6.1 Woonplaats en werkplaats

6.1 Woonplaats en werkplaats
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.1 Woonplaats en werkplaats

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Lesdoelen
Uitleg 6.1
Lesdoelen controleren

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen:
  • Hoe in Europa weer een landbouw-stedelijke samenleving ontstond 
  • Op welke manier de nijverheid was georganiseerd
  • Hoe de internationale handel groeide

Slide 3 - Tekstslide

In de vroege middeleeuwen was er een landbouwstedelijke samenleving in Europa
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Platteland en stad
  • In Europa leefden mensen van de landbouw 
  • Om meer grond te kunnen gebruiken werd er land ontgonnen (grond vrijmaken)
  • Gevolg: meer landbouw mogelijk dus betere landbouwtechnieken uitgevonden
  • Gevolg: meer voedsel, dus groei van bevolking
  • Door bevolkingsgroei ontstond nijverheid
  • Gevolg: handel kwam terug en steden groeiden (landbouwstedelijke-samenleving)

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit hoe in Europa de landbouwstedelijke samenleving ontstond

Slide 6 - Open vraag

Geldeconomie
  • Door de opkomst van markten ontstond er vraag en aanbod
  • Handelaren verdienden geld door het maken van winst
  • Elk gebied had een eigen munt, dus waren er geldwisselaars nodig
  • Gevolg: geldbanken ontstaan
  • Er ontstonden bankkantoren om geld te kunnen bewaren tegen rentes
  • De kerk keurde rentes af, dus voornamelijk joodse bankiers

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Gilde
  • Nijverheid zorgde voor ontstaan meerdere beroepen
  • Als ambachtsman moest je lid zijn van een gilde 
  • Een vereniging van mensen met hetzelfde beroep die opkwamen voor hun belangen
  • Ook zorgden gildes voor een opleiding
  • 1. Leerling
  • 2. Gezel
  • 3. Meester

Slide 9 - Tekstslide

Wat is onjuist over de gilde?
A
De gilde betaalde de begrafenis voor familie van leden
B
In een gilde mochten vrouwen in dienst zijn
C
De gilde zorgden voor een beroepsopleiding
D
Gilden organiseerden feesten

Slide 10 - Quizvraag

Hanze
  • Er werd steeds meer gehandeld in producten uit en met andere gebieden
  • Gevolg: handelssteden gingen samenwerken in een verbond: Hanze
  • Een Hanzestad had kantoren in andere steden en vroegen geen tol van elkaar
  • Handelaren werden beschermt en samen bestreden zij piraten
  • Handelsproducten: bont, vis, graan, bier, textiel en zout
  • Nederlandse Hanzesteden: Deventer, Zutphen, Zwolle, Kampen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Waar of niet waar?
Hanzesteden concurreerden onderling met elkaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag