§8.3 Hard en zacht

Vandaag
Herhaling vorige les §8.2
Uitleg §8.3 (20 min) 
Checkvragen (10 min)
Aan de slag met opdrachten (30 min)
Practicum 


1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Herhaling vorige les §8.2
Uitleg §8.3 (20 min) 
Checkvragen (10 min)
Aan de slag met opdrachten (30 min)
Practicum 


Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
Geluid bestaat uit trillingen die van een geluidsbron alle kanten opgaat.

Bij een trilling horen een trillingstijd en een amplitude.

De trillingstijd is de tijdsduur van één trilling.

De amplitude is maximale uitwijking ten opzichte van de ruststand.

Slide 2 - Tekstslide

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 3 - Sleepvraag

Geluid met een frequentie van 25 kHz heet
A
infrarood
B
infrasoon
C
ultrasound
D
ultrasoon

Slide 4 - Quizvraag

Mensen kunnen een frequentie van 100Hz
A
wel horen
B
niet horen

Slide 5 - Quizvraag

Het gehoor
Een menselijk oor kan geluiden horen met frequenties tussen de 20hz en 20.000hertz.

Oudere mensen horen hoge tonen niet meer zo goed.

Onder de 20hz heet het geluid infrasoon
Boven de 20.000hz heet het geluid ultrasoon

Slide 6 - Tekstslide

Het gehoor
In de linker figuur zie je welke frequenties de mens en enkele diersoorten kunnen horen.

Slide 7 - Tekstslide

8.3 Hard en zacht

Slide 8 - Tekstslide

§8.3 Leerdoel
Hard en zacht: 

Ik op welke manier geluid zich versterkt en wat de gevaren zijn van harde geluiden

Slide 9 - Tekstslide

Tussen welke frequenties kunnen mensen horen
A
20Hz en 2000Hz
B
20Hz en 20.000Hz
C
200Hz en 20kHz
D
2kHz en 20kHz

Slide 10 - Quizvraag

Welk dier hoort de hoogste frequenties
A
Bruinvis
B
hond
C
krokodil
D
mot

Slide 11 - Quizvraag

0

Slide 12 - Video

Geluidsoverlast

Slide 13 - Tekstslide

Geluidsoverlast
Bij geluidsoverlast ondervind je hinder door te veel geluid.

Slide 14 - Tekstslide

Maatregelen bij de bron
Lagere snelheid op de snelweg


Apparaten isoleren.

Geluidsarm asfalt

stereo zachter zetten

Slide 15 - Tekstslide

maatregelen bij de ontvanger
gehoorbescherming:
oordopjes en gehoorkappen
Verder van het geluid gaan staan.
Huizen verder van de weg af bouwen.

Geen huizen bij een vliegveld bouwen.

Slide 16 - Tekstslide

maatregelen tussen de bron en ontvanger
Geluidswallen en geluidsschermen
Muur en dakisolatie

dubbelglas

Slide 17 - Tekstslide

Geef bij de volgende maatregel aan waar de geluidsoverlast wordt bestreden.

de ontwikkeling van elektrische auto's
A
bij de bron
B
bij de ontvanger
C
tussen de bron en ontvanger
D
Bij de bron en ontvanger

Slide 18 - Quizvraag

Geef bij de volgende maatregel aan waar de geluidsoverlast wordt bestreden.

De aanleg van een geluidswal langs de snelweg
A
bij de bron
B
bij de ontvanger
C
tussen de bron en ontvanger
D
Bij de bron en ontvanger

Slide 19 - Quizvraag

Geef bij de volgende maatregel aan waar de geluidsoverlast wordt bestreden.

Een fabrieksarbeider draagt oordoppen
A
bij de bron
B
bij de ontvanger
C
tussen de bron en ontvanger
D
Bij de bron en ontvanger

Slide 20 - Quizvraag

1
Geluidssterkte (decibel - dB)

Slide 21 - Tekstslide

1
2
Geluidssterkte (decibel - dB)

Slide 22 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
Geluidssterkte (decibel - dB)

Slide 23 - Tekstslide

1
2
Rekenen met dB-schaal

Slide 24 - Tekstslide

De eenheid voor geluidssterkte is
A
Hertz
B
frequentie
C
decibel
D
centimeter

Slide 25 - Quizvraag

Als de amplitude en frequentie van een geluid groter wordt dan is
A
het geluid zachter en de toon lager
B
Het geluid harder en de toon lager
C
Het geluid harder en de toon hoger
D
Het geluid zachter en de toon hoger

Slide 26 - Quizvraag

Acht kinderen zingen een liedje, ze zingen allemaal even hard.
elke kind produceert een geluid van 60 dB hoe groot is de geluidssterkte van de hele groep
A
60 dB
B
69dB
C
84dB
D
120dB

Slide 27 - Quizvraag

Een toeter produceert een geluid van 52 dB. Het geluidsniveau wordt verhoogd naar 58 dB
Hoeveel maal is het geluid harder geworden.
A
2x
B
3x
C
4x
D
8x

Slide 28 - Quizvraag

De geluidssterkte van één radio is 50 dB.
als je er een tweede radio naast zet die net zo hard staat wordt de geluidssterkte
A
51 dB
B
53 dB
C
100 dB
D
100 Hz

Slide 29 - Quizvraag

Hoe hard is het geluid van een drukke weg ongeveer.
A
50 dB
B
60 dB
C
70 dB
D
80 dB

Slide 30 - Quizvraag

Hoe hard is het geluid van een opstijgende straaljager
A
60 dB
B
80 dB
C
100 dB
D
120 dB

Slide 31 - Quizvraag

Bij welk geluidsniveau doet geluid pijn aan de oren.
A
80 dB
B
90 dB
C
120 dB
D
140 dB

Slide 32 - Quizvraag

Aan de slag
Leerdoel: : Ik op welke manier geluid zich versterkt en wat de gevaren zijn van harde geluiden

Paragraaf: 8.3
Maken: Opg. 36 -38 - 40 - 42 - 44 t/m 49





Slide 33 - Tekstslide