3.3 De Holocaust

3.3 De Holocaust


De Jodenvervolging
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.3 De Holocaust


De Jodenvervolging

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen:
Start maken aan 3.3: De Holocaust

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je van de Holocaust?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen wat de Holocaust is en hoe de Joodse bevolking voor WOII werd behandeld in Nazi-Duitsland en hoe zij tijdens WOII werden vervolgd/vermoord.

Slide 5 - Tekstslide

Fase 1
discriminatie, al voor WO II

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Fase 2
Uitsluiten

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide



De Nazi's willen de Joden steeds meer uitsluiten 
van het openbare leven in Duitsland

Spullen kopen in Joodse winkels? 
Dat doet een échte Duitser niet!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Fase 3
Concentreren:
Getto’s/Concentratiekampen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide





In de ghetto's was het leven zwaar: 
er was te weinig woonruimte voor de 
duizenden joden die er moesten leven.

Slide 16 - Tekstslide

Fase 4b
Systematische uitroeiing van de Joden:
Endlösung (=eindoplossing)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Zyklon B




Korrels die verdampen (blauwzuur) 
als ze in contact komen met lucht.

Slide 23 - Tekstslide





Het giftige Zyklon-B kwam via dit luik de gaskamer binnen

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de goede volgorde?

1. Endlösung
2. Kristalnacht
3. Anti-joodse propaganda en boycot van joodse zaken
4. Rassenwetten

A
3 - 4 - 2 - 1
B
1 - 3 - 2 - 4
C
4 - 2 - 3 - 1
D
3 - 1 - 2 - 4

Slide 25 - Quizvraag

‘Alleen een staatsburger van Duits of vergelijkbaar bloed is een burger van het rijk. Een jood is geen burger van het Rijk. Hij heeft geen stem. Hij mag geen openbare functie vervullen.’

Welk begrip is hierbij het meest van toepassing?
Pesten - Discriminatie - Isoleren - pogrom
A
Pogrom
B
Pesten
C
Isoleren
D
Discriminatie

Slide 26 - Quizvraag