2.2 Politiek in Athene

§2.2 De Grieken
17-12
Blokkuur VWO 1
Welkom! Ga rustig zitten
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§2.2 De Grieken
17-12
Blokkuur VWO 1
Welkom! Ga rustig zitten

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Opening (5 min)
  • Terugblik (10 min)
  • Uitleg (10 min)
  • Werkvorm (15 min)
  • Afsluiten (5 min)   

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt een beschrijving geven van vier verschillende manieren waarop een Griekse stadstaat kon worden bestuurd.
  • Je kunt uitleggen wat het begrip politiek betekent en wat de taak van de politiek is.

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de onderdelen van de polis naar de juiste plek
Acropolis
Agora
Platteland
Haven
Stadsmuur
Stad
Tempel

Slide 5 - Sleepvraag

Politiek
  • Ons woord politiek is afgeleid van het begrip ‘polis’.
  • Politiek = De manier waarop een land of een stad besluiten neemt.
  • Bestuur 
  • Politicus



Wat betekent het begrip politiek?

Slide 6 - Tekstslide

Monarchie
Aan het begin waren de meeste poleis een monarchie
Dit betekent dat een koning de macht heeft
Zijn macht wordt geërfd door zijn kinderen
Vaak krijgt de koning hulp van een raad van ouderlingen
Beschrijf vier verschillende bestuursvormen

Slide 7 - Tekstslide

Aristocratie
  • Na een tijd willen de rijke burgers ook wat te
    zeggen hebben
  • Inspraak in ruil voor verdediging van de stadstaat
  • Deze aristoi nemen dan met elkaar de beslissingen
  • Ook zij krijgen nog advies van een raad van ouderlingen
  • Monarchie? 
Aristocratie
Aristos (ἄριστος) = beste
Kratein (κρατεῖν) = heersen
Aristocratie= de beste heersen
Beschrijf vier verschillende bestuursvormen

Slide 8 - Tekstslide

Tirannie
Soms lukt het een aristocraat om alle macht te krijgen
Vaak lukt dit met geweld
Hij wordt dan een tiran met alle macht voor zichzelf
Wat is het verschil met een monarchie? 
Beschrijf vier verschillende bestuursvormen

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat het verschil is tussen een tiran en een koning

Slide 10 - Open vraag

Democratie
  • 590 v.C. De gewone burgers willen meebeslissen
    over de polis
  • Vechten ook mee in het leger en de vloot
  • 508 v.C. Iedere mannelijke burger van 18+
    krijgt daarom stemrecht
  • Athene wordt zo een democratie
Democratie
Demos (δῆμος) = volk
Kratein (κρατεῖν) = heersen
Democratie = het volk heerst
Beschrijf vier verschillende bestuursvormen

Slide 11 - Tekstslide

Ostracisme
  • Scherven
  • Burgers konden ook worden verbannen
  • Gevaar voor de stadstaat en de politiek
  •  Burgers in de Volksvergadering stemmen
  • Alle 6.000 burgers moesten stemmen

Slide 12 - Tekstslide

Bronvraag
1) We moeten geen koning benoemen, want dat is niet goed voor Athene. Een koning hoeft zich van niemand wat aan te trekken en doet maar wat die wil. Hij houdt zich alleen aan zijn eigen regels. 

Welke bestuursvorm zien we hier?

Slide 13 - Tekstslide

Bronvraag
2) Onze staatsvorm heet ..., omdat ze in handen is van velen en niet van enkelen. In persoonlijke ruzies verzekeren onze wetten gelijk recht aan iedereen. Als het gaat om het vervullen van openbare beroepen speelt sociale klasse geen rol, maar tellen slechts de werkelijke kwaliteiten die iemand bezit. Armoede is voor niemand die de menselijke zaak kan dienen een belemmering, hoe gering zijn status ook mag zijn.


Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent politiek?
A
Het maken van wetten en regels
B
De manier waarop een land of stad een besluit neemt
C
Een stad of land zonder bestuur

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van aristocratie?
A
De macht is in handen van één persoon
B
De macht is in handen van één rijke familie
C
De macht is in handen van rijke families

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent monarchie?
A
De macht is in handen van de burgers
B
De macht is in handen van een koning
C
De macht is verdeeld onder rijke families

Slide 17 - Quizvraag

Wie nemen de politieke besluiten in een democratie?
A
Alle Atheense mannen met burgerechten ouder dan 18 jaar
B
De edelen (aristoi)
C
Atheense jongeren onder de 18 jaar met burgerechten
D
Boeren en handswerklieden

Slide 18 - Quizvraag

Wie heeft de macht bij een tirannie?
A
Een koning
B
Een onwettige alleenheerser
C
De edelen (aristoi)
D
Vrije mannen met burgerrechten

