Les 4 taalverzorging blok 2
1 / 16
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Benoem uit de volgende zin de werkwoorden, lidwoorden, zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijk naamwoorden:
Mijn oma heeft gisteren een grote chocoladereep aan mijn broertje gegeven.
Mijn oma heeft gisteren een grote chocoladereep aan mijn broertje gegeven.
Slide 4 - Open vraag
Wat is de juiste spelling?
A
Op 14 januari ben ik jarig.
B
Op 14 Januari ben ik jarig.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling?
A
's Morgens sta ik om 8 uur op.
B
'S morgens sta ik om 8 uur op.
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de juiste spelling?
A
auto's
B
autos
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling?
A
eikenbladen
B
eikenbladden
C
eikenbladeren
D
eikenblads
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling?
A
perzikken
B
perziken
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling?
A
bedrijven
B
bedrijfen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling?
A
zeën
B
zeeën
