Klas 1V unit 1 personal pronouns, numbers and vocab

Klas 1V unit 1

Personal pronouns

Numbers

Vocabulary

Vul de juiste personal pronoun in:

________ is dreaming. (George)

1. I
2. you
3. he
4. we

Vul de juiste personal pronoun in:

_____ is green. (the blackboard)

1. he
2. she
3. it
4. they

Vul de juiste personal pronoun in:

____ are on the wall. (the posters)

1. I
2. he
3. we
4. they

Vul de juiste personal pronoun in:

___ are watching TV. (my mother and I)

1. we
2. she
3. I
4. they

Vul de juiste personal pronoun in:

That's the new teacher. We don't like ___.

1. me
2. him
3. her
4. us

Vul de juiste personal pronoun in:
Close your book and listen to ________.

Vul de juiste personal pronoun in:
You love him. Does he love ______?

Vul de juiste personal pronoun in:
We go for a run every day. Come with _____.

Vul de juiste personal pronoun in:
They're new students. I don't know _______.

Vul de juiste personal pronoun in:
He's Julie's ex-boyfriend. She hates _____.

Schrijf het nummer volledig op in het Engels.
8

Schrijf het nummer volledig op in het Engels.
23

Schrijf het nummer volledig op in het Engels.
36

Schrijf het nummer volledig op in het Engels.
49

Schrijf het nummer volledig op in het Engels.
54

Schrijf het nummer volledig op in het Engels.
85

Schrijf het nummer volledig op in het Engels.
172

Schrijf het nummer volledig op in het Engels.
333

Schrijf het nummer volledig op in het Engels.
1001

Schrijf de Engelse vertaling op:

aardig

Schrijf de Engelse vertaling op:

stil/rustig

Schrijf de Engelse vertaling op:

toegang

Schrijf de Engelse vertaling op:

zelfverzekerd

Schrijf de Engelse vertaling op:

ergens zijn, rondhangen

Schrijf de Engelse vertaling op:

blij

De stof van vorige week ging .....

1. nog niet zo goed, ik moet nog meer oefenen
2. aardig, sommige dingen gingen goed, andere ga ik oefenen
3. heel goed. Ik had veel geleerd en kon de vragen beantwoorden
4. ik heb niet geleerd en geen opdrachten gemaakt