6.1 Woonplaats en werkplaats

Steden en staten
6.1 Woonplaats en werkplaats
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Steden en staten
6.1 Woonplaats en werkplaats

Slide 1 - Tekstslide

6.1 Woonplaats en werkplaats
  • Ik kan verklaren waarom in Europa tussen 1000 en 1300 opnieuw een landbouwstedelijke 
     samenleving ontstond.
  • Ik kan uitleggen op welke manier er een geldeconomie ontstond in Europa.
  • Ik kan voor- en nadelen opsommen van de samenwerking van ambachtslui in gildes.

Slide 2 - Tekstslide

In de tijd van Grieken en Romeinen was er een...
A
samenleving van jagen en verzamelen
B
landbouwsamenleving
C
landbouw stedelijke samenleving

Slide 3 - Quizvraag

In de tijd van Monniken en Ridders was er een...
A
samenleving van jagen en verzamelen
B
landbouwsamenleving
C
landbouw stedelijke samenleving

Slide 4 - Quizvraag

Hoe kwam het dat er geen steden meer waren?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

verbeterde 
landbouwtechnieken

Slide 7 - Tekstslide

6.1 Woonplaats en werkplaats
Platteland en stad
Vanaf het jaar 1000 bracht landbouw meer op:
  • inpolderen landbouwgebied
  • verbeterde landbouwtechnieken

Slide 8 - Tekstslide

In de Nederlanden worden rond het jaar 1000 steeds meer landbouwgronden ontgonnen. Waartoe leidden landbouwoverschotten in Egypte?

Slide 9 - Open vraag

6.1 Woonplaats en werkplaats
opdracht

Hiernaast staan 6 steden in de omgeving rondom Hulst.

Ga voor elke stad op zoek wanneer dit officieel steden werden.

rond 1100
1128
1180
1217
1220
1252
Gent
Dordrecht
Brugge
Hulst
Middelburg
Breda

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waar ontstaan de eerste steden?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat valt je op aan de verschillende kaarten?

Slide 16 - Open vraag

6.1 Woonplaats en werkplaats
Platteland en stad
Vanaf het jaar 1000 bracht landbouw meer op:
  • inpolderen landbouwgebied
  • verbeterde landbouwtechnieken

Dankzij de voedseloverschotten:
  • ontstaat handel en breidt de nijverheid uit.
  • marktplaatsen groeien uit tot steden.

Slide 17 - Tekstslide

Sleep de onderstaande gebeurtenissen naar de juiste plek.
Nummer 1 is de eerste gebeurtenis, nummer 5 is de laatste gebeurtenis.
1
2
3
4
5
drooglegging moerassen & nieuwe ploeg
meer voedsel, mensen leefden langer
ontstaan handel door voedsel overschot
plaatsen groeiden uit tot steden
bloei economie, landbouw stedelijke samenleving

Slide 18 - Sleepvraag

6.1 Consumentengedrag
Oefeningen
  • Maken opgave 1 en 2 op blz. 147
  • Klaar: maak oefening 5 en 6 op blz. 148
timer
8:00

Slide 19 - Tekstslide

6.1 Woonplaats en werkplaats
Geldeconomie
Op de markt komt een prijs tot stand door vraag en aanbod.
  • Elk gebied had eigen munten dus er ontstaan banken om geld te wisselen.
  • Banken bewaren geld en lenen geld uit tegen rente.
  • De kerk keurde rentes af, dus komen er vooral joodse bankiers.

Slide 20 - Tekstslide

Een zilversmid is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

6.1 Woonplaats en werkplaats
Gilde
Er ontstaan meer beroepen in nijverheid.
  • Ambachtslui verenigen zich in gildes, die opkwamen voor hun belangen
  • Gildes zorgen ook voor een opleiding
  1. Leerling
  2. Gezel
  3. Meester (na meesterproef)

Slide 25 - Tekstslide

Wat is onjuist over de gilde?
A
De gilde betaalde de begrafenis voor familie van leden
B
In een gilde mochten vrouwen in dienst zijn
C
De gilde zorgden voor een beroepsopleiding
D
Gilden organiseerden feesten

Slide 26 - Quizvraag

Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Als je goed genoeg was, moest je de ???? afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 29 - Quizvraag

Waar
Niet waar
Alle mensen in een gilde hadden hetzelfde beroep.
Ambachtslieden werkten samen in gilden.
Lidmaatschap van een gilde was niet verplicht. 
Niet alle ambachten hadden een eigen gilde.

Slide 30 - Sleepvraag

Slide 31 - Video

Wat is de Hanze?
A
Samenwerking tussen handelssteden.
B
Een middeleeuwse stad
C
Samenwerking tussen heren.
D
Vaarroute

Slide 32 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Hanzesteden concurreerden onderling met elkaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Hanze
  • Er werd steeds meer gehandeld in producten uit en met andere gebieden
  • Gevolg: handelssteden gingen samenwerken in een verbond: Hanze
  • Een Hanzestad had kantoren in andere steden en vroegen geen tol van elkaar
  • Handelaren werden beschermt en samen bestreden zij piraten
  • Handelsproducten: bont, vis, graan, bier, textiel en zout
  • Nederlandse Hanzesteden: Deventer, Zutphen, Zwolle, Kampen

Slide 34 - Tekstslide