Dinsdag 9 april

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Het is vandaag dinsdag 9 april

SAMEN

Inloop:  

Thema 6: nav toets: herhalen zinnen met daarom en werkwoorden met voorzetsels.

Thema 4: puzzel

Starter: spreken

Pauze

Zelfstandig werken 

Toets spreken (thema 4 en thema 6)

11.30 uur: einde les!

Afsluiting en huiswerk 

Per GROEP

Thema 5:

- Nakijken 5.2

- Dictee 5.1 en 5.2 (spellingrace)

- 5.3

Thema 7:

- Opdracht wisbordje (in twee- of drietallen)

- Nakijken werkblad voorzetsels uit Klare taal (les 22) en nakijken 7.2?

- 7.3 zelfstandig maken

Programma dinsdag 9 april

Foto-opdracht met voorzetsels

1. De toilet is aan de rechterkant van de trap.

2. De printer staat links tegen de muur.

3. In de hoek staat de wc voor dames.

4. De poster staat rechterkant aan de loopbaancentrum.

5. Zwarte tafel staat om de hoek.

6. Het koffie-automaat staat aan de linkerkant van de kantine.

7. De kantine is tegenover de lift en trap.

8. De lamp hangt onder het groete raam.

9. In het midden van de gebouw is de grote lift. 

10. Aan de linkerkant van de kantine staat een mooie bloemen.

11. Vladimir zit boven de trap.

12. Olena zit op de kast.

13. Vladimir en Valeriia liggen op de vloer naast de printer;-)

14. De kantine staat onder ons lokaal.

Foto-opdracht met voorzetsels

15. De lamp hangt in het midden van gebouw.

16. De tafel staat om de hoek.

17. Het toilet staat tegenover de trap. 

18. In het midden van dit gebouw staat de trap.

19. De printer staat aan de rechterkant tegen de muur,

20. De televisie staat in het midden van de gang.

21. De lift staat tussen van de bomen.

22. De kantine staat tegen de trap.

23. Ik ga van de linkerkant van de gang.

24. Ik ga nu bienede naar de kantine. Daarna gaat naar nienede.

25. Ik staat voor de lift. 

26. In de zal hang de tv aan de muur.

27.  Naast de muur staat koffieappaarat.

28.  De kast staat in de hoek naast de printer.

Foto-opdracht met voorzetsels

29.  In de langs muur staat veel klussen,

30. Tegenover de deur staat receptie.

31. In de zal van ROC staat een koelkast langs de muur.

32. 

Chris heeft veel stress op zijn werk. Daarom....

1. hij zoekt ander werk
2. zoekt hij ander werk

Marjon moet vandaag naar de dokter. Daarom...

1. ze wil niet gaan
2. wil ze niet doen
3. moet ze eerder naar huis
4. ze eerder naar huis moet

Het is vandaag geen mooi weer. Daarom....

1. ga ik met de bus
2. ik niet ga naar school
3. ik wil niet werken

Vandaag is er een studiedag. Daarom....

1. jullie werken hard
2. zijn jullie om 11.30 uur vrij.
3. jullie zijn vrij om 11.30 uur

Maak een zin met.....

1. Gaan naar.....
2. Sparen voor......
3. Kijken naar.....
4. Omgaan met.....
5. Wennen aan....

Pauze

Huiswerk 

Thema 5: 

- Boek + online opdrachten 5.3

Thema 7: 

- Boek + online opdrachten 7.3