3.3 Aansprakelijkheid

Agenda voor vandaag:

- Start nieuw hoofdstuk : 3.3 Aansprakelijkheid
- Leerdoelen uitleggen van dit hoofdstuk 
- Uitleg aan de hand van LessonUp

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Agenda voor vandaag:

- Start nieuw hoofdstuk : 3.3 Aansprakelijkheid
- Leerdoelen uitleggen van dit hoofdstuk 
- Uitleg aan de hand van LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christina heeft door een brand schade aan haar gordijnen.
Nieuwwaarde: € 4.200
Dagwaarde : € 2.800
Herstelkosten : € 1.000
Welk bedrag krijgt Christina uitgekeerd?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3.3  Aansprakelijkheid 
Vaas Groninger Museum 
Voor en na museumbezoek.......

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze les:
Aan het einde van deze les weten jullie:
- wat schuldaansprakelijkheid inhoudt 
- wat groepsaansprakelijkheid inhoudt
- wat risico aansprakelijkheid inhoudt 
 
 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Aansprakelijkheid => wie draait er voor de kosten op in geval van schade? 

Onderscheid
1. schuldaansprakelijkheid (dan ben je zelf aansprakelijk) en 
2. risico aansprakelijkheid (aansprakelijkheid voor een / iets / iemand anders) 


Slide 5 - Tekstslide

Wettelijke aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid die voortvloeit uit de wet. Contractuele aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid die voortvloeit uit het contract (overeenkomst).
Aansprakelijkheid

Schuldaansprakelijkheid
Dit wordt voornamelijk geregeld door Artikel 6:162 BW.
Oftewel: de onrechtmatige daad!! Je hebt iets gedaan of nagelaten wat in strijd is met de wet / zorgvuldigheid en hierdoor is schade ontstaan (voor de ander) 



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vincent rijdt op een voorrangsweg. Jamie komt van rechts en neemt voorrang. Vincent rijdt in op de auto van Jamie. Beide auto's zijn total loss. Is hier sprake van een onrechtmatige daad?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herman is met zijn fiets in het water terechtgekomen. Herman kan niet zwemmen. Klaas ziet Herman in het water liggen. Klaas kan wel zwemmen, maar laat na Herman te helpen. Is hier sprake van een onrechtmatige daad door Klaas?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Klaas pleegt een onrechtmatige daad, omdat hij nalaat in te grijpen. Volgens wat in het maatschappelijk verkeer betamelijk is, hoort Klaas wel in te grijpen.
Aansprakelijkheid

Groepsaansprakelijkheid
  • Waarbij de schade toe te rekenen is aan een groep 
  • Elk individu in de groep kan aansprakelijk gesteld kan worden voor de gehele schade 
  • Als een deel van de groepsleden sterk afwijkt in hun gedragingen bestaat er geen groepsaansprakelijkheid meer. 
  • Degene die zich fysiek van de groep onttrekt is niet meer hoofdelijk aansprakelijk.  



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jeroen heeft met zijn vrienden een sneeuwballen gevecht. Wanneer een vriend van Jeroen iemand uit de groep wil raken, gooit hij de sneeuwbal per ongeluk op een voorbij rijdende fietser. De fietser valt en heeft zaak en letselschade. Kan de fietser Jeroen ook aansprakelijk stellen voor de schade?
A
Nee, Jeroen heeft de sneeuwbal niet gegooid dus hij is niet aansprakelijk
B
Nee, dit was een ongelukje en hierdoor kan niemand aansprakelijk gesteld worden
C
Ja, Jeroen kan aansprakelijk worden gesteld net als de rest van de groep
D
Ja, alleen Jeroen wordt aansprakelijk gesteld want hij is de leider van de groep.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Risicoaansprakelijkheid =>  Kwalitatieve aansprakelijkheid wordt ook wel gebruikt. 
Je bent aansprakelijk voor de onrechtmatige daad van andere personen of voor schade veroorzaakt  door zaken.
a. Ouders voor hun kinderen
b. Bezitters voor hun zaken (onroerend goed, roerend goed)  
c. Dieren 
d. Producenten voor hun producten => Wft Schade Particulier 
e. Werkgevers voor hun werknemers => Wft Schade Zakelijk 





Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risico aansprakelijkheid

ad 1) Aansprakelijkheid voor kinderen 6:164 BW  

  • Kinderen tot 14 jaar kunnen niet zelf aansprakelijk gesteld worden
  • Het moet gaan om een 'daad' (doen) en niet om een nalating
  • Bij kinderen van 14 en 15 jaar oud rust een vermoeden van schuld op de ouders tenzij zich     vrij kunnen pleiten voor de gedragingen van hun kind. 
  • Kinderen van 16 jaar en ouder kunnen zelf aansprakelijk gesteld worden -
    Hoe wordt dat genoemd? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting aansprakelijkheid kinderen 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaap is 9 jaar oud en ziet dat 2 jongetjes uit de buurt kattenkwaad aan het uithalen zijn. De jongens hebben spijkers in bladeren verstopt en op de weg gelegd. Waneer er een auto aankomt en over de berg bladeren rijdt, raken alle banden lek. De chauffeur stelt de ouders van Jaap aansprakelijk omdat Jaap nalatig was in het waarschuwen van de chauffer. Kan de chauffeur de ouders van Jaap risicoaansprakelijk stellen?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Het betreft nalatigheid van iemand jonger dan 14 jaar. De ouders kunnen alleen risicoaansprakelijk worden gesteld wanneer Jaap een onrechtmatige daad pleegt
Peter (11 jaar) veroorzaakt met zijn fiets, op weg naar school, schade aan een geparkeerde auto..

Wie is/ zijn aansprakelijk?
A
Zowel Peter als zijn ouders.
B
Uitsluitend de ouders van Peter
C
Uitsluitend Peter

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cato is 10 jaar oud. Zij krijgt tijdens de gymles een epileptische aanval. Door de oncontroleerbare bewegingen slaat zij tegen de neus van een medeleerling die daardoor letsel oploopt.

Wie is aansprakelijk?
A
De ouders van Cato
B
Cato
C
Niemand

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Risico Aansprakelijkheid

2 . Aansprakelijkheid voor dieren
  • Bezitter is aansprakelijk voor schade dat hun dier heeft veroorzaakt.

Honden / katten / paarden etc. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risico aansprakelijkheid

Nr. 3) Aansprakelijkheid voor gebrekkige onroerende zaken (6:175 BW) 
  • Als de zaak schade toebrengt aan anderen. 
  • Gebrekkig => niet voldoet aan de normale eis  


Slide 18 - Tekstslide

Hangmatarrest
De situatie: Een vrouw bevestigt in de tuin van hun nieuwe huis een hangmat aan een gemetselde pilaar waar ook de tuinpoort tegen dichtslaat. Door haar gewicht breekt de pilaar bij de grond af en valt over haar heen. Zij raakt zeer ernstig gewond. Zij loopt een dwarslaesie op en raakt verlamd. De vrouw is samen met haar partner, bezitter van het huis met de pilaar. Zij hebben gezamenlijk een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren afgesloten. Zij stelt haar partner, zijnde mede-eigenaar van het woonhuis, aansprakelijk. Op grond van dit arrest moet de verzekeraar de letselschade voor zijn rekening nemen. Wel werd de aansprakelijkheid van de mede-eigenaar tot maximaal 50% beperkt, omdat de vrouw zelf ook voor de helft eigenaar is van het gebouw.

De Hoge Raad heeft gesteld dat een mede-eigenaar van een dier niet aansprakelijk is voor de schade die dat dier aan een andere mede-eigenaar heeft veroorzaakt.
De dakpannen van Jan worden vervangen. Tijdens het vervangen valt er een dakpan op de auto van de buren. Is Jan aansprakelijk?
A
Ja, Jan is schuldaansprakelijk voor de schade aan de auto van de buurman
B
Jan is niet aansprakelijk, omdat dit niet met opzet is gebeurd
C
Jan is risicoaansprakelijk voor de schade aan de auto van de buurmand

