Genotmiddelen

Genotmiddelen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 300 min

Onderdelen in deze les

Genotmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie van
Genotmiddelen

Slide 2 - Woordweb

Wat weet je over alcohol?

Slide 3 - Woordweb

Wat weet je over tabak (roken)?

Slide 4 - Woordweb

Wat weet je over drugs?

Slide 5 - Woordweb

Genotmiddel?
Van genotmiddelen kun je genieten, vandaar het woord genotmiddelen. 
Genotmiddelen worden door bijna iedereen gebruikt. 
Bij genotmiddelen kun je denken aan:
thee, koffie, cola, alcohol, tabak, chocolade, drugs enz.
 
Wanneer je een genotmiddel gebruikt, krijg je er een lekker gevoel van.
Voor veel mensen is het gebruik ervan een gewoonte geworden.
Ze gebruiken het zonder erbij na te denken.

Stoppen met iets waaraan je gewend bent, kan heel moeilijk zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Verslaafd: 
Je kunt niet stoppen met een genotmiddel
Lichamelijk verslaafd: 
Als je stopt met een genotmiddel krijg je lichamelijke klachten.
Dit zijn afkickverschijnselen, zoals hoofdpijn, trillen en zweten.
Je lichaam wil eigenlijk niet zonder het middel.
 
Geestelijk verslaafd.
Je denkt dat je niet zonder genotmiddel kan. Je voelt je niet prettig.
Je kunt alleen maar aan het genotmiddel denken.

Sociaal verslaafd.
Je mist het contact met de mensen met wie je een genotmiddel gebruikt.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat vind je van deze stelling?
Het is je eigen schuld als je verslaafd raakt.

Slide 9 - Open vraag

Alcohol

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Het effect van alcohol

De 5 verschillende fasen:

- Ontspannen, ontremd -> 1-3 glazen

- Aangeschoten -> 3-7 glazen

- Dronken, zat -> 7 - 15 glazen

- Laveloos -> 15 - 20 glazen

- Knock-out -> 20 - 25+ glazen


Lange termijn effecten:

Slide 12 - Tekstslide

Korte termijneffecten
1-3 glazen: je voelt je los
3-7 glazen: aangeschoten, remmingen verminderen
7-15 glazen: dronken
15-20 glazen: laveloos, zintuigen raken verdoofd
20-25+ glazen: knock-out, hartslag kan stoppen!


1 glas-> 1,5 uur afbreken


Slide 13 - Tekstslide

Lange termijneffecten
  • beschadiging organen
  • geheugenproblemen
  • verslavend
  • hartritmestoornissen
  • verzwakt hart

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat vind je van deze stelling?
Alcohol drinken hoort erbij.

Slide 16 - Open vraag

Roken

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Stoffen in een sigaret

Slide 19 - Tekstslide

Effecten op korte termijn
- Bij lichte dosis opwekkend, milde stimulatie, opgewekt. 
- Bij lichte dosis het bevorderen van de concentratie, leren. 
- Bij hogere doseringen geldt het tegendeel. Met een lichte dosis bedoelen wij 1 of 2 sigaretten per dag. 
-Ontspannen, rustig

Slide 20 - Tekstslide

Effecten op langere termijn
- Lichamelijke afhankelijkheid 
- Geestelijke afhankelijkheid 
- Het risico op schade van de lichamelijke gezondheid. 
- Verminderde of slechte lichamelijke conditie / uithoudingsvermogen.
- Hoesten en / of kortademig. 
- Stinken naar rook (van onder andere haren, kleding en huiskamer).
- Ontwenningsverschijnselen zoals gespannen-, rusteloos- en prikkelbaarheid, slapeloosheid en lichamelijke klachten zoals bijvoorbeeld buik- en hoofdpijn.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat vind je van deze stelling?
Als je wilt stoppen met roken, lukt dat je makkelijk.

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Drugs
Drugs zijn stoffen die je hersenen beïnvloeden.

Ze kunnen:
- verdoven                               (downers)
- oppeppen                              (uppers)
- je bewustzijn veranderen      (trippers)

Voorbeelden van drugs:
- Tabak en  Alcohol
- Soft- en harddrugs (hasj, wiet, cocaïne)
- Slaap- en kalmeringsmiddelen
- Cafeïne en XTC

Het kan je ontspannen en laat je dingen (een moment) vergeten.

Drugs beïnvloedt je hersenen:
Het denken, voelen en 
wat je om je heen ziet en hoort.

