Alles over de Wet van Ohm

Alles over de Wet van Ohm
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Alles over de Wet van Ohm

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Begrijpen wat de Wet van Ohm is
- In staat zijn om de Wet van Ohm toe te passen op verschillende circuits

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat de doelen van de les zijn en leg uit wat de Wet van Ohm is.
Wat weet jij al over de Wet van Ohm?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wie was Georg Ohm?
Georg Simon Ohm was een Duitse fysicus die leefde in de 19e eeuw. Hij heeft de Wet van Ohm ontdekt en beschreven.

Slide 4 - Tekstslide

Geef een korte achtergrond over de ontdekker van de Wet van Ohm.
Wat is de Wet van Ohm?
De Wet van Ohm is een fundamentele wet in de elektriciteit die de relatie beschrijft tussen spanning, stroom en weerstand.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat de Wet van Ohm is en geef een voorbeeld van een elektrisch circuit.
Formule van de Wet van Ohm
De formule van de Wet van Ohm is: V = I x R, waarbij V staat voor spanning in volts, I staat voor stroomsterkte in ampères en R staat voor weerstand in ohms.

Slide 6 - Tekstslide

Laat de formule van de Wet van Ohm zien en leg uit wat elke letter betekent.
Hoe werkt de Wet van Ohm?
De Wet van Ohm stelt dat als de spanning toeneemt, de stroomsterkte ook toeneemt als de weerstand constant blijft. Als de weerstand toeneemt, neemt de stroomsterkte af als de spanning constant blijft.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit hoe de Wet van Ohm werkt en toon voorbeelden van verschillende circuits.
Weerstand meten
Om de weerstand van een component te meten, gebruiken we een ohmmeter. Dit is een instrument dat de weerstand meet in ohms.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe de weerstand van een component gemeten kan worden en demonstreer hoe je een ohmmeter gebruikt.
Toepassingen van de Wet van Ohm
De Wet van Ohm wordt gebruikt bij het ontwerpen van elektrische circuits, het berekenen van de stroomsterkte en spanning en het berekenen van de weerstand van componenten.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit hoe de Wet van Ohm wordt gebruikt in de praktijk en geef voorbeelden van toepassingen.
Stroomsterkte berekenen
Om de stroomsterkte te berekenen, gebruik je de formule: I = V / R, waarbij I staat voor stroomsterkte, V voor spanning en R voor weerstand.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe de stroomsterkte berekend kan worden en laat voorbeelden zien van verschillende berekeningen.
Spanning berekenen
Om de spanning te berekenen, gebruik je de formule: V = I x R, waarbij V staat voor spanning, I voor stroomsterkte en R voor weerstand.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit hoe de spanning berekend kan worden en laat voorbeelden zien van verschillende berekeningen.
Weerstand berekenen
Om de weerstand te berekenen, gebruik je de formule: R = V / I, waarbij R staat voor weerstand, V voor spanning en I voor stroomsterkte.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit hoe de weerstand berekend kan worden en laat voorbeelden zien van verschillende berekeningen.
Praktische oefening: berekenen van spanning, stroomsterkte en weerstand
Laat de leerlingen verschillende oefeningen maken waarbij ze de spanning, stroomsterkte en/of weerstand moeten berekenen van verschillende circuits.

Slide 13 - Tekstslide

Geef de leerlingen praktische oefeningen waarbij ze de Wet van Ohm moeten toepassen om de spanning, stroomsterkte en/of weerstand van verschillende circuits te berekenen.
Parallelle circuits
Een parallel circuit is een circuit waarbij de componenten parallel aan elkaar zijn geschakeld. In een parallel circuit is de spanning over alle componenten gelijk, maar de stroomsterkte kan verschillen.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat een parallel circuit is en geef voorbeelden van verschillende parallelle circuits.
Serie circuits
Een serie circuit is een circuit waarbij de componenten achter elkaar zijn geschakeld. In een serie circuit is de stroomsterkte over alle componenten gelijk, maar de spanning kan verschillen.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat een serie circuit is en geef voorbeelden van verschillende serie circuits.
Combinatie circuits
Een combinatie circuit is een circuit waarbij componenten zowel in serie als parallel zijn geschakeld. In een combinatie circuit is de stroomsterkte en spanning afhankelijk van de configuratie van de componenten.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit wat een combinatie circuit is en geef voorbeelden van verschillende combinatie circuits.
Praktische oefening: parallelle, serie en combinatie circuits
Laat de leerlingen verschillende oefeningen maken waarbij ze de spanning, stroomsterkte en/of weerstand van parallelle, serie en combinatie circuits moeten berekenen.

Slide 17 - Tekstslide

Geef de leerlingen praktische oefeningen waarbij ze de Wet van Ohm moeten toepassen om de spanning, stroomsterkte en/of weerstand van parallelle, serie en combinatie circuits te berekenen.
Veiligheid
Bij het werken met elektrische circuits is veiligheid van groot belang. Draag altijd de juiste beschermende kleding en zorg dat de stroom is uitgeschakeld voordat je aan het circuit werkt.

Slide 18 - Tekstslide

Benadruk het belang van veiligheid bij het werken met elektrische circuits en geef tips over hoe veilig te werken.
Samenvatting
De Wet van Ohm beschrijft de relatie tussen spanning, stroomsterkte en weerstand. Deze wet wordt gebruikt bij het ontwerpen van elektrische circuits en het berekenen van stroomsterkte, spanning en weerstand van componenten. Bij het werken met elektrische circuits is veiligheid van groot belang.

Slide 19 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en maak de leerlingen bewust van hun verworven kennis.
Quiz
Test je kennis over de Wet van Ohm met deze quiz!

Slide 20 - Tekstslide

Geef de leerlingen een quiz om hun kennis over de Wet van Ohm te testen. Bespreek de antwoorden en zorg dat eventuele onduidelijkheden worden opgehelderd.
Vragen
Heb je nog vragen over de Wet van Ohm? Stel ze gerust!

Slide 21 - Tekstslide

Geef de leerlingen de mogelijkheid om vragen te stellen en bespreek eventuele onduidelijkheden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.