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke schade is er sprake van risicoaansprakelijkheid?
A
Kees rijdt met zijn fiets tegen iemand aan die valt en breekt zijn pols
B
De hond van Jan valt een voorbijganger aan wanneer Jan zijn hond uitlaat. De voorbijganger heeft zowal zaakschade als letselschade
C
Lisa heeft de telefoon van haar vriendin in haar handen. Zij laat deze op de grond vallen en er ontstaat schade
D
De dochter van Kees is 12 jaar en zij valt met haar fiets tegen de auto van de buurman. Er zit een deuk in de auto.. Kees wordt aansprakelijk gesteld

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht maken
- Lees de opdracht goed door in Cum Laude 
- Casus familie Beemsterboer 
- Zelf maken (hiervoor 10 minuten de tijd) 
- Gezamenlijk bespreken 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren (AVP 2000)

  • Als iemand aansprakelijk gesteld is, blijft hij dit. Ook als deze persoon geen verzekering of eigen geld heeft.
  • De AVP beschermt het vermogen van de verzekerde, en het vermogen van de schadelijdende partij.  
  • Het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering is niet verplicht 
  • De AVP dekt enkel schades die in Particuliere hoedanigheid zijn ontstaan.  
  • Er is meestal werelddekking (mits de verzekeringnemer Nederlands ingezetene is) 
  • De polis is óf voor alleenstaande óf voor een gezin 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren (AVP)

Verzekerde personen op alleenstaande polis
  • De verzekeringnemer
  • Logés (subsidiaire dekking) 
  • Huispersoneel 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren (AVP)

Verzekerde personen bij gezinsdekking
  • De verzekeringnemer
  • Echtgeno(o)t(e)/partner 
  • In gezinsverband samenwonende ongehuwde personen 
  • Minderjarige kinderen, ongeacht in of uit wonend 
  • Meerderjarige ongehuwde kinderen uitwonend voor studie 
  • Inwonende grootouders en (schoon)ouders 
  • Inwonende ongehuwde bloed- en aanverwanten 
  • Logés (subsidiaire dekking) 
  • Huispersoneel 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opzicht
UITGESLOTEN 
  • zaken die zijn gehuurd, gepacht of geleaset, in huurkoop verkregen zijn 
  • zaken die de betrokkene onrechtmatig onder zich heeft, bijvoorbeeld gestolen waar of waar
gekocht van een heler
  • motorrijtuigen, (sta)caravans, vouwwagens, zeil-, motor- en luchtvaartuigen


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Birgitta gaat haar huiskamer behangen en huurt een stoommachine. Zij laat de stoommachine vallen. Is er dekking op de AVP?
A
Ja, AVP dekt de schade. Brengt wel het opzicht-eigenrisico in mindering
B
Ja, de AVP dekt de volledige schade
C
Nee, de AVP sluit deze opzicht uit.
D
Nee, er is geen opzicht dus geen dekking

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ruurd gebruikt de fiets van Marrit en valt daarmee. Schade aan de fiets
A
wel opzicht + wel dekking
B
geen opzicht + wel dekking
C
wel opzicht + geen dekking
D
geen opzicht + geen dekking

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WAM
Wet aansprakelijk Motorrijtuigen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jullie een motorrijtuig?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zegt de wet? 
Onder motorrijtuigen worden alle voertuigen verstaan op
twee of meer wielen die door een eigen mechanische krachtbron (motor) kunnen worden voortbewogen.
Ook aanhangers van motorrijtuigen horen hierbij, wanneer ze gekoppeld zijn. Geen motorrijtuigen zijn
voertuigen die langs spoorstaven worden voortbewogen (zich op een rails voortbewegen)

Een Elobike is geen fiets met hulpmotor, maar een fiets met elektrische trapondersteuning. Elobikes worden wel als motorrijtuigen aangemerkt, maar kennen geen verzekeringsplicht (zijn vrijgesteld).


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een motorrijtuig?
  • Een auto, tractor, bromfiets, snorfiets, gemotoriseerde rolstoel, autobus en trolleybus, vrachtwagens, bestelbussen. 
  • Alles dat gekoppeld is aan het voertuig in het verkeer. 

Wat is geen motorrijtuig?

  • Fietsen, voetgangers, treinen en trams (rijden op rails)
  • Een buiten het verkeer geparkeerde auto 
  • Huizen, lantaarnpalen etc etc.  

