VEI M3 2.4 Bevruchting en zwangerschap 2023

Hallo allemaal!
Fijn dat jullie er weer zijn!!

Ga lekker zitten en neem vast je laptop voor je!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal!
Fijn dat jullie er weer zijn!!

Ga lekker zitten en neem vast je laptop voor je!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 2.4 Bevruchting en zwangerschap
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen en aanwijzen in een afbeelding. Ook kun je van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen en aanwijzen in een afbeelding. Ook kun je van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.
Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en
daarbij voorbeelden noemen.
Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven.
Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van de vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.
Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen.
Je kunt de werking van enkele voorbehoedsmiddelen beschrijven en aangeven of ze betrouwbaar zijn of niet.
Je kunt ziekteverschijnselen en genezingsmogelijkheden noemen van seksueel overdraagbare aandoeningen.
Je kunt functies van seksualiteit noemen en verschillen in opvatting, normen en waarden daarover omschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen bij 2.4 Bevruchting en zwangerschap
bevruchting                          Samensmelting van de kern van de eicel en de kern van de zaadcel                
eeneiige tweeling              Ontstaat uit één eicel en één zaadcel.
embryo                                    Het klompje cellen na de innesteling.
foetus                                      Het embryo vanaf de derde maand.
innesteling                            Het klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies.
navelstreng                           Vervoert stoffen van en naar het embryo en placenta; bestaat uit weefsel van het embryo.
placenta (moederkoek)   Bestaat uit weefsels van het embryo en van de moeder; zorgt voor uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen.
twee-eiige tweeling          Ontstaat uit twee eicellen en twee zaadcellen.
vruchtvliezen                       Soort zak waarin het vruchtwater en het embryo zitten.
vruchtwater                          Beschermt tegen uitdroging, stoten en temperatuurwisseling.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wanneer zal deze vrouw vermoedelijk haar volgende menstruatie hebben?
Wanneer is deze vrouw vruchtbaar? (eisprong/ovulatie)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bevruchting
Bevruchting: als de kernen van zaadcel en eicel samensmelten

Slide 8 - Tekstslide

Zaadcel dringt eicel binnen
Overgebleven zaadcellen

Slide 9 - Tekstslide

Zwanger
Vanaf de innesteling maakt het embryo het hormoon hCG. Dit hormoon zorgt ervoor dat het gele lichaam in stand blijft. Het voorkomt ook dat er nieuwe follikels rijpen. Een deel van het hCG wordt via de nieren van de moeder uitgescheiden. Vanaf een week na de innesteling bevat de urine van een zwangere vrouw hCG. Je kunt dit aantonen met een zwangerschapstest. Als het hormoon aanwezig is, geeft de test een positief resultaat (zwanger).

Slide 10 - Tekstslide

Bevruchte eicel

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Begrippen:
Innesteling
hCG (maakt het embryo, zorgt dat het gele lichaam in stand blijft, zodat er geen nieuwe follikels rijpen)
Embryo 
Placenta (moederkoek)
Navelstreng
Vruchtwater
Vruchtvliezen


Slide 13 - Tekstslide

Navelstreng en vruchtwater 
  • Heeft twee slagaders en één ader


  • Vruchtwater beschermd het embryo tegen uitdroging en stoten

Slide 14 - Tekstslide

Navelstreng en vruchtwater
  • Navelstrengader --> zuurstof en andere voedingsstoffen
  • Navelstrengslagader --> koolstofdioxiode en andere afvalstoffen
  • Embryo: vruchtwater en vruchtvliezen
  • Na drie maanden heet het embryo foetus.

Slide 15 - Tekstslide

Tweelingen
Eeneiige tweeling
Tweeeiige tweeling

Slide 16 - Tekstslide

Nu Maken
opdracht 1 blz. 104
Klaar? Probeer dan op blz. 105 de eerste twee onderdelen van de samenvatting te maken




timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Welke stoffen heeft het embryo nodig?

Slide 18 - Open vraag

Placenta en navelstreng

Slide 19 - Tekstslide

Tweelingen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video