Slide 11 - Tekstslide
Estland was voor mij het meest verrassende land. Ik verwachtte dit eerlijk gezegd niet in de top drie en al zeker niet als best scorende Europese land.
De scholen krijgen vrij hoge subsidies van de overheid. Hierdoor kunnen ze de leerlingen veel aanbieden. De leerlingen krijgen vaak gratis lunch, boeken en transport van en naar school. Naast subsidies voorziet de overheid ook ondersteunend personeel. Leerlingen die het soms wat lastiger hebben, kunnen hierdoor vaak een beroep doen op logopedisten, psychologen en andere medewerkers. Ook leerlingen die begaafd zijn, kunnen extra ondersteuning krijgen. Er is dus echt sprake van een heel inclusieve leeromgeving.
Nog een voorbeeld van die inclusie zijn de naschoolse activiteiten. De scholen bieden na school huiswerkbegeleiding aan. Hier kunnen leerlingen taken maken of leren voor toetsen onder begeleiding van leerkrachten. Na school bieden veel scholen ook activiteiten aan die losstaan van het lesgebeuren, zoals sport of muziek. Op deze manier proberen ze leerlingen die het wat lastiger hebben op sociaaleconomisch gebied te ondersteunen.
Wat typerend is aan het onderwijs in dit land, is het digitale aspect. Bijna alles gebeurt hier online. Ze hadden al een online schoolsysteem (vergelijkbaar met Smartschool) in 2002. Het land focust zich echt op technologie en start-ups. Veel leerlingen beginnen zelfs een start-up nog voor ze het middelbaar afmaken. Die digitalisering heeft zowel voor- als nadelen.
Leerlingen die liever met hun handen werken, worden ook ondersteund. Er is veel gemoderniseerd (opnieuw die technologie) en er wordt ingezet op goede materialen. Deze leerlingen werken vaak met lange stages en leerwerktrajecten, waarbij ze studeren en werken op een leerplaats combineren. Dit lijkt op duaal leren zoals we dat in België kennen.
De sprong binnen de PISA-testen kan deels verklaard worden door hun inzet op digitalisering. De scholen gaven aan dat er tijdens de lockdown erg weinig veranderde. Het online onderwijs werd gewoon verdergezet vanuit huis. Ze gaven ook aan dat, doordat de leerlingen gewend waren om online te werken, ze weinig tot geen achterstand opliepen door de lockdown.
Leerkrachten krijgen hier veel vrijheid. Ze maken allemaal een persoonlijk plan waarin ze hun eigen doelen kiezen en de voortgang hiervan bijhouden. Dit wordt ondersteund vanuit de school. Leerkrachten in het secundair onderwijs hebben een masterdiploma en worden ondersteund door een heel team, waaronder ook technologen behoren. Het grootste probleem met leerkrachten in Estland, is dat deze bijna allemaal op pensioen gaan. Doordat de focus zo op technologie ligt, zijn er nog weinig leerlingen geïnteresseerd in een carrière in het onderwijs. Meer dan 20% van de leerkrachten is 60+.