Slide 19 - Quizvraag

Werkvorm 

Wat: jullie horen van vier sprekers een verhaal over een bestuursvorm. Let op de kenmerken van de bestuursvorm. Deze heb je nodig voor het stemmen. 
Hoe: als de sprekers aan het woord zijn ben je stil en luister je. 
Hulp: steek je hand op
Tijd: 15 minuten


Slide 20 - Tekstslide

Herhalen en afsluiten
Wat hebben we deze les gedaan? 
Wat hebben we geleerd? 
Exit ticket: laatste check van de leerdoelen


Slide 21 - Tekstslide

§2.2 Politiek in Athene deel 2
17-12
Blokkuur VWO 1
Welkom! Ga rustig zitten

Slide 22 - Tekstslide

Planning
  • Opening (5 min)
  • PO bespreken (5 min)
  • Uitleg (10 min)
  • Opdracht (15 min)
  • Herhalen (5 min)
  • Afsluiten (5 min)   

Slide 23 - Tekstslide

PO Historische recensie
  • Feedback op het formulier
  • Oorzaak en gevolg 
  • Onderzoeksvragen 
  • Opmaak
  • Meer bespreken? Kan kort na de les. 

Slide 24 - Tekstslide

Terugblik
  • Politiek
  • Bestuursvormen 
  •  Voorbeeld van een bestuursvorm van nu?

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt uitleggen hoe de Atheense democratie ongeveer werkte en waardoor die anders was dan de democratie in Nederland. 

Slide 26 - Tekstslide

De Atheense democratie
  • De Volksvergadering 
  • Dagelijkse gang van zaken: 
    - Raad van 500
  • Dagelijks bestuur
    - 50 personen
    - Leiding over Athene

Slide 27 - Tekstslide

Griekse democratie vs Nederland nu
Overeenkomst:
In beide bepaalt uiteindelijk niet één persoon of een klein groepje mensen wat er moet gebeuren. Aan de politiek doen zoveel mogelijk mensen mee.



Slide 28 - Tekstslide

Griekse democratie

- De Grieken deden zelf aan het bestuur mee, naast hun gewone werk als boer of handelaar.

- Iedere maand andere regering
- Vrouwen mogen niet meedoen.
- Zelf meebeslissen in de volksvergadering.
Nederland nu

- 150 gekozen politici, dat is hun werk

 

- Iedere 4 jaar andere regering
- Vrouwen doen mee in de politiek.
- Kiezen van een regering, die vervolgens de besluiten neemt.
 

Slide 29 - Tekstslide

Wie besluit over oorlog en vrede?
A
10 generaals
B
Rechters
C
Raad van 500
D
Volksvergadering

Slide 30 - Quizvraag

Wie bereiden de wetten voor?
A
Rechters
B
Volksvergadering
C
Raad van 500
D
Dagelijkse leiding

Slide 31 - Quizvraag

Hoeveel mensen hebben de dagelijkse leiding?
A
10
B
50
C
500
D
6000

Slide 32 - Quizvraag

Wie keuren wetten goed of af?
A
Rechters
B
Volksvergadering
C
Raad van 500
D
Dagelijkse leiding

Slide 33 - Quizvraag

Hoe lang hebben de generaals de macht over het leger?
A
1 maand
B
Een half jaar
C
1 jaar
D
5 jaar

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Video

Opdracht 
  • Wat: Maak alle vragen van het opdrachtenblad. 
  • Hoe: gebruik je leertekst en de leertekst op je opdrachtblad. 
  • Hulp: overleggen met je buur mag, maar wel op fluistertoon. 
  • Tijd: 15 min
  • Uitkomst: je weet het verschil tussen de Atheense en de Nederlandse democratie en kan dit benoemen. 
  • Klaar? maak opdracht 1 t/m 12 van 2.2 in je leerwerkboek.       

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Hoe verschilt de Atheense democratie met de Nederlandse?
Atheense democratie
Nederlandse democratie
Politici hebben de politiek als beroep
De burgers mogen zelf over wetten stemmen
Vrouwen mogen niet meedoen in de politiek
Politici hebben naast politiek nog een ander beroep
Vrouwen mogen wel meedoen in de politiek
Iedere 4 jaar komt een nieuwe regering
Iedere maand komt een nieuwe regering
De burgers kiezen wie over de wetten stemmen

Slide 38 - Sleepvraag

Afsluiten
Wat hebben we deze les gedaan? 
Wat hebben we geleerd? 
Wat gaan we volgende keer doen? 
Dinsdag 7 januari: herhalingles



Slide 39 - Tekstslide