Palliatieve zorg oktober 2022

Inleiding palliatieve zorg
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Inleiding palliatieve zorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen (BB)

Je benoemt, legt uit en beargumenteert:
  • wat palliatieve zorg is
  • de meest voorkomende verpleegkundige diagnoses in de palliatieve fase en bijbehorende doelen en interventies
  • op welke plekken palliatieve zorg gegeven kan worden
  • welke begeleiding en ondersteuning je in deze fase biedt aan de zorgvrager en zijn naasten
  • met wie en op welke wijze de verpleegkundige samenwerkt in deze fase
  • wat palliatieve sedatie is en welke taken de verpleegkundige hierbij heeft
  • wat versterven is, hoe dit proces verloopt en welke taken de verpleegkundige hierbij heeft
  • wat euthanasie is, hoe dit proces verloopt en welke taken de verpleegkundige hierbij heeft
  • welke relevante wetgeving er is en hoe je hier in de zorg rekening mee houdt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb regelmatig te maken met palliatieve cliënten op de afdeling waar ik werkzaam ben
A
Ja
B
Nee
C
Nee, maar wel eerder op een andere afdeling

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta je onder palliatieve zorg

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg is gericht op?
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
voorbereiden op een operatie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve fase
- Het moment waarop duidelijk wordt dat genezing niet (meer) mogelijk is.
- Niet altijd makkelijk te markeren..., bij oncologische patiënten vaak makkelijker dan bij chronische zieke.
- Markeren door de 'surprise question' van Murray

Zou het mij verbazen wanneer deze cliënt in de komende  12 maanden komt te overlijden?  

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 fasen in de palliatieve zorg
1.ziektegericht:
 de ziekte wordt behandeld zonder dat genezing mogelijk is
2;. symptoomgerichte palliatie
de focus licht op het verlichten en onder controle houden van de symptomen. de ziekte schrijdt voort, de cliënt al verzwakken en minder mobiel worden . de symptomen verergeren en in deze fase worden beslissingen genomen rondom het levenseinde.
3. palliatie in de stervensfase:hier verschuift de aandacht van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven
4. de nazorg. dit wordt ook gezien als onderdeel van de palliatieve zorg. soms hebben naasten behoefte aan ondersteuning tijdens de rouwarbeid

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen 
Let op vier dimensies (integraal)
1. Lichamelijk
2. Psychisch
3. Sociaal
4. Spiritueel
Zorgvragers hebben gemiddeld last van zes symptomen tegelijkertijd!
 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Beschrijf 2 lichamelijke, 2 psychische, 2 sociale en 2 spirituele problemen die in de palliatieve fase voor kunnen komen. 
Maak voor 1 probleem uitgewerkte PES

timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg in combinatie met positieve gezondheid



Er volgt een indrukwekkend filmpje over de kijk op leven en doodgaan 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Presentie theorie (van Andries Baart)
Wat is presentie
  1. Zorg dat je erbij bent (met je hoofd, lijf en handen)
  2. Relatie opbouwen (professioneel met vriendschappelijke kenmerken)
  3. Streef naar aansluiten (taal, niveau etc.)

Met iemand zijn, er voor iemand zijn!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreek met korte tussenpozen de geleverde zorg
Maar ook het welbevinden van de betrokkenen
Dit is een taak van de verzorgende (die is de zorgspil in dit geheel, maar de zorgvrager is the leader!)

De evaluatie met de cliënt in de palliatieve fase gaat over álle leefdomeinen; woon- en leefomstandigheden, participatie, mentaal welbevinden en lichamelijk welbevinden.



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen de palliatieve fase en de terminale fase

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verschil:
Terminale zorg is gericht op de kwaliteit van sterven.
Palliatieve zorg is gericht op de kwaliteit van leven.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

terminale zorg is gericht op
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
stervensbegeleiding

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Morfine 

feiten en fabels

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Morfine werkt niet verslavend
A
Ja, dat klopt
B
nee, dat klopt niet

Slide 23 - Quizvraag

Verslaving is onder te verdelen in geestelijke en
lichamelijke afhankelijkheid. Als u morfine als pijnstiller
gebruikt, is de kans op geestelijke afhankelijkheid zeer
gering. Een verslaving treedt op wanneer iemand zonder pijn morfine gebruikt, dan treedt er een bepaalde
‘kick‘ op. Deze ‘kick’ treedt niet op wanneer morfine
de functie heeft om pijn te verlichten. Zoals bij bijna
ieder geneesmiddel dat langdurig wordt gebruikt, is
er wel sprake van lichamelijke gewenning aan morfine.
Dit is op zich niet schadelijk. Alleen als het gebruik
van morfine plotseling wordt gestaakt, kan dat zogenaamde ontwenningsverschijnselen veroorzaken. Voorbeelden zijn: hartkloppingen, zweten, misselijkheid,
braken en diarree. Deze verschijnselen kunnen worden
voorkomen door de dosis geleidelijk te verlagen. Doe
dit in overleg met uw arts.
Van morfine heb je steeds meer nodig
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

