14.3-1 Je zenuwstelsel herh 5H


14.3 Zenuwstelsel 
dl 1
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


14.3 Zenuwstelsel 
dl 1

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud hoofdstuk
14.1 De ene spier is de andere niet
14.2 Je gezichtszintuig
14.3 Zenuwstelsel
14.4 Zenuwcellen
14.5 Hormonen

Daarna nog: herhalen H6 (Voeding, vertering en gezondheid)

Slide 2 - Tekstslide

Doel 14.3

  • Je kunt de functionele opdeling van het zenuwstelsel en de anatomische opdeling van het zenuwstelsel benoemen
  • Je kunt beschrijven uit welke onderdelen het centraal zenuwstelsel bestaat
  • Je kunt de functie van de verschillende delen van het centraal zenuwstelsel noemen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Centraal zenuwstelsel
Zenuwcellen (neuronen) van de 
hersenen en ruggenmerg 
met ondersteunende cellen.


Slide 5 - Tekstslide

Perifeer zenuwstelsel
(Uitlopers van) zenuwcellen, 
gebundeld in zenuwen, die 
zintuigen verbinden met het CZS en
het CZS met spieren en klieren.

Zenuw= bundel zenuwceluitlopers


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Animaal zenuwstelsel
Ontvangt informatie van de zintuigen, verwerkt en koppelt op de juist manier aan je spieren
.
Grote betrokkenheid van de cortex/ grote hersenen.

Aansturing skeletspieren.

Slide 8 - Tekstslide

Autonoom zenuwstelsel
Alle zaken die je zenuwstelsel regelt zonder dat je je hier bewust van bent: beïnvloeding van organen als darmen, hart, longen.

Grote betrokkenheid hypothalamus, hersenstam.

Aansturing gladde spieren.
 


Slide 9 - Tekstslide

Autonoom zenuwstelsel
Bestaat uit twee delen:

Orthosympatisch zenuwstelsel: actie

Parasympatisch zenuwstelsel: rust en herstel
 


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Organen gekoppeld via de grensstrengen.
Orthosympatisch zenuwstelsel

Slide 12 - Tekstslide

Organen gekoppeld via zwervende zenuw.
Parasympatisch zenuwstelsel

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Je schrikt. Welk deel van je autonome zenuwstelsel is actief? En wat gebeurt er met je pupilgrootte?
A
orthosympatisch-groter
B
orthosympatisch-kleiner
C
parasympatisch-groter
D
parasympatisch-kleiner

Slide 15 - Quizvraag

Anatomie hersenen + functies
BINAS 88C1

Slide 16 - Tekstslide

Grote hersenen

Slide 17 - Tekstslide

Anatomie grote hersenen 
  • Twee helften
  • Schors en merg 
schors

merg

Slide 18 - Tekstslide

Grote hersenen/ schors
Primaire sensorische schors
waarnemen van sensorische informatie

Slide 19 - Tekstslide

Grote hersenen/ schors
Secundaire sensorische schors
interpretatie van de ontvangen signalen/ geheugen

Slide 20 - Tekstslide

Grote hersenen/ schors
Primaire auditieve schors
ontvangt signalen van het gehoorzintuig/ gewaarwording. Inkomend.

Slide 21 - Tekstslide

Grote hersenen/ schors
Secundaire auditieve schors
interpretatie van de ontvangen signalen/ geheugen

Slide 22 - Tekstslide

Grote hersenen/ schors
Primaire motische schors
stuurt de spieren/ klieren aan.
Uitgaand.

Slide 23 - Tekstslide

Grote hersenen/ schors
Secundaire motorische schors
opgeslagen informatie over gecoördineerd uitvoeren van bewegingen. Motorprogramma's.

Slide 24 - Tekstslide

Je wilt je rechterhand optillen. Waar beginnen de impulsen?
A
primaire motorische schors
B
secundaire motorische schors
C
hersenstam
D
kleine hersenen

Slide 25 - Quizvraag

Anatomie grote hersenen 
Ontvangt informatie van de rechterkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de rechterkant aan.
Ontvangt informatie van de rechterkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de rechterkant aan.
L                      R

Slide 26 - Tekstslide

Projectie

Slide 27 - Tekstslide

Projectie

Slide 28 - Tekstslide

Anatomie hersenen (88C1)

Slide 29 - Tekstslide

Kleine hersenen
Coördinatie
bewegingen.
Werkt dus samen 
met de primaire en
secundaire 
motorische schors.

Slide 30 - Tekstslide

Hersenstam

Slide 31 - Tekstslide

Hersenstam
Coördineert allerlei 
lichamelijke
basisfuncties.


Slide 32 - Tekstslide

Ruggenmerg
Verbinding tussen hersenen
en de rest van het lichaam.
Zintuiginformatie van lichaam
naar hersenen.
Bewegingsinformatie van hersenen
naar spieren/ klieren.

Slide 33 - Tekstslide

Doel 14.3

  • Je kunt de functionele opdeling van het zenuwstelsel en de anatomische opdeling van het zenuwstelsel benoemen
  • Je kunt beschrijven uit welke onderdelen het centraal zenuwstelsel bestaat
  • Je kunt de functie van de verschillende delen van het centraal zenuwstelsel noemen

Slide 34 - Tekstslide

Begrippen 14.3

animale en  autonome zenuwstelsel, orthosympatisch en parasympatisch zenuwstelsel, centraal en perifeer zenuwstelsel, hersenen, ruggenmerg, grote hersenen, hersenschors, kleine hersenen, hersenstam, sensorische schors, motorische schors, primaire schors, secundaire schors

Slide 35 - Tekstslide