Les 2. Oorzaken van verstandelijke beperking

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

In een karyogram:
Hoeveel autosomen en geslachtschromosomen?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent een trisomie 13 of 18 voor het kind zelf?

Slide 8 - Open vraag

Wanneer denk je dat een trisomie 13 of 18 doorgaans ontdekt wordt?

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent een kindje met trisomie 13 of 18 voor de ouders?

Slide 10 - Open vraag

Welke keuze(s) moeten ouders maken i.g.v. een kindje met trisomie 13 of 18?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Is het klinefelter syndroom' met het leven verenigbaar'?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Meestal niet

Slide 13 - Quizvraag

Is iemand met het klinefeltersyndroom vruchtbaar?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Dat is niet bekend

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Is iemand met het syndroom van Turner vruchtbaar?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Dat is niet bekend

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Welke behandeling wordt gegeven bij het 'cri du chat' syndroom?
A
geen behandeling
B
fysio en logopedie
C
dieet
D
psychiatrische behandeling

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Kan een ouder een translocatie doorgeven aan zijn/haar kind zonder dat zelf te weten?
A
dat is onbekend
B
translocaties zijn niet erfelijk
C
Ja
D
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Welke behandeling wordt gegeven bij phenyl keton urie (PKU)?
A
geen behandeling
B
fysio en logopedie
C
dieet
D
psychiatrische behandeling

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat betekent 'congenitaal'?
A
erfelijk
B
verstandelijk
C
combinatie van...
D
aangeboren

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Kan een kind met FAS naar het normale voortgezet onderwijs; b.v. vmbo kader of theoretisch
A
Nee, nooit
B
Ja, er is nooit een verstandelijke beperking
C
Soms wel
D
Deze kinderen gaan helemaal niet naar school

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Wat is het verband tussen een zwangere vrouw en een kat als huisdier?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Welke ziekte heeft de moeder (gehad) als het kind het congenitale rubellasyndroom heeft?
A
de mazelen
B
de waterpokken
C
de bof
D
rode hond

Slide 30 - Quizvraag

Zit een vaccinatie tegen rubella in het rijks vaccinatieprogramma?
Ja
Nee

Slide 31 - Poll

Slide 32 - Tekstslide

Klopt de volgende stelling?
'1/100 kinderen die geboren wordt met CMV krijgt ernstige complicaties'
Ja
Nee

Slide 33 - Poll

Slide 34 - Tekstslide

50/100 baby's heeft tijdens de geboorte zuurstoftekort. Dus 50/100 baby's heeft daardoor in meer of mindere mate een VSB
Juist
Onjuist

Slide 35 - Poll

Slide 36 - Tekstslide

Als een baby een aneurysma in de hersenen heeft zal de baby een CVA krijgen
altijd
dat hoeft niet te gebeuren

Slide 37 - Poll

Slide 38 - Tekstslide

alle baby's die na de geboorte geel zien hebben een kernicterus
Juist
Onjuist

Slide 39 - Poll

Slide 40 - Tekstslide