1.4 de opstand tegen Spanje

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom

• Pak je iPad/boeken en schrift voor je;
• Log alvast in op de LessonUp.

Planning

Deze les:

• Terugblik;
• de Nederlandse opstand;
• 
  

Welk begrip uit vorige les kan je plaatsen bij dit plaatje?

1. Centralisatie
2. Stadhouder
3. bestuur
4. Gewest

Wie had de macht over welk gebied?

Meerdere gebieden/landen

de Nederlanden

Gewest

Koning Filips II

Landvoogdes (Margaretha van Parma) 

Stadhouder

Landvoogdes Margaretha van Parma 

Stadhouder Willem van Oranje

De Nederlanden

• Waarom waren veel mensen ontevreden over de Spaanse koning?

1. Tegen een centraal bestuur (edelen verloren veel macht);
2. Voerde (hoge) belastingen in;
3. Hij was streng katholiek en vervolgde protestanten.

Protestants

Rooms-katholiek

Smeekschrift der Edelen

Vraag van edelen aan Margaretha voor stop met vervolgingen .

Hagepreken

• In de buitenlucht;
• Voorlezen uit de bijbel.

De Beeldenstorm

• Preek tegen heilige beelden in België;
• Na afloop vertrokken gelovigen en plunderaars naar een klooster.
• Vernielen alle beelden .
• Verspreid zich over de Nederlanden.
  

Kijkvraag:

Waarom vlucht Willem van Oranje uit Nederland?

Kijkvraag:

Waarom vlucht Willem van Oranje uit Nederland?

De Beeldenstorm

• Filips II was woedend!
• Filips stuurt Hertog Alva als vervangend landvoogd om orde op zaken te stellen.

De Opstand begint

• Hertog van Alva richtte meteen een rechtbank (bloedraad) in om de protestanten te straffen.
• Hij pakte de Nederlandse adel aan die niet streng genoeg had opgetreden (Philips van Horne).
  

De Opstand begint

• Veel protestanden vluchtten naar het buitenland.
• Ook Willem van Oranje vluchtte naar zijn landgoed in Duitsland.
• Hij komt terug met een leger en start zo de Nederlandse opstand.

Aan de slag

• Wat? Maak opdracht 3;
• Hoe? Alleen of in een tweetal;
• Tijd? Tot het einde van de les. 
• Klaar? Lees 1.4 helemaal en werk alvast verder aan vraag 4, 5 en 8.