2.1 Fictie

Welkom!
Op de hoek van je tafel: laptop (dicht), werkboek, pen/potlood
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Op de hoek van je tafel: laptop (dicht), werkboek, pen/potlood

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Info over boek
- Samen verhaal lezen
- Vragen over het verhaal via Lessonup
- Weektaak opschrijven
- Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Boek

Slide 3 - Tekstslide

2.1 Fictie
Je weet hoe je een geschikt boek moet kiezen om te lezen
Je weet hoe je plaats en tijd herkent in een verhaal
Je weet wat chronologische volgorde in een verhaal is

Slide 4 - Tekstslide

Open je werkboek op bladzijde 97
Meelezen en/of luisteren

Slide 5 - Tekstslide

Non-fictie is...
A
Verzonnen
B
Waargebeurd

Slide 6 - Quizvraag

Fictie en non-fictie
Fictie = een verzonnen tekst
- Verhaal, gedicht, leesboek, film
Non-fictie = een tekst over iets wat echt is gebeurd
- Krantenbericht, artikel, recept, handleiding

Slide 7 - Tekstslide

Het verhaal uit tekst 3 is ...
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 8 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een beoordelingswoord

Slide 9 - Open vraag

Wie is de hoofdpersoon in dit verhaal?
A
Robin
B
Anna

Slide 10 - Quizvraag

In welke tijd (of tijden) speelt dit verhaal zich af?
A
Het verleden
B
Het heden
C
De toekomst

Slide 11 - Quizvraag

Beoordelingswoorden
  • Je onderbouwt je mening met beoordelingswoorden
  • Grappig, spannend, herkenbaar, eng, leerzaam, verrassend, mooi
  • De beoordelingswoorden leg je uit met voorbeelden uit het verhaal of uit je eigen leven
  • Ik vind het verhaal mooi, omdat…

Slide 12 - Tekstslide

Wat vind je van dit verhaalfragment? Schrijf één beoordelingswoord op en leg dit uit met een argument.

Slide 13 - Open vraag

2.1 Fictie

Slide 14 - Tekstslide

Een boek kiezen
Als je een boek kiest, kun je dat op verschillende manieren doen:
- Het uiterlijk: titel, kaft, soort verhaal (genre), flaptekst (op de achterkant)
- De auteur: de schrijver. Misschien ken je al iets van de schrijver.
- De uitgeverij: heeft vaak info over de boeken die ze hebben uitgebracht
- Serieboeken: zijn boeken die over dezelfde persoon of over hetzelfde onderwerp gaan (Hoe overleef ik?, De grijze jager)

Slide 15 - Tekstslide

Plaats in het verhaal
Een verhaal speelt zich ook ergens af: een plaats
Bijvoorbeeld: Nederland, Amerika, een camping, een oud kasteel

De schrijver vertelt hoe de ruimte eruitziet, hoe het voelt, hoe het ruikt. Je kunt je dan goed voorstellen waar de hoofdpersoon is.


Slide 16 - Tekstslide

Tijd in een verhaal
Een verhaal speelt zich af in een bepaalde tijd in de geschiedenis: het verleden, het heden (nu) of de toekomst.

Als een verhaal wordt verteld in de volgorde waarin de gebeurtenissen plaatsvinden, dan is de volgorde chronologisch. 

Slide 17 - Tekstslide

Weektaak aftekenen
Vanaf deze week moet je je weektaak elke week bij mij aftekenen. 

Lessonup, Nieuwsbegrip en werkboek online kan ik online inzien. 

Heb je in je werkboek gewerkt? Kijk het na (antwoorden op mijn bureau).

Heb je alles af? Kom tijdens het zelfstandig werken naar mij toe en zorg dat ik het afteken. 
Je mag ook losse onderdelen (Lessonup, etc.) laten aftekenen. 

Slide 18 - Tekstslide

Weektaak week 47
2.1 Fictie opdr. 3 t/m 9
Lessonup taak 1 t/m 7 af (volgende week controle)
Nieuwsbegrip --> Andere Tekstsoorten en Woordenschat

Codes Lessonup (voor als je nog nooit hebt ingelogd...):
2A: ioakl                                          2C: obhlk
2B: uhlei                                         2S: gngqb 

Slide 19 - Tekstslide