Slide 26 - Tekstslide

Drugs kun je verdelen in 2 groepen

Harddrugs:  Voorbeelden zijn Cocaïne, GHB, Heroïne, LSD, XTC en Amfetamine. Harddrugs zijn drugs met een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid. Ze zijn illegaal en het bezit van deze middelen is strafbaar.

 Softdrugs:  Voorbeelden zijn Hasj en Weed, tabak en Cafeïne.  Softdrugs zijn minder schadelijk voor de gezondheid dan harddrugs (dat wil niet zeggen dat ze niet schadelijk zijn). In Nederland zijn ze in beperkte mate legaal en mogen verkocht worden bij Coffeeshops.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat vind je deze stelling?
Blowen/drinken/drugs gebruiken is alleen leuk in een groep.

Slide 29 - Open vraag

Opdracht genotmiddel: Alcohol
- Waarom drinken jongeren?
- Percentage jongeren dat drinkt en hoeveel jongeren drinken. Wat drinken jongeren vooral (meisjes / jongens)?
- Kies 1 filmpje op internet over alcohol: Dit filmpje duurt max. 3 minuten, leg uit waarom je dit filmpje toont
- Alcohol: hoeveel alcohol zit er in welk drankje?
- Is het gebruik van alcohol verslavend (lichamelijk, geestelijk, sociaal)?
- Wat doet alcohol met je lichaam?  * Korte termijn   * Lange termijn
- Fasen van dronkenschap en info over comazuipen
- Alcohol en verkeer
- Wat zegt de wet over alcohol?
- Discussie in de klas. Bedenk een stelling waarover je wilt praten met de klas (3 minuten)
- Maak een poster waarmee je het drinken van jongeren wilt voorkomen
- Wist je dat .....

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht genotmiddel: Roken
- Waarom roken mensen?
- Roken er veel jongeren – ouderen en hoe was dat vroeger en nu? Wat kost een pakje?
- Kies 1 filmpje op internet over roken:  Dit filmpje duurt max. 3 minuten, leg uit waarom je dit filmpje toont
- Tabak: De geschiedenis van tabak
- Is roken verslavend (lichamelijk, geestelijk, sociaal)?
- Wat doet roken met je lichaam?   • Korte termijn   • Lange termijn
- Welke stoffen zitten er in een sigaret en wat doen ze?
- Stoppen met roken, waarom en hoe dan?
- Teksten op sigaretten pakjes, wat beïnvloeden deze?
- Wat zegt de wet over roken?
- Hoe weet je dat iemand een roker is en of deze persoon teveel rookt?
- Discussie in de klas. Bedenk een stelling waarover je wilt praten met de klas (3 minuten)
- Maak een poster waarmee je het roken van jongeren wilt voorkomen
- Wist je dat ....


Slide 31 - Tekstslide

Opdracht genotmiddel: Soft-drugs
- Wat is blowen? 
- Percentage jongeren dat blowt en hoeveel jongeren blowen.
- Hoe ziet wiet of hasj er uit? Wat is het verschil? Wat kost het? 
- Wat doet blowen met je: * Op korte termijn   • Op lange termijn 
• Kies 1 filmpje op internet over blowen : Dit filmpje duurt max. 3 minuten, leg uit waarom je dit filmpje toont 
- Is blowen verslavend (lichamelijk, geestelijk, sociaal)?
- Welke relatie is er tussen:
• ‘gewoon roken’ en blowen   ---   • blowen en criminaliteit   ---   • blowen en hard-drugs
- Wat zegt de wet over softdrugs?
- Hoe weet je dat iemand softdrugs of teveel daarvan gebruikt?
- Discussie in de klas. Bedenk een stelling waarover je wilt praten met de klas (3 minuten)
- Maak een poster waarmee je het blowen van jongeren wilt voorkomen
- Wist je dat ..... 

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht genotmiddel: Hard-drugs
- Wat is blowen? 
- Percentage jongeren dat harddrugs gebruiken. 
- Hoe ziet de drugs eruit?  Wat kost het? 
- Wat doet harddrugsmet je: * Op korte termijn   • Op lange termijn 
• Kies 1 filmpje op internet over harddrugs : Dit filmpje duurt max. 3 minuten, leg uit waarom je dit filmpje toont 
- Is het gebruik van harddrugs verslavend (lichamelijk, geestelijk, sociaal)?
- Wat zegt de wet over harddrugs?
- Hoe weet je dat iemand harddrugs of teveel daarvan gebruikt?
- Discussie in de klas. Bedenk een stelling waarover je wilt praten met de klas (3 minuten)
- Maak een poster waarmee je het gebruik van harddrugs bij jongeren wilt voorkomen
- Wist je dat ..... 

Slide 33 - Tekstslide