pijlenketting en formules

Regel in woorden
Een regel in woorden beschrijft hoe je iets kunt berekenen. 
Je gebruikt zoveel mogelijk woorden, dus ook de bewerkingen (+, -, x of :) en het = teken zijn woorden. Het is eigenlijk een som in woorden. 
Bijvoorbeeld
Het aantal paardenbenen gedeeld door vier is gelijk aan het aantal paarden.

Tip: Begin altijd met HET AANTAL .
         = schrijf je als IS GELIJK AAN 

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Regel in woorden
Een regel in woorden beschrijft hoe je iets kunt berekenen. 
Je gebruikt zoveel mogelijk woorden, dus ook de bewerkingen (+, -, x of :) en het = teken zijn woorden. Het is eigenlijk een som in woorden. 
Bijvoorbeeld
Het aantal paardenbenen gedeeld door vier is gelijk aan het aantal paarden.

Tip: Begin altijd met HET AANTAL .
         = schrijf je als IS GELIJK AAN 

Slide 1 - Tekstslide

Pijlenketting
Een pijlenketting beschrijft met één of meer pijlen hoe je iets kunt berekenen. Boven elke pijl staat een bewerking met een getal. 

Bijvoorbeeld
Regel in woorden: Het aantal wielen keer 36 is het aantal spaken.
Pijlenketting          :          aantal wielen         x 36              aantal spaken
Regel in woorden: Het aantal uren keer 4,50 plus 5 is verdienste.
 Pijlenketting         :          aantal uren             x 4,50        ...           + 5           verdienste 

Slide 2 - Tekstslide

Bij  IN-getal staat het begingetal.
Bij UIT-getal komt de uitkomst.

Slide 3 - Tekstslide


Bereken hoeveel spaken er zijn bij 4 wielen

Slide 4 - Open vraag

Pijlenketting maken
STAP 1: Bereen een aantal voorbeelden
Bij 3 tafels hoort 3 x 2 + 4 = 10 zitplaatsen
Bij 4 tafels hoort 4 x 2 + 4 + 12 zitplaatsen
Bij 5 tafels hoort 5 x 2 + 4 = 14 zitplaatsen

STAP 2: Regel in woorden

HET AANTAL TAFELS KEER TWEE PLUS VIER IS GELIJK AAN HET AANTAL ZTPLAATSEN.


STAP 3: Pijlenketting


Slide 5 - Tekstslide

Tekst
Sleep de juiste woorden op de juiste plaats
....................
.........................
.......................
.............................
aantal tafels
x 2
+4
aantal stoelen

Slide 6 - Sleepvraag

- Woordformule
- Letterformule
- Pijlenketting

Slide 7 - Tekstslide

Formule
Met een pijlenketting maak je steeds berekeningen. Je kunt zo'n berekening ook opschrijven als een woordformule of kortweg een formule

FORMULE: een berekening met woorden (of letters). De woorden (of letters) noemen we variabelen

Slide 8 - Tekstslide

Even oefenen.

Welke formules horen bij de pijlenkettingen?
Schrijf deze formules op papier op.

Slide 9 - Tekstslide

Van pijlenketting naar formule.

Slide 10 - Tekstslide

- Woordformule
- Letterformule
- Pijlenketting

Slide 11 - Tekstslide

Hoe maak je een formule?
Gebruik het voorbeeld.
  1. Bereken een aantal voorbeelden. 
  2. Schrijf de regel in woorden op.
  3. Maak de pijlenketting.
  4. Schrijf de formule op.

Slide 12 - Tekstslide

De formule die bij de foto's hoort is
A
aantal foto's x 2,98= kosten
B
aantal foto's + 0,1 x 2,98 = kosten
C
aantal foto's x 0,1 x 2,98 = kosten
D
aantal foto's x 0,1 + 2,98 = kosten

Slide 13 - Quizvraag

Even oefenen.
Wat is de formule?
1. Bereken een aantal voorbeelden.  
2. Schrijf de regel in woorden op.
3. Maak de pijlenketting.
4. Schrijf de formule op.

Slide 14 - Tekstslide

wat is de formule bij de vorige slide?

Slide 15 - Open vraag

3 stappen.
Hoeveel kost een klus van zeven uur?

Slide 16 - Tekstslide

Pizza is €5,- per stuk.
Bezorgen van de pizza's is €2,-

Slide 17 - Tekstslide

Pizza is €5,- per stuk.
Bezorg kosten is €2,-
Wat moeten op de puntjes?
A
keer 2 plus 5
B
keer 5 plus 2
C
keer pizza's plus bezorgkosten
D
keer bezorgkosten plus pizza's

Slide 18 - Quizvraag

Ik bestel 4 pizza's, hoeveel euro moet ik betalen?

Slide 19 - Open vraag

Pizza is €5,- per stuk.
Bezorg kosten is €2,-
Welke pijlenketting is goed?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

In de volgende slide heb ik som 6 gemaakt

Slide 22 - Tekstslide

a: 
a x4   +25  b

b:

 
 d: Ze heeft bij 15 uur €85 verdiend.

-->
-->

c:

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

IN GETAL  bovenaan de tabel
UIT GETAL onderaan de tabel

Slide 26 - Tekstslide

per baantje x
vast bedrag +
Regel in woorden:
Het aantal baantjes keer 2 plus 5 is de opbrengst.

Pijlenketting:
aantal baantjes   x2  ...  +3   opbrengst

Slide 27 - Tekstslide

Pijlenketting met meerdere pijlen. 
Regel in woorden:
Het aantal baantjes keer 2 plus 5 is de opbrengst.

Pijlenketting:
aantal baantjes   x2  ...  +3   opbrengst

Slide 28 - Tekstslide

Pijlenketting met meerdere pijlen. 
Pijlenketting:
aantal baantjes   x2  ...  +3   opbrengst

Ayla zwemt 10 baantje. Hoeveel is haar opbrengst?

IN GETAL                                       UIT GETAL
      10                   x2   ...     +3    =         23

Slide 29 - Tekstslide

Pijlenketting met meerdere pijlen. 
Pijlenketting:
         IN GETAL                              UIT GETAL
aantal baantjes   x2  ...  +3   opbrengst

1. Berekening opschrijven.
2. Uitrekenen op rekenmachine

IN GETAL                                       UIT GETAL
      10                   x2           +3    =         23

Slide 30 - Tekstslide

IN GETAL  bovenaan de tabel
UIT GETAL onderaan de tabel

Slide 31 - Tekstslide

                 IN GETAL  bovenaan de tabel = horizontale as
                UIT GETAL onderaan de tabel = vertical as

Tabel
grafiek

Slide 32 - Tekstslide

De grafiek bij een pijlenketting is altijd een rechte lijn (lineair). Altijd met een geodriehoek de lijn trekken. 

Slide 33 - Tekstslide