Battle hoofdstuk 6

lessonup.app --> code invoeren
Battle hoofdstuk 6
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

lessonup.app --> code invoeren
Battle hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Ordeladder individueel normaal: aanspreken - laatste waarschuwing - buiten lokaal plaatsen - gele kaart. Keer goed boos worden, effectief op korte termijn (onverwachts) en lange termijn (weten dat ik het in me heb). Stem verheffen, je verziekt de les letterlijk voor iedereen, ik heb hier moeite ingestoken en daar heb je 0 respect voor, maar je toont vooral geen respect naar je klasgenoten en dat is nog veel erger. Ik zou de komende tijd maar heel erg op je tellen passen tenzij je zin hebt in een gele kaart met zeker geen milde sanctie.

Ordeladder individueel Orion: aanspreken - laatste waarschuwing - buiten lokaal plaatsen - gele kaart. Keer goed boos worden, effectief op korte termijn (onverwachts) en lange termijn (weten dat ik het in me heb). Stem verheffen, je verziekt de les letterlijk voor iedereen, ik heb hier moeite ingestoken en daar heb je 0 respect voor, maar je toont vooral geen respect naar je klasgenoten en dat is nog veel erger. Ik zou de komende tijd maar heel erg op je tellen passen tenzij je zin hebt in een gele kaart met zeker geen milde sanctie.
- H3C: dit keer serieus, heb de vragen veranderd.

- H3B: Lieske of Julia extra uitleg om 13:50 lokaal Koenraads als je wil.

- H3D: Koen afwezig = te laat melden en contact opnemen met Bram.

- Orion: Alex toets volgende week donderdag afspreken (daltonruimte). Eventueel vertrek vertellen einde les, Oscar niet alleen op laptop. Er mag een groepje aan samenwerktafel. Aan CO vragen om bevriezers en laptops in de gaten te houden en leerlingen op apenrots te parkeren die vervelend zijn.

- Telefoons in telefoontas vanaf nu, geen zin om daar steeds op te letten. Weigeren (Felipe) = 8 uur melden elke les.

- Het is een quiz maar tegelijkertijd ook een oefentoets, ik verwacht dus een serieuze inzet. Niet goed meedoen is dom voor jezelf en respectloos tegenover mij (moeite in gestopt) en klasgenoten (die willen oefenen voor toets).

- Als ze erom vragen; zal de vragen en antwoorden in Magister/Classroom zetten.

- Groepjes van daltontaak - PO eigen bedrijf, geen zin in lange twijfel over de teams want wil meteen beginnen.

- Leerlingen meteen bij groepje laten zitten, 1 Chromebook per team en inloggen met code. Groepjes van 2 ook toestaan, leerlingen die geen groepje hebben ergens bij zetten (mogen alleen). 

- Teamnaam, zelf bedenken. Geen scheldwoorden, dan verwijderen en opnieuw proberen. 2de x = geel.

- Rode stift voor strafpunten team NAAM LEERLING I.

- Te veel deelnemers? Verwijder via deelnemers!

- Doorklikken met pijltje, zelf achter pc zitten en rondlopen om schermen te bekijken.

- Beginnen als alle teams er in zitten.

- Tussenstand af en toe tonen met knop linksonder (code).

- Tijd over = rondje voor laatste vragen.
Huisregels
1 Chromebook per groepje (groepjes eigen bedrijf),
zorg voor blaadje en rekenmachine, geen telefoons.

Overleg om de vraag te beantwoorden, stil bij bespreking.

Vraag of opmerking? Hand omhoog!




Slide 2 - Tekstslide

Door mij heen praten of afkijken / andere teams irriteren / antwoorden opzoeken / schelden is minpunt. 3x = alle teamleden verlaten lokaal naar daltonruimte en kunnen samen nablijven (nablijfuurtje open). Zeuren dat het teamgenoten waren = eerder zelf je team tot de orde roepen.
Wat gaan we doen?
Battle hoofdstuk 6:
  • 12 vragen.
  • 1 punt per goed antwoord.
  • Strafpunt bij overtreden regels --> 3x = nablijven.
  • Bij gelijkspel wint het team met de snelste antwoorden.
  • Chocolaatje voor het beste team.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat is GEEN voorbeeld van een primair goed?
(30 seconden)
A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

30 sec
2. Welk voorbeeld is GEEN dienst?
(30 seconden)
A
Je koopt mobiele data bij Odido.
B
Je gaat wat drinken op een terrasje.
C
Je neemt een sportschool abonnement.
D
A, B en C zijn allemaal diensten.

Slide 5 - Quizvraag

30 sec

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3. Welke beschrijving van deze video is correct?
(45 seconden)
A
- De man van de pawn shop is de aanbieder. - De man met de machine is de vrager. - Er is hier sprake van consumeren.
B
- De man van de pawn shop is de vrager. - De man met de machine is de aanbieder. - Er is hier sprake van investeren.
C
- De man van de pawn shop is de vrager. - De man met de machine is de aanbieder. - Er is hier sprake van consumeren.
D
- De man van de pawn shop is de aanbieder. - De man met de machine is de vrager. - Er is hier sprake van investeren.

