Theme 4 (lesson 8)

Theme 4 lesson 8
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Theme 4 lesson 8

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

At the end of this lesson you know
  • how to use the present simple
  • how to use the present continuous 
  • when to use both tenses
  • the difference between the present simple and present continuous

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Form(to be + ww + ing)
I am working
He / she / it is working
You / we / they are working


Use:
Om te vertellen over dingen die NU bezig zijn of om irritatie uit te drukken

I am working on my homework at the moment.
Look, he is running really fast!
My brother is always teasing me!
Form
I / you / we / they work
He works
She works        SHIT + S!!
It works

Use:
Om te vertellen over feiten, gewoontes en regelmatige gebeurtenissen.

I work at the supermarket every weekend
I brush my teeth twice a day.
Water boils at 100 degrees
Present Simple                                     Present Continuous

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil?
I am working at the moment.
Ik ben aan het werk op dit moment.
(= nu bezig)

I work every Monday.
Ik werk elke maandag.
(= gewoonte, niet nu aan de gang)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tijd is hier gebruikt: de present simple of de present continuous? Sleep de zinnen naar de juiste tijd. 
Present simple 
Present continuous
I sing every day. 
I am singing right now. 
Water boils at 100 *C.
He likes pizza. 
I am playing a game.
He is sleeping at the moment. 
He likes to dance.
I am dancing. 

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Look at the words below. Which ones are signal words for the Present Simple and which ones are signal words for the Present Continuous?
Present Simple
Present Continuous
Right now
Today
Never
At this moment
Often
Every week

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple or Continuous?
Look! He ___ (leave) the house.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple or Continuous?
She usually ___ (walk) to school.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple or Present Continuous?
Ronald ___ (put) food in the oven right now.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple or Present Continuous?
My dad ___ (work) in the office every day.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple or Present Continuous?
My dad ___ (not solve) a crossword puzzle every day.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dus.... de present simple gebruiken we voor....
A
dingen die op dit moment aan de gang zijn / irritaties
B
feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen
C
de toekomst
D
de verleden tijd

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En de present continuous gebruiken we voor.....
A
dingen die op dit moment aan de gang zijn / irritaties
B
feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen
C
de verleden tijd
D
dingen die in het verleden zijn begonnen en nu nog bezig zijn

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind de present simple vs de present continuous...
(redelijk) makkelijk
Mwah, ik zou nog wat meer moeten oefenen
Echt moeilijk. Ik heb meer hulp nodig.

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Gebruik dit als extra oefening of als je de present simple vs present continuous moeilijk vindt.

Slide 17 - Link

Gebruik dit als extra oefening of als je de present simple vs present continuous moeilijk vindt. 
Op deze site staan veel opdrachten over de present simple en de present continuous los van elkaar en door elkaar heen.