oefentoets 1 kgt (B1B en B1C)

Theme 5:
House and Home
TEST
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Theme 5:
House and Home
TEST

Slide 1 - Tekstslide

Nathan, Jaycee en Adam besluiten één dag door te brengen zonder digitale apparaten te gebruiken.
 Lees de zinnen hieronder goed door. Klik het icoontje hiernaast aan en luister. Sleep de zinnen in de juiste volgorde. 
Er is een pauze na elke vraag.  

1
2
3
4
5
6
Nathan is zijn fiets aan het repareren.
Jaycee houdt zich niet aan de regels.
Jaycee belooft zich de volgende keer aan de regels te houden.
 Nathan, Jaycee en Adam zijn bezig met digitale apparaten.
Nathan, Jaycee en Adam besluiten een dag lang geen digitale apparaten te gebruiken.
Adam en Nathan zien Max, de hond.

Slide 2 - Sleepvraag

welk woord hoort er niet bij?
A
flat
B
detached house
C
upstairs
D
terraced house

Slide 3 - Quizvraag

welk woord hoort er niet bij?
A
carpet
B
neighbourhood
C
bunk bed
D
bookcase

Slide 4 - Quizvraag

welk woord hoort er niet bij?
A
door
B
wall
C
floor
D
fairytale

Slide 5 - Quizvraag

welk woord hoort er niet bij?
A
hide-and-seek
B
mow the lawn
C
do the dishes
D
walk the dog

Slide 6 - Quizvraag

Maak de volgende zin vragend. Schrijf de hele zin op!

Nina has got pink shoes.

Slide 7 - Open vraag

Maak de volgende zin vragend. Schrijf de hele zin op!

His parents have a house in France.

Slide 8 - Open vraag

Maak de volgende zin vragend. Schrijf de hele zin op!

The houses have got flat roofs.

Slide 9 - Open vraag

Maak de volgende zin vragend. Schrijf de hele zin op!

Phil has a red car.

Slide 10 - Open vraag

Maak de volgende zin vragend. Schrijf de hele zin op!

My brothers have a guitar lesson today.

Slide 11 - Open vraag

Maak de volgende zin vragend. Schrijf de hele zin op!

A cat has got sharp nails.

Slide 12 - Open vraag

Kies de juiste vorm (present continuous)

I ______________ (rush)
A
is rushing
B
am rushing
C
are rushing
D
rush

Slide 13 - Quizvraag

Kies de juiste vorm (present continuous)

I ______________ (start).
A
is starting
B
am startting
C
am starting
D
start

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste vorm (present continuous)

my friend Laura ______________ (paint)
A
is painting
B
am painting
C
paints
D
are painting

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste vorm (present continuous)

you ______________ (do)
A
is doing
B
am doing
C
are doeing
D
are doing

Slide 16 - Quizvraag

Kies de juiste vorm (present continuous)

Joe and Jack ______________ (sit)
A
are sitting
B
is sitting
C
are siting
D
is siting

Slide 17 - Quizvraag

Zet de werkwoorden in de present continuous
(ing vorm):
I ___________ (work)

Slide 18 - Open vraag

Zet de werkwoorden in de present continuous
(ing vorm):
it ___________ (take)

Slide 19 - Open vraag

Zet de werkwoorden in de present continuous
(ing vorm):
they ___________ (put)

Slide 20 - Open vraag

Vertaal de volgende zin in het Engels:

Heb je een groot huis?

Slide 21 - Open vraag

Vertaal de volgende zin in het Engels:

In wat voor huis woon je?

Slide 22 - Open vraag

Vertaal de volgende zin in het Engels:

Ik woon op een boot.

Slide 23 - Open vraag

Vertaal de volgende zin in het Engels:

Ik woon in een twee-onder-een-kapwoning.

Slide 24 - Open vraag

Vertaal de volgende zin in het Engels:

Wij hebben een kleine tuin.

Slide 25 - Open vraag

Vertaal de volgende zin in het Engels:

Ik heb een stapelbed.

Slide 26 - Open vraag

Vertaal de volgende zin in het Engels:

Ik heb geen posters aan de muren.

Slide 27 - Open vraag

Vertaal de volgende zin in het Engels:

Wat is Jack aan het doen?

Slide 28 - Open vraag

Vertaal de volgende zin in het Engels:

Ik ben aan het proberen de puzzel op te lossen.

Slide 29 - Open vraag

Vertaal de volgende zin in het Engels:

Ik ben naar de radio aan het luisteren.

Slide 30 - Open vraag

Reading: The mini house builder


Austin Hay is an American high school student who has built an entire house by himself. Austin spent two years building a 12-square-metre house on wheels. It is a very small house, but it is still impressive.

Slide 31 - Tekstslide

Austin is fifteen years old when his father starts building a new family home by himself. At weekends Austin often helps him. Austin likes building and one day he decides to build a small house himself in the back garden. 

Slide 32 - Tekstslide

Wat wilde Austin eerst bouwen?


(klik op de afbeelding om te vergroten)

Slide 33 - Open vraag

Noem een verschil en een overeenkomst tussen Austins eerste idee en het huis dat hij uiteindelijk heeft gebouwd


(klik op de afbeelding om te vergroten)

Slide 34 - Open vraag

Hoe komt Austin aan de materialen voor zijn huis?
(noem 2 manieren)


(klik op de afbeelding om te vergroten)

Slide 35 - Open vraag

Waar is er plek voor Austins vrienden in het huis?


(klik op de afbeelding om te vergroten)

Slide 36 - Open vraag

Wat vindt Austin het leukste aan zijn huis? (noem 2 dingen)


(klik op de afbeelding om te vergroten)

Slide 37 - Open vraag

de laatste vraag staat op de volgende pagina

Slide 38 - Tekstslide

Hoe vond je het om op deze manier een toets te maken?
A
leuk
B
stom
C
moeilijk
D
geen mening

Slide 39 - Quizvraag

Dit is het einde van de toets. 

Vergeet de toets niet in te leveren! (klik op "lever in")

Slide 40 - Tekstslide