Slide 7 - Quizvraag

45 sec
4. In welk voorbeeld spreken we van consumeren?
(30 seconden)
A
Een schilder koopt nieuwe kwasten, speciaal bedoeld voor muurverf.
B
Markenhage koopt nieuwe digiborden.
C
Een kok koopt een nieuwe wokpan om thuis mee te koken.
D
In A, B en C spreken we NIET van consumeren.

Slide 8 - Quizvraag

30 sec
5. Gegeven is de vraagfunctie: Qv = -50P + 150
Hoeveel euro bedraagt de (maximale) betalingsbereidheid van de vragers?
(90 seconden)
A
3 euro.
B
150 euro.
C
5 euro.
D
50 euro.

Slide 9 - Quizvraag

1 minuut, kladblaadje.
Gelijkstellen aan 0, P = 6
6. Gegeven is de aanbodfunctie: Qa = 10P - 20
Welke uitspraak is ONJUIST?
(90 seconden)
A
Bij een prijs lager dan 2 euro wordt er niks aangeboden.
B
Er is een positief verband tussen prijs en aangeboden hoeveelheid.
C
De maximale leveringsbereidheid van de aanbieders bedraagt 2 euro.
D
Geen; A, B en C zijn allemaal JUIST.

Slide 10 - Quizvraag

45 sec. 2 is minimale leveringsbereidheid.
7. Gegeven zijn de aanbodfunctie en vraagfunctie:
Qa = 30P - 60 en Qv = -50P + 180
Wat is de evenwichtsprijs op deze markt?
LET OP: alleen het cijfer invullen. (90 seconden)

Slide 11 - Open vraag

Als je op een kommagetal uitkomt; 2 decimalen en scheiden met een komma, geen punt. Getal in cijfers, niet letters. Dus je vult in 9, je schrijft niet zeven.

90 sec, meer tijd geven als dat kan
8. Gegeven zijn de aanbodfunctie en vraagfunctie:
Qa = 3P - 5 en Qv = -2P + 5
Wat is de evenwichtshoeveelheid op deze markt?
LET OP: alleen het cijfer invullen. (90 seconden)

Slide 12 - Open vraag

Hoeveelheid, niet prijs en andere functies.
Als je op een kommagetal uitkomt; 2 decimalen en scheiden met een komma, geen punt. Getal in cijfers, niet letters. Dus je vult in 7, je schrijft niet zeven.

90 sec, meer tijd geven als dat kan
9. Gegeven zijn de aanbodfunctie en vraagfunctie:
Qa = 5P - 10 en Qv = -5P + 60
Wat is de totale omzet op deze markt?
LET OP: alleen het cijfer invullen. (90 seconden)

Slide 13 - Open vraag

Als je op een kommagetal uitkomt; 2 decimalen en scheiden met een komma, geen punt. Getal in cijfers, niet letters. Dus je vult in 7, je schrijft niet zeven.

P x Q! 7 x 25 = 175

90 sec, meer tijd geven als dat kan

Slide 14 - Tekstslide

Kijk goed, hier komt straks een vraag over.

Je mag notities maken, wel snel zijn (of natekenen). Ongeveer 30 sec laten zien.
10. Welke uitspraak over de zojuist getoonde grafiek is ONJUIST?
(30 seconden)
A
De evenwichtsprijs is 14 euro.
B
De evenwichtshoeveelheid is 16 stuks.
C
De minimale leveringsbereidheid van aanbieders is 6 euro.
D
De consument die het meeste betaalt, betaalt 22 euro.

Slide 15 - Quizvraag

30 sec.
Er is 1 consument die 22 wil betalen, maar ook deze consument betaalt uiteindelijk 14 euro.

Slide 16 - Tekstslide

Kijk goed, hier komt straks een vraag over.

Nu kort laten zien, zelfde grafiek als net.
11. In een land wonen 10 miljoen mensen, waarvan 9 miljoen tussen de 15 en 75 jaar. 4 miljoen mensen zijn werknemer. Er zijn 2 miljoen zelfstandigen aan het werk. Ook zijn 2 miljoen mensen werkloos. Verder zijn er 1 miljoen vacatures.

Wat is de totale vraag naar arbeid? (60 seconden)
A
2 miljoen.
B
6 miljoen.
C
7 miljoen.
D
8 miljoen.

Slide 17 - Quizvraag

60 sec.

Vraag = werknemers + zelfstandigen + vacatures. Alle bezette banen + vacatures.
12. In een land wonen 10 miljoen mensen, waarvan 9 miljoen tussen de 15 en 75 jaar. 4 miljoen mensen zijn werknemer. Er zijn 2 miljoen zelfstandigen aan het werk. Ook zijn 2 miljoen mensen werkloos. Verder zijn er 1 miljoen vacatures.

Hoe groot is de beroepsbevolking? (60 seconden)
A
3 miljoen.
B
4 miljoen.
C
8 miljoen.
D
9 miljoen.

Slide 18 - Quizvraag

Beroepsbevolking = aanbod van arbeid.
Mensen van de juiste leeftijd die werken of willen werken.

Zelfde info. Andere vraag!

60 sec.
Who is the winner?
WHO IS THE WINNER?

Slide 19 - Tekstslide

Winnaar revealen, prijs is chcolatje. Lolly's pas pakken als ik er te weinig heb, niet meerdere geven.

Succes met leren, vragen stellen kan via Magister/Gmail. Op tijd aanwezig woensdag/donderdag aub.