Markt en overheid hoofdstuk 3

Markt en overheid
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Markt en overheid

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
  • Telefoon in de telefoontas
  • Zoek een zitplekje
  • Plenda, lesbrief () en pen, potlood rekenmachine en geodriehoek op tafel
  • Laat het lokaal netjes achter! (Geen rommel/papiertjes, stoel aanschuiven)

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
  • Weektaak volgens studiewijzer
  • Eerste les na het weekend af
  • Eerste les na het weekend nieuw huiswerk in plenda
  • Controle en nakijken

Slide 3 - Tekstslide

Planning
  • 1e uur 
  • Nakijken huiswerk
  • Vragen?
  • Instructie Oligopolie & Monopolistische Concurrentie
  • 2e uur
  • Instructie Oligopolie & Monopolistische Concurrentie
  • Maken vanaf 3.1

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • Kenmerken oligopolie (heterogeen/homogeen)
  • Kenmerken monopolistische concurrentie

Slide 5 - Tekstslide

Hiervoor
  • Marktvormen voor een specifiek product
  • Volkomen concurrentie (veel aanbieders)
  • Monopolie (1 aanbieder)

=> Oligopolie (beperkt aantal aanbieders)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Oligopolie
Homogeen oligopolie
  • Klanten letten op prijs
  • Benzine, elektriciteit, internet

Heterogeen oligopolie
  • Concurreren op product, service
  • Telefoon(toestel), auto's, banken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hiervoor
  • Marktvormen voor een specifiek product
  • Volkomen concurrentie, Monopolie, Oligopolie

=> Monopolistische concurrentie (veel aanbieders, heterogeen)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Monopolistische concurrentie
  • Veel aanbieders  
  • Producten lijken op elkaar, maar elke aanbieder is uniek
  • Voor de klant is er een verschil wie levert of wat het merk is (heterogeen goed) 
  • Gemakkelijke toetreding

Slide 13 - Tekstslide

Verzorgingsproducten
Kledingwinkels

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

I Bij homogene goederen is de concurrentie feller dan bij heterogene producten

II Naarmate er minder concurrentie is, hebben aanbieders meer invloed op de prijs van hun product.
A
Beide beweringen zijn juist.
B
Beide beweringen zijn onjuist.
C
Bewering I is juist en bewering II is onjuist.
D
Bewering I is onjuist en bewering II is juist.

Slide 17 - Quizvraag

De kans op een kartel is bij een oligopolistische marktvorm veel groter dan bij volkomen concurrentie.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 18 - Quizvraag

Welke van de volgende goederen / diensten kunnen een oligopolist zijn?
A
Benzine
B
Mobiele telefoons
C
Cola
D
Vliegtuigmaatschappij

Slide 19 - Quizvraag

Een kartel is niet strafbaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet een product waarbij het voor de consument niet uit maakt wie het levert of van welk merk het product is?
A
Homogeen goed
B
Heterogeen goed

Slide 21 - Quizvraag