Het aanwijzend voornaamwoord

Het aanwijzend voornaamwoord
Chapitre 3, Bron D (p. 110)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het aanwijzend voornaamwoord
Chapitre 3, Bron D (p. 110)

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les:
- weet je wat een aanwijzend voornaamwoord in het NL & FR is
- weet je hoe je het aanwijzend voornaamwoord gebruikt in het FR 
- Weet je eindelijk wat de woordjes ce / cet / cette / ces betekenen :)

Slide 2 - Tekstslide

Laten we eerst beginnen met het ophalen van voorkennis.
Weet je nog wat een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands is?
Klik in de lessonup op dit icoontje voor het geluidsfragment

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 4 - Quizvraag

Wat zou een aanwijzend voornaamwoord dan in het Frans zijn?
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 5 - Quizvraag

Toelichting aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands 
Een aanwijzend voornaamwoord vertelt zelf eigenlijk al wat het doet. Je gebruikt het wanneer je iets aanwijst. Dus bijvoorbeeld:
Dat meisje heeft een mooie tekening gemaakt.
 Dat = aanwijzend vnw
Klik op het geluidsicoontje

Slide 6 - Tekstslide

On regarde la vidéo
We kijken naar de uitlegvideo

Slide 7 - Tekstslide

En dan nu in het Frans..
Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:






Om te weten welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het woord ná het aanwijzend vnw. Als dat woord vrouwelijk is, gebruik je de vrouwelijke vorm van het aanwijzend vnw, etc

Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan aanwijzend vnw
Stap 1 : Kijk naar het woord ACHTER het aanwijzend voornaamwoord. 
Staat het in het meervoud? [meestal eindigt het op  x / s.] --> gebruik CES
par exemple: Ces garçons ont beaucoup de devoirs  

Stap 2: is het woord vrouwelijk? [woorden uit je woordenlijst met lidwoord "la"] --> gebruik CETTE
par exemple: Cette salade est délicieuse.

Slide 9 - Tekstslide

Aanwijzend vnw [aantekening] deel 2
* Woorden [met lidwoord un / le] zijn mannelijk. De volgende stappen zijn voor woorden in het MANNELIJK ENKELVOUD 

Stap 3a: controleer of het woord begint met een klinker / h 
Gebruik: CET.  par exemple: Cet hôtel est fermé.
Stap 3b: mannelijk enkelvoud. Gebruik: CE
par exemple: Ce garçon travaille bien!

Slide 10 - Tekstslide

Let op!
De regel met klinkerbotsing geldt alléén bij mannelijk enkelvoud

homme (m) --> cet homme
école (v) --> cette école 
(en geen cet école)

Slide 11 - Tekstslide

En nu even oefenen:

Slide 12 - Tekstslide

sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw 
ce
cet
cette
ces
épinards
table (v)
chaise (v)
homme (m)
stylo (m)
devoirs
journaux

Slide 13 - Sleepvraag

_____ livre [mannelijk]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 14 - Quizvraag

________ autographe [mannelijk]
A
cette
B
ce
C
ces
D
cet

Slide 15 - Quizvraag

______agenda [mannelijk]
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 16 - Quizvraag

________ filles [vrouwelijk]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 17 - Quizvraag

_______ billet [mannelijk]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 18 - Quizvraag

______ soirée [vrouwelijk]
A
cette
B
cet
C
ce
D
ces

Slide 19 - Quizvraag

________ garçons
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 20 - Quizvraag

_____ acteur [mannelijk]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 21 - Quizvraag

_______ émission (v)
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 22 - Quizvraag

________ magazine (m)
A
cet
B
cette
C
ce
D
ces

Slide 23 - Quizvraag

______ journaux
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 24 - Quizvraag

________ dame (v)
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 25 - Quizvraag

______ chanteuses (v)
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 26 - Quizvraag

______ salade (v)
A
cet
B
ce
C
ces
D
cette

Slide 27 - Quizvraag

Huiswerk 
ex. 17acd, 18ab, 19
Leren voor je SO --> H3, A, B, C, D!

Tip:
Weet je niet of een woord mannelijk of vrouwelijk is?
Zoek het op in de woordenlijst achter in je boek, of online
(bijvoorbeeld: www.mijnwoordenboek.nl) 

Slide 28 - Tekstslide