5.2 Besluiten en besturen

5 Nederland na 1945
5.2 Besluiten en besturen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5 Nederland na 1945
5.2 Besluiten en besturen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  1. Welkom 5 min
  2. Uitleg 4.2 20 min
  3. Samen werken 15 min
  4. Zelfstandig werken 15 min
  5. Afsluiten 5 min
Watersnoodramp 1953

Slide 2 - Tekstslide

Agenda invullen

Vul in bij dinsdag 8 maart:
  • Maken: Alle opdrachten van 5.2
  • Schrijf jouw samenvatting/ tijdlijn/ begrippenlijst  van P5.2 ter voorbereiding van de toets in DT 6. 



Slide 3 - Tekstslide

Bouwstenen P5.2
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
-hoe wetten tot stand komen en worden uitgevoerd.
-hoe de regering en het parlement tot stand komen en werken.
-hoe lagere overheden tot stand komen en werken.
-hoe het bestuur van het Koninkrijk der Nederlanden is geregeld. 

Willem Drees

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Een wet maken en uitvoeren
Na de watersnoodramp in 1953 maakten ambtenaren een plan om de dijken te verhogen en drie zeearmen af te sluiten.

  • 1955 Wetsvoorstel voor de Deltawet
  • 1957 Wetsvoorstel goedgekeurd door de Tweede Kamer
  • 1958 Wetsvoorstel goedgekeurd door Eerste Kamer


Slide 6 - Tekstslide

Een wet maken en uitvoeren
D66-Kamerlid Jan Terlouw overtuigde zijn fractie (Kamerleden van een politieke partij) dat de Oosterschelde niet helemaal afgesloten moest worden. 
  • Er is discussie over de stormvoedkering. Parlementsleden hebben parlementaire onschendbaarheid (mogen niet voor hun uitspraken worden vervolgd). 
  • De Oosterschelde gaat uiteindelijk deels open en deels dicht. 
  • 1986 (33 jaar na de ramp) Stormvloedkering wordt in gebruik genomen.


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Regering en parlement
  • 1848 Thorbecke stelt de grondwet op.
  • Regering = Kabinet + koning
  • Koning = staatshoofd zonder macht
  • Ministers zijn verantwoordelijk voor uitspraken koning = Ministeriële verantwoordelijkheid
  • Parlement = Staten Generaal = Eerste en Tweede Kamer samen
  • Kabinet = alle ministers en staatssecretarissen (onderministers)

Slide 9 - Tekstslide

Regering en parlement
  • Taken regering: Het land besturen + Wetten maken
  • Taken parlement: Regering controleren + wetsvoorstellen maken

  • Burgers kiezen eens per 4 jaar de 150 leden van de Tweede Kamer = Actief kiesrecht
  • Je kunt ook jezelf verkiesbaar stellen = Passief kiesrecht

  • De partijen die deelnemen aan de regering heten de coalitiepartijen. De partijen die niet in de regering zitten zijn de oppositiepartijen

  • Je kunt invloed uitoefenen op de politiek via de media of middels een burgerinitiatief

Slide 10 - Tekstslide

Lagere overheden
Naast de Rijksoverheid zijn er lagere overheden:
  • Provincies: bijv. natuurgebieden
  • Gemeenten: Zaken uit steden en dorpen
  • Waterschappen: Dijken en waterkwaliteit
Gemeentehuis Arnhem

Slide 11 - Tekstslide

Lagere overheden
  • 1x per vier jaar Provinciale Staten verkiezingen
  • Gedeputeerde Staten = het provinciebestuur
  • Commissaris van de Koning = voorzitter Gedputeerde Staten

  • Regering benoemt Dijkgraven = voorzitters van de Waterschappen.

  • 1x per vier jaar Gemeenteraadsverkiezingen
  • Gemeenteraad beslist over gemeentebeleid en controleert het gemeentebestuur: College van B en W

Slide 12 - Tekstslide

Het Koninkrijk
  • Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten vormen samen één Koninkrijk. Samen één staatshoofd, één minister van buitenlandse zaken en één leger.

  • Alle inwoners hebben de Nederlandse nationaliteit.

  • Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben een eigen regering en Parlement. --> Sturen elk 1 minister naar Den Haag voor de Rijksministerraad

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Prinsjesdag

Slide 15 - Tekstslide

  • Lees de tekst.
  •  Maak de opdrachten: Alle opdrachten van 5.2
  • Klascode: evzsr

Als je klaar bent is het handig om vast te beginnen aan een samenvatting / begrippenlijst / tijdlijn / quizlet over deze paragraaf. In deeltaak zes heb je een toets over H4, 5 & 6! 


timer
12:00

Slide 16 - Tekstslide