2.3 DE REGERING EN DE VOLKSVERTEGENWOORDIGING 2 december

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Invloed van burgers
Elke vier jaar verkiezingen maar ook andere manieren:
Burgerinitiatief
  • Burgers kunnen demonstreren
  • Actiegroep vormen
  • Burgers kunnen handtekeningen inzamelen
  • Bij meer dan 40.000 handtekeningen moet de 2e kamer het onderwerp bespreken

Slide 11 - Tekstslide

Aan het werk
Wat: lees en maak van §2.3 vraag 2 t/m 12

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent

Klaar: maak de keuzeopdrachten of werken aan een ander vak

Tijd: timer

timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat is politiek?

Slide 13 - Woordweb

Politiek
Het maken van keuzes en het nemen van besluiten.

Besturen van het land, een provincie of een gemeente.

De Nederlandse politiek vindt plaats in Den Haag.

Slide 14 - Tekstslide

Democratie
  • In Nederland kiezen we vertegenwoordigers die deze besluiten nemen.

  • Die vertegenwoordigers vormen samen het parlement (volksvertegenwoordiging).

  • Het parlement bestaat uit de Eerste en de Tweede Kamer.

Slide 15 - Tekstslide

Eerste Kamer

Tweede Kamer

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging
Les 2

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is politiek?
A
Het handhaven van de orde en veiligheid.
B
Als een land een democratie is.
C
Het maken van keuzes en het nemen van besluiten.
D
Het parlement.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een politieke partij?
A
Een groep mensen met dezelfde standpunten.
B
Een groep mensen die belangrijke beslissingen nemen.
C
Een vereniging van mensen met dezelfde hobby's.
D
Alle leden van de Eerste Kamer.

Slide 22 - Quizvraag

Waaruit bestaat het parlement in Nederland?
A
Eerste Kamer + Tweede Kamer
B
Koning + Koningin
C
Minister-President + Eerste Kamer
D
Tweede + Derde Kamer

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Aan het werk
Wat: lees en maak van §2.3 vraag 2 t/m 12

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent

Klaar: maak de keuzeopdrachten of werken aan een ander vak

Tijd: timer

timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

De Kamerleden van een politieke partijen vormen een fractie 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Regeringspartijen
Winnaar verkiezingen grootste fractie
Deze partij bepaalt wie er in de regering komt
Winnaar werkt samen met andere partijen

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Regeringspartijen
  • Regeringspartijen zitten in de regering
  • Ministers komen uit de regeringspartijen
  • Oppositiepartijen niet in de regering

Belangrijkste minister         minister-president (premier)
Regeringsleider
Ministers hebben ook onderministers (staatssecretaris)

Slide 30 - Tekstslide

Ministers
Maken wetsvoorstellen, uitvoeren van wetten en bepalen waar geld naartoe gaat. 

Voorbeelden:
  • Minister van Buitenlandse Zaken. 
  • Minister van Defensie. 
  • Minister van Onderwijs.  
  • Minister van Financiën


Slide 31 - Tekstslide

  • 17 partijen 
  • Zit je links of rechts in de tweede kamer, zegt iets over de stroming van de partijen  

Slide 32 - Tekstslide

Kabinet Rutte IV
De coalitie werd gevormd door Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), Democraten 66 (D66), Christen-Democratisch Appèl (CDA) en ChristenUnie (CU), dezelfde partijen als het voorgaande kabinet-Rutte III. De formatie duurde 299 dagen en was daarmee de langste Nederlandse kabinetsformatie.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Link

Slide 35 - Link

Wat zie je op het plaatje?
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
De Derde Kamer
D
Het paleis van de koning.

Slide 36 - Quizvraag

Hoeveel politieke partijen zitten er nu in de Tweede Kamer?
A
5
B
7
C
15
D
17

Slide 37 - Quizvraag

Wat is de oppositie?
A
De partijen die in de regering zitten
B
De partijen die niet in de regering zitten

Slide 38 - Quizvraag

Het nieuwe kabinet is gevormd.
Wie zitten er in het kabinet?
A
Minister president Rutte
B
Ministers en Staatssecretarissen
C
De Tweede Kamer
D
Ministers en de Koning

Slide 39 - Quizvraag

Wat hoort bij elkaar? Sleep de taken naar de juiste personen
Minister-president
Ministers
Regering
Parlement
Zitten in de regering
Is samen met de regering de baas
Bestuurt het land
Leidt de regering

Slide 40 - Sleepvraag

Slide 41 - Tekstslide

Aan de slag!

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging




Basis
Lezen: 60 en 61
Maken: 2 t/m 5

Slide 42 - Tekstslide

Aan de slag!

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging




Kader/GL
Lezen: 66 en 67
Maken: 2, 3, 4 en 5

Slide 43 - Tekstslide