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen
Bepaal van de volgende vragen of het een motorrijtuig is 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vorkheftruck
A
wel
B
niet

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een tram
A
wel
B
niet

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een segway
A
wel
B
niet

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Speedpedelec
A
wel
B
niet

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vrijgesteld van WAM-verzekering
De Staat der Nederlanden
Vrijgestelde gemoedsbezwaarden

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor welk motorrijtuig geldt geen verzekeringsplicht?
A
Een veegwagen met kenteken van de gemeentelijke reinigingsdienst.
B
Een bromfiets die van de rijksoverheid is.
C
Een tractor van een grondverzetbedrijf die gehuurd wordt door het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WAM
De houder/eigenaar MOET deze verzekering afsluiten
De WAM-verzekeraar MOET het slachtoffer betalen
bij aansprakelijkheid behalve:
  1. schade aan bestuurder
  2. schade aan vervoerde zaken
  3. als de dief de dader is
  4. tijdens officiële snelheids- en behendigheidswedstrijden

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarborgfonds Motorverkeer
Nu alle auto's WA verzekerd zijn .....
Deel van de WA-premie naar dit fonds
Ook premie vanuit de staat
Bijdragen van gemoedsbezwaarden

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WBF
Waarborgfonds Motorverkeer
Keert uit 
  • Wanneer een auto niet WA verzekerd is
  • Een gemoedsbezwaarde schade toebrengt
  • Het veroorzakende motorvoertuig niet bekend

Slide 41 - Tekstslide

WBF keert de schade voor een gemoedsbezwaarde uit tot zijn hele vermogen op is. Rest is voor het WBF
Gemoedsbezwaarde
Ong. 300.000 personen=> vanuit geloof geen verzekeringen afsluiten.

Wel extra belasting betalen ter compensatie van de inkomensafhankelijke bijdrage voor de basiszorgverzekering.

Is de gemoedsbezwaarde bezitter of houder van een motorrijtuig, dan moet hij jaarlijks
een bedrag betalen aan het Waarborgfonds Motorverkeer.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM)?
A
Er geldt een verzekeringsplicht
B
Er is géén minimum verzekerd bedrag per gebeurtenis
C
Schade veroorzaakt met een fiets is verzekerd
D
Alcoholgebruik is verzekerd op de WAM

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstandverzekering
Verzekering waarbij de verzekeraar een persoon of een onderneming bijstaat bij juridische geschillen.
Let op: bij een rechtsbijstandverzekering wil jij iets van iemand anders!!


Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand

Dekkingsrubrieken
  1. Basisdekking
  2. Consument en Wonen 
  3. Werk 
  4. Belasting 
  5. Vermogen en scheidingsmediation 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand
Kring van verzekerden
  • De verzekeringnemer
  • De echtgeno(o)t(e) /partner die met verzekeringnemer samenwoont 
  • Inwonende ongehuwde kinderen 
  • Uitwonende ongehuwde kinderen die en dagstudie volgen of in een verpleeginrichting verblijven 
  • Inwonende (schoon)ouders 
  • Au pair 

Dekkingsgebied: 
Nederland

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand

Dekkingen
  • Advies
  • Andere handeling 
  • Verdediging 
  • Juridische procesvoering 
  • Inzet met als doel uitvoering van de uitspraak van de rechter 
  • Inschakeling externe deskundigen 
  • Betaling griffierechten, kosten getuigen/deskundigen, gerechtelijke kosten 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theo werkt al 40 jaar bij een metaalfabriek. De laatste maanden heeft Theo al meerdere malen een conflict gehad met zijn werkgever over zijn vakantiedagen. Theo sluit voor de zekerheid een rechtsbijstandverzekering af. Is het conflict m.b.t. zijn vakantiedagen verzekerd?
A
Ja
B
Nee

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rachid studeert rechten en ontvangt studiefinanciering. Hij krijgt een geschil met DUO. Welke rubriek moet Rachid hebben op de Rechtsbijstandverzekering om aanspraak te makenop de verzekering?
A
Module Basis
B
Module consument & wonen
C
Module werk
D
Module vermogen

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies