A1D - 17 mei 2022

Voltooid en onvoltooid deelwoord
.

H4 - Spelling werkwoorden
A1D
17 mei 2022

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voltooid en onvoltooid deelwoord
.

H4 - Spelling werkwoorden
A1D
17 mei 2022

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Lesdoel:
Ik kan voltooid en onvoltooid deelwoorden juist spellen.

Planning:
-   Instructie voltooid en onvoltooid deelwoorden
-   Aan de slag met huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Voltooid en onvoltooid deelwoord
Voltooid deelwoord
  • Geeft vaak aan dat de handeling is afgelopen (voltooid).
  • Maakt meestal deel uit van het gezegde.
  • Komt meestal voor met een vorm van hebben, zijn of worden.

  • Ik heb gefietst.
  • Zij heeft gewandeld.

Slide 3 - Tekstslide

Voltooid en onvoltooid deelwoord
Hoe maak ik een voltooid deelwoord?
  • Sterk werkwoord? Dan eindigt het vd vaak op -en!

  • Zwemmen - Ik zwom - Ik heb gezwommen
  • Schrijven - Ik schreef - Ik heb geschreven
  • Zitten - Ik zat - Ik heb gezeten

    Slide 4 - Tekstslide

    Voltooid en onvoltooid deelwoord
    Hoe maak ik een voltooid deelwoord?
    • Zwak werkwoord? Dan eindigt het vd vaak op -d of -t!
    • Gebruik 't Kofschiptaxietje: haal -en van het hele werkwoord af en kijk naar de laatste letter:


        • Wél in 't Kofschiptaxietje? > +t
        • Níet in 't Kofschiptaxietje? > +d

        Slide 5 - Tekstslide

        Voltooid en onvoltooid deelwoord
        Een paar voorbeelden:
        • Veroorzaken - Ik veroorzaak - Ik heb ...
        • Reageren - Zij reageert - Zij heeft ...
        • Schoppen - Hij schopt - Hij heeft ...


            Slide 6 - Tekstslide

            Voltooid en onvoltooid deelwoord
            Een paar voorbeelden:
            • Veroorzaken - Ik veroorzaak - Ik heb veroorzaakt
            • Reageren - Zij reageert - Zij heeft gereageerd
            • Schoppen - Hij schopt - Hij heeft geschopt


                Slide 7 - Tekstslide

                Let op!
                Bij sommige werkwoorden klinkt het voltooid deelwoord hetzelfde als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd enkelvoud. 

                • Gebeuren
                • Verbazen
                • Benoemen


                    Slide 8 - Tekstslide

                    Voltooid en onvoltooid deelwoord
                    Onvoltooid deelwoord

                    • Geeft aan dat de handeling nog bezig is (onvoltooid).
                    • Infinitief + d

                    • Lachend
                    • Slapend
                    • Lopend

                        Slide 9 - Tekstslide

                        Aan de slag
                        Je maakt de startopdracht van H4 Spelling werkwoorden.
                        Je gebruikt je boek en schrijft de antwoorden in jouw schrift.
                        Je werkt alleen in stilte.
                        3 minuten.
                        Ik kan voltooid en onvoltooid deelwoorden juist spellen.
                        Verder werken voor Nederlands of aan de slag voor een ander vak.
                        timer
                        3:00

                        Slide 10 - Tekstslide

                        Nakijken: Startopdracht
                        1. Nu hij in C1 zit, gaat Daniël altijd fietsend naar voetbaltraining.
                        2. Het concert in de feesttent is door ruim zeshonderd mensen bezocht.
                        3. Wachtend op de bus leest Marja vaak haar huiswerk nog eens door.
                        4. Voor zijn verjaardag heeft mijn broer een nieuwe surfplank gekregen.

                        Slide 11 - Tekstslide

                        Aan de slag
                        Je maakt opdracht 1 t/m 4 van H4 Spelling werkwoorden.
                        Je gebruikt je boek en schrijft de antwoorden in jouw schrift.
                        Je mag samenwerken op fluistertoon.
                        20 minuten.
                        Ik kan voltooid en onvoltooid deelwoorden juist spellen.
                        Verder werken voor Nederlands of aan de slag voor een ander vak.
                        timer
                        20:00

                        Slide 12 - Tekstslide

                        Check-out
                        Wat is het voltooid deelwoord van werken?

                        Wat is het onvoltooid deelwoord van zitten?

                        Wat is het voltooid deelwoord van zwemmen?

                        Slide 13 - Tekstslide

                        Check-out
                        Wat is het voltooid deelwoord van werken?
                        Gewerkt
                        Wat is het onvoltooid deelwoord van zitten?
                        Zittend
                        Wat is het voltooid deelwoord van zwemmen?
                        Gezwommen

                        Slide 14 - Tekstslide

                        Afsluiting
                        Lesdoel:
                        Ik kan voltooid en onvoltooid deelwoorden juist spellen.

                        Huiswerk:
                        H4 Spelling werkwoorden, opdracht 1 t/m 4

                        Volgende keer: nakijken en online trainen!
                        24 mei 2022 
                        Toets H4 grammatica en spelling

                        Slide 15 - Tekstslide