ROUS Herhaling theorie marktgedrag

Welkom
6 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom
6 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marktvormen
De marktstructuur bepaalt de marktvorm.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volkomen concurrentie


De prijs wordt bepaalt door de markt, oftewel het marktmechanisme.
Als bedrijven winst maken lokt dit nieuwe producenten om tot de markt toe te treden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monopolistische concurrentie
Men doet hier aan productdifferentiatie:
Producenten proberen zich te onderscheiden van anderen door iets extra’s toe te
voegen en/of in te
zetten op marketing.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oligopolie
Als er maar twee producenten zijn noemen we de markt een duopolie.

Kan zowel homogeen als heterogeen zijn.
Het marktgedrag kenmerkt
zich vaak door hoge
toetredingsdrempels.
Dit heeft te maken
met schaalvoordelen,
verzonken kosten en
octrooien.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monopolie
Een monopolie kan door verschillende situaties ontstaan:
  • Een natuurlijke 
  • Een wettelijke 


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijsdicriminatie
Als een producent de mogelijkheid heeft om zijn eigen prijs te beïnvloeden kan hij ook verschillende prijzen vragen voor hetzelfde product.
Voorwaarden voor het toepassen van prijsdiscriminatie:
  • Consumenten kunnen ingedeeld worden in verschillende groepen
  • Er mag geen doorverkoop plaatsvinden


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijsdiffrentiatie
Bij prijsdifferentiatie vraagt een producent verschillende prijzen voor vergelijkbare, maar toch verschillende producten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marktaandeel
Hoe ging het ook alweer?

Waarom obv afzet of omzet?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is GEEN kenmerk van de volkomen concurrentie:
A
veel aanbieders
B
transparante markt
C
moeilijke toetreding
D
vraag en aanbod bepalen de prijs

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

volkomen concurrentie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van volkomen concurrentie?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Monopolistische concurrentie
Veel aanbieders
Heterogeen product
Transparantie is laag
Bijvoorbeeld:
Designwinkels
Kledingspeciaalzaken
Dierenspeciaalzaak

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maximale winst bij een markt van volkomen concurrentie. 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monopolistische concurrentie
Welke prijsafzetlijn vind je het
beste passen bij  
monopolistische concurrentie?
Waarom?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monopolistische concurrentie verschilt van volledige mededinging. Dat verschil is, dat monopolistische concurrentie ..... .
A
Toetreding van nieuwe aanbieders
B
Maar 1 aanbieder aanwezig
C
Geen transparante markt is
D
Heterogeen product verkoopt

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is er bij het aanbieden van 4G abonnementen sprake van van heterogeen oligopolie of homogeen oligopolie?
A
Homogeen oligopolie
B
Heterogeen oligopolie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oligopolie
Homogeen oligopolie
  • Klanten letten op prijs
  • Benzine, elektriciteit, internet

Heterogeen oligopolie
  • Concurreren op product, service
  • Telefoon(toestel), auto's, banken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee beweringen over homogeen/heterogeen oligopolie.

I. Bij heterogeen oligopolie kan beter op prijs geconcurreerd worden dan bij homogeen oligopolie.
II. Bij heterogeen oligopolie hebben de bedrijven meer voordeel van een kartel dan bij homogeen oligopolie.
A
Beide zijn goed
B
1 is goed en 2 is fout
C
1 is fout en 2 is goed
D
Beide zijn fout

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Monopolie
A
Eén aanbieder en een homogeen product
B
Weinig aanbieders en een heterogeen product
C
Veel aanbieders en een homogeen product
D
Eén aanbieder en een heterogeen product

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marktvormen II
Monopolie
  • Enige verkoper van een product of dienst
  • Eén aanbieder en veel vragers
  • Wil andere bedrijven buiten de deur houden
       (anders geen Monopolie) 

Slide 21 - Tekstslide

Bij Monopolie is  dus helemaal geen concurrentie
Monopolie
Welke prijsafzetlijn vind je het
beste passen bij een 
monopolie?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies