BVJ 3.3 De bloedsomloop

BS 3.3 De bloedsomloop
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

BS 3.3 De bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
Het bloedvatenstelsel bestaat uit het hart en de bloedvaten.
- Bloedvaten zijn vaak genoemd naar een orgaan.
– vb. De slagader die naar de lever gaat, heet leverslagader.
– vb. De ader die van de lever komt, heet leverader.
- De grootste slagader is de aorta
– De grootste ader is de holle ader
.

Slide 3 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
  • Hoe herkennen we slagaders?
  • en aders?
  •  

Slide 4 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
  • Elk orgaan krijgt bloed via een slagader
  • Er gaat ook zuurstofarm bloed weer weg via een ader (blauw)

Slide 5 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
Maar hoe weet je nu de naam van het bloedvat?
Trucje:
1. stroomt het bloed naar het orgaan? Dan een slagader. Stroomt het ervan weg? Dan is het een ader.
2. Dan zet je nog de naam van het orgaan ervoor waar het naartoe of vanaf stroomt

Slide 6 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
Voorbeeld:
Het bloedvat wat bloed naar de arm brengt is de armslagader.
Het bloedvat wat het bloed weer weg brengt vanuit de arm is de armader.
Ander voorbeeld:
Het bloedvat wat bloed naar de nier brengt is de nierslagader.
Het bloedvat wat het bloed weer weg brengt vanuit de nier is de nierader.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe krijgen de nieren
zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten

Slide 8 - Quizvraag

Waardoor verdwijnt het bloed
vanuit je arm?
A
Door de armader
B
Door hoofdader
C
Door de armslagader
D
Door onderste holle ader

Slide 9 - Quizvraag

nierader
leverslagader
halsader
leverader
halsslagader
nierslagader

Slide 10 - Sleepvraag

Maakwerk
Maak van BS 3.3 De bloedsomloop op je IPAD:

de opdrachten 1 t/m 3 en 7
(4, 5, 6 niet)

Succes!!

Slide 11 - Tekstslide