van
praten

Slide 8 - Sleepvraag

ils (acheter)

Slide 9 - Open vraag

je ( donner)

Slide 10 - Open vraag

nous ( chercher)

Slide 11 - Open vraag

vous (parler)

Slide 12 - Open vraag