Grammatica woordsoorten H 4 VWO zww en hww en kww

Grammatica Woordsoorten
H 4
week 9
Chakari

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica Woordsoorten
H 4
week 9
Chakari

Slide 1 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord 
1. Staat er maar 1 werkwoord in de zin, dan noem je dat werkwoord een zww. 
2. Als er meerdere werkwoorden in de zin staat, dan staat het zww achter in de zin. Alle overige werkwoorden zijn hulpwerkwoorden. 
3. Er staat maar 1 zww in de zin.
4. Een voltooid deelwoord is altijd een zww. 

Slide 2 - Tekstslide

Hulpwerkwoord
1. Komen voor in zinnen met meer dan 1 werkwoord.
Ze helpen om het gezegde te maken.
Denk aan: hebben, zijn, worden, zullen, kunnen en mogen. 

Slide 3 - Tekstslide

Koppelwerkwoord
Als er een zin met een naamwoordelijk gezegde 1 werkwoord staat, dan is dat het kww. 
(zonder naamwoordelijk gezegde, zww)

Slide 4 - Tekstslide

Koppelwerkwoord
Een koppelwerkwoord koppelt een tijdelijke eigenschap aan het onderwerp.
( Zij is arts) 1 ww in de zin.
ng= is arts. 
is= kww

Slide 5 - Tekstslide

Als er meerdere werkwoorden in de zin staat kww achterin de zin. ANDERE werkwoorden zijn hulpwerkwoorden.
Zij kan (hww)  erg populair worden(kww)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het hww en zww? Els (wil) graag een keer (bungeejumpen).

Slide 7 - Open vraag

Wat is hww en zww?
(Had) je mijn fietssleutel niet beter in je portemonnee (kunnen) (bewaren)?

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn de hww en zww?
Voor een Elfstedentocht (moet) het echt veel harder (gaan) (vriezen)

Slide 9 - Open vraag

Wat is wordt? hww of kww?
De buurvrouw (wordt) echt wel blij.

Slide 10 - Open vraag

Wat is kww en zww?
In de nieuwe pizzeria (wordt) volgens Pieter populair.

Slide 11 - Open vraag

Wat is hww en kww?
Scouting (zal) volgens mij heel populair (kunnen) (worden).

Slide 12 - Open vraag

Huiswerk

Opdracht 1,2,3

Slide 13 - Tekstslide