Jeelo 1768

Bron 1768 Kampioen kilometers vreten 
deel 1
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bron 1768 Kampioen kilometers vreten 
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

We kijken naar een filmpje
Hoeveel kilometer heeft Mathijs al afgelegd?
Hoeveel kilometer spoor loopt er door Nederland?
Tot hoe laat duurt de wedstrijd?
Wat krijgt de winnaar?





Slide 2 - Tekstslide

De antwoorden
1. 450 kilometer
2. Ruim 6000 km
3. 's nachts 4 uur
4. 1 jaar lang in het weekend gratis 



Slide 3 - Tekstslide

Doel van de les 
Leesdoel: 
Je weet wat de wedstrijd ‘kilometer vreters’ inhoudt en je komt wat te weten over hoe er met een trein gereisd wordt.
 Lesdoel:
    Aan het einde van de les heb je geoefend met
    verwijswoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Zoek de woorden op in de tekst
het krieken van de dag
in de wacht slepen
intercity 
OV chipkaart
sprinter
strategie 
Pak een chromebook! 

Slide 5 - Tekstslide

het krieken van de dag
A
het weekend
B
's morgens heel vroeg
C

Slide 6 - Quizvraag

in de wacht slepen
A
iets krijgen of iets winnen
B
in een wachtrij staan

Slide 7 - Quizvraag

intercity
A
een trein die overal stopt
B
een snelle verbinding tussen steden

Slide 8 - Quizvraag

OV chipkaart
A
een betalingsmiddel voor in de bus en trein
B
een papieren stempelkaart

Slide 9 - Quizvraag

Sprinter
A
een super snelle trein die niet tussendoor stopt
B
een trein die op meerdere plekken stopt

Slide 10 - Quizvraag

Strategie
A
manier hoe je iets doet of aanpakt
B
een bord spel

Slide 11 - Quizvraag

De leerkracht leest de hele tekst voor 

Slide 12 - Tekstslide

Verwijswoorden
De leerkracht doet het voor: 


Slide 13 - Tekstslide

Wat is volgens jou
een verwijswoord?

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Tekstslide

In tweetallen:
Welke verwijswoorden hebben jullie gevonden in de alinea?

Slide 16 - Open vraag

Zou jij mee willen doen aan de wedstrijd? Waarom wel of niet?

Slide 17 - Open vraag

Waar zou je deze tekst kunnen lezen?
A
in een handleiding van een modeltrein
B
op een verpakking
C
in een biografie
D
in een tijdschrift van de NS

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het doel van de schrijver
A
de lezer amuseren
B
de lezen overtuigen
C
de gevoelens van de schrijver vertellen
D
de lezer informeren

Slide 19 - Quizvraag