Hoofdstuk 11, paragraaf 11.3, zwangerschap

Leerdoelen paragraaf 11.3
Je kunt uitleggen wat er gebeurt tijdens een zwangerschap
1. Je kent de woorden embryo en foetus.
2. Je kunt de lichamelijke veranderingen tijdens een zwangerschap bij de moeder noemen.
3. Je kunt uitleggen hoe de foetus voedingsstoffen en afvalstoffen uitwisselt met de moeder.
4. Je kent de functie van placenta, vruchtvliezen en vruchtwater.




1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen paragraaf 11.3
Je kunt uitleggen wat er gebeurt tijdens een zwangerschap
1. Je kent de woorden embryo en foetus.
2. Je kunt de lichamelijke veranderingen tijdens een zwangerschap bij de moeder noemen.
3. Je kunt uitleggen hoe de foetus voedingsstoffen en afvalstoffen uitwisselt met de moeder.
4. Je kent de functie van placenta, vruchtvliezen en vruchtwater.




Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vruchtwater
Het embryo drijft in het vruchtwater. Het vruchtwater beschermt het emrbyo tegen stoten, uitdroging en temperatuurverandering.
Embryo
Het kind heet in de baarmoeder: embryo.
Navelstreng
Door de navelstreng lopen drie bloedvaten. 
Via de navelstrengader gaan alle stoffen die het embryo nodig heeft van de moeder naar het embryo.
Via de twee navelstrengslagaders gaan afvalstoffen, zoals CO2 van het kindje naar de moeder.
Placenta
Deel van de baarmoederwand waar bloed van de moeder vlak langs bloed van het embryo stroomt. Daarom kunnen ze stoffen en zuurstof uitwisselen.
Bloedvaten embryo
Deze bloedvaten raken de bloedvaten van de moeder niet.
Bloedvaten moeder
Door de placenta kunnen er zuurstof en voedingsstoffen aan de baby gegeven worden. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

0

Slide 5 - Video

De placenta
Na een paar weken groeit de placenta
Hiermee kunnen voedingsstoffen van de moeder naar het embryo via de navelstreng

Slide 6 - Tekstslide

De vruchtvliezen
Het embryo maakt ook vruchtvliezen met vruchtwater aan, wat beschermt tegen schokken of stoten. 

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe een bevalling gaat
1. Je kent de 3 verschillende stappen van de bevalling
2. Je kunt uitleggen wat er tijdens deze fasen gebeurt. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoe verandert de baby tijdens de zwangerschap ?
Van bevruchting tot 12 weken = embryo
Vanaf nu zit alles op en aan de baby

Vanaf 12 weken = foetus
De baby groeit nu alleen nog maar

Slide 9 - Tekstslide

Hoe verandert het lichaam van de vrouw ?
De buik wordt dikker
De baarmoeder wordt groter
Organen komen in de verdrukking
Melkklieren worden groter

Slide 10 - Tekstslide

Groeien van de baarmoeder

Slide 11 - Tekstslide

De geboorte
Een vrouw weet dat ze gaat bevallen door weeën
3 fasen:
- ontsluiting
- uitdrijving
- nageboorte

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video