De dosering morfine wordt alleen verhoogd wanneer
de pijn toeneemt. De pijn bepaalt hoeveel morfine
u nodig heeft. Daarbij is het goed om te weten dat
de dosis van morfine in principe geen bovengrens
heeft. Er zijn mensen die het honderdvoudige van de
dosering waarmee ze gestart zijn, krijgen toegediend.
Morfine werkt levensbekortend
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Het is een misverstand dat morfine alleen wordt
gegeven in het eindstadium van kanker. De veronderstelling dat morfine levensbekortend werkt, is niet juist.
Morfine wordt niet voorgeschreven om de dood te
bespoedigen. Ongeveer 25% van de morfine wordt
gebruikt door patiënten met langdurige, chronische
ziekten zoals reuma. Morfine kan dus jaren achtereen
als pijnstiller worden voorgeschreven. Ook kan
morfine tijdelijk worden gegeven en daarna worden
afgebouwd, zoals na een operatie.
Morfine veroorzaakt
ademhalingsmoeilijkheden
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Bij de behandeling van pijn met morfine spelen
ademhalingsmoeilijkheden geen rol. Alleen zeer hoog
gedoseerde morfine­injecties in een ader kunnen
problemen met de ademhaling veroorzaken. Benauwdheid kan juist reden zijn om morfine voor te schrijven
Van morfine wordt je suf
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

 Sufheid is een bijwerking die kan optreden tijdens
de eerste dagen van de behandeling met morfine of
na verhoging van de dosis morfine. Vaak wordt de
innerlijke rust, die optreedt als men geen last meer
heeft van pijn, verward met sufheid en slaperigheid.
Palliatieve Sedatie
Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-
= Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn in de laatste levensfase
- continue sedatie
- kortdurend of intermitterend (bv `s nachts)
Doel is het verlichten van lijden dmv verlagen van bewustzijn 
Bij ondraaglijk lijden door onbehandelbare (refractaire) symptomen
- arts bepaald vanuit professionaliteit of een symptoom onbehandelbaar is
- randvoorwaarde; het overlijden wordt binnen 1-2 weken verwacht 

Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-draaglast cliënt/mantelzorg, lichamelijke uitputting)


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn aandachtspunten voor de zorgverlener?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aandacht palliatieve sedatie
• Psychosociale zorg voor cliënt/bewoner en naasten.
• Voorlichting geven over sedatie, aan zowel cliënt/bewoner en naasten als overige hulpverleners en betrokkenen over afspraak diepe sedatie? of mogelijkheid om wakker te worden.
• Afspraken maken over 'afscheid' nemen
• Assisteren arts bij sedatie
• Verpleegtechnisch handelen - subcutane toediening (Midazolam via vlindernaald) intermitterend of via pomp
• Evaluatie comfort cliënt/bewoner 


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen zijn passend bij de terminale fase?
Welke symptomen zijn passend in de stervensfase
(Ernstige)
vermoeidheid

Pijn
Obstipatie
Angst
Delier
Nauwelijks eten en drinken
Verminderde urineproductie
Verminderd bewustzijn
Toenemende desoriëntatie

Hoorbare, reutelende ademhaling

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is bij palliatieve sedatie sprake van euthanasie
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Continue sedatie versus euthanasie

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Euthanasie
Opzettelijk levensbeëindigende handelen door een ander dan de betrokkene op diens uitdrukkelijke verzoek.
 
Zorgvuldigheidseisen arts:
  •  Vrijwilligheid bij de patiënt
  •  Herhaald en weloverwogen verzoek
  •  Uitzichtloos en ondraaglijk lijden
  •  Een andere arts moet geraadpleegd zijn (SCEN)
  •  Arts moet melding maken, regionale toetsingscommissie zal toetsen of er zorgvuldig is     gehandeld
Als hieraan niet wordt voldaan is Euthanasie strafbaar



 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorg voor naasten
Opdracht:

Zoek in je boek of betrouwbare websites naar zorg voor naasten
Wat is jouw rol hierin? 
Omschrijf dit in drie / vier zinnen. 
Straks lezen we er een aantal voor.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies