Woordenschat H1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Hoe goed ken je de woorden al?

Wat betekent verwantschap?

1. vriendschap
2. op elkaar lijken
3. band
4. liefde

Wat betekent ruïneerde?

1. kwaadspreken
2. roddelde
3. vernielde
4. overheerste

Wat betekent lokale?

1. in de school
2. plaatselijke
3. over heel de wereld
4. rommelige

Wat betekent souterrain?

1. kelderverdieping
2. bovenwoning
3. souvenir
4. onzin

Wat betekent fysiek?

1. gevolg
2. onlangs
3. lichamelijk
4. vriendschappelijk

Wat betekent de uitdrukking:
van haver tot gort?

1. op geen enkel tijdstip
2. door en door
3. rommelig
4. in orde

Wat betekent de uitdrukking:
in kannen en kruiken?

1. op geen enkel tijdstip
2. wat aan versiering en luxe wordt getoond
3. rommelig
4. in orde

Wat betekent de uitdrukking:
schots en scheef?

1. op geen enkel tijdstip
2. hopeloze ellende
3. rommelig
4. in orde

Wat betekent de uitdrukking:
kommer en kwel?

1. op geen enkel tijdstip
2. hopeloze ellende
3. opgroeien tot een misdadiger
4. onzin

Wat betekent de uitdrukking:
pais en vree?

1. vrede
2. ruzie
3. eerlijk
4. zonder ruzie