Schrijven van een betoog - les 2





Nederlands
Les 2 | argumenteren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les





Nederlands
Les 2 | argumenteren

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les 
1. Aan het einde van de les kunnen de studenten hun mening verwoorden over de inhoud van een argument (sterk-zwak). 

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling vorige les
Vorige week heb je geleerd wat standpunten en argumenten zijn. Deze les gaan we hier dieper op in. Je gaat beoordelen of jij een argument sterk of zwak vindt.

Slide 3 - Tekstslide

6

Slide 4 - Video

05:21
Wie vond jij het meest overtuigend?
De jongen- Voorstanders (links)
Het meisje - tegenstanders (rechts)

Slide 5 - Poll

05:28
Luister naar de argumenten en bepaal voor jezelf:

Wat jij een sterk argument vindt en waarom jij dat vindt.

Slide 6 - Tekstslide

12:54
Wat vond jij een sterk argument en waarom?

Slide 7 - Open vraag

17:36
Wie vond jij het meest overtuigend?
De jongen, 2e spreker, voorstander
Het meisje, 1e spreker, tegenstander

Slide 8 - Poll

18:06
Wie zou jij als winnaar uitroepen als je let op non-verbaal gedrag? Lichaamstaal?
De voorstanders (links)
De tegenstanders (rechts)

Slide 9 - Poll

18:50
Wie zou jij als winnaar uitroepen als het gaat om inhoudelijke argumentatie?
De voorstanders (links)
De tegenstanders (rechts)

Slide 10 - Poll

Hoe vond je het om dit debat te bekijken en te luisteren naar de argumenten? Beargumenteer je antwoord!

Slide 11 - Open vraag

Het doel van de les was
1. Aan het einde van de les kunnen de studenten hun mening verwoorden over de inhoud van een argument (sterk-zwak). 

Je hebt nu een debat gehoord en allerlei verschillende argumenten. 
Wanneer vind jij een argument sterk en wanneer vind jij een argument zwak? 

Slide 12 - Tekstslide

Sterk argument: argument - uitleg - voorbeeld
Je mag kiezen of je een argument voor of tegen de stelling uitwerkt: 'Tweede Kamerfracties moeten een kwart van hun zetels afstaan aan de jongeren van hun partij.'

Wat vond jij een sterk argument en probeer dit argument volledig uit te werken.

Slide 13 - Open vraag

Heb je dit doel bereikt?
1. Aan het einde van de les kunnen de studenten hun mening verwoorden over de inhoud van een argument (sterk-zwak). 


Slide 14 - Tekstslide