§5.1 Besluiten en besturen in Nederland

§5.1 Besluiten en besturen in Nederland
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§5.1 Besluiten en besturen in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
In deze paragraaf leer je: 
- Hoe wetten tot stand komen en worden uitgevoerd.

- Hoe de regering en het parlement samenwerken

- Hoe de tweede kamer en de regering tot stand komen.

- Waarom media belangrijk zijn in de politiek.

Slide 2 - Tekstslide

Filmpje
De Watersnoodramp (1953)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Deltawerken
Na de Watersnoodramp werden de Deltawerken gebouwd
Het plan kon niet gelijk uitgevoerd worden
Het moest eerst goedgekeurd worden door de politiek
Dat was een democratisch proces

Slide 5 - Tekstslide

Een wet uitvoeren, hoe gaat dat?
Voorbeeld: Watersnoordramp 1953.

  • Drie weken na de ramp: deltacommissie (deskundigen die een plan bedachten).
  • Kabinet (ministers en staatssecretarissen) nam deze plannen over.
  • Kabinet maakt een wetsvoorstel.
  • Tweede kamer keurt wetsvoorstel goed.
  • Eerste kamer keurt wetsvoorstel goed.
  • Koningin zet handtekening.
  • Deltaplan wordt uitgevoerd.

Slide 6 - Tekstslide

Regering, kabinet en parlement
De regering en het parlement bepalen de wetten
De regering bestuurt het land
Het kabinet stelt de wetten voor
Het parlement keurt wetten goed of af

Slide 7 - Tekstslide

Wie heeft in Nederland de uitvoerende macht?
A
De regering
B
Het parlement
C
De koning
D
De rechters

Slide 8 - Quizvraag

De regering
De regering bestaat uit de ministers en de koning
Zij besturen samen het land
Maar de macht ligt bij de ministers
De koning mag alleen advies geven
Een minister geeft politieke leiding aan zijn ministerie. Denk aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of aan het ministerie van Buitenlandse Zaken. Zij voeren de wetten uit.

Slide 9 - Tekstslide

Het kabinet
Het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen
Het kabinet maakt de meeste wetten
Ministers zitten in de regering én het kabinet en hebben dus erg veel macht
Kabinet
Regering
Staatssecretarissen
Ministers
Koning
Onderministers, zij helpen de minister. Een soort van assistentmanager.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een staatssecretaris?
A
Maakt de wetten
B
Helpt de ministers
C
Presenteert de miljoenennota

Slide 11 - Quizvraag

Het parlement
Het parlement bestaat uit de Eerste Kamer en Tweede Kamer
Het parlement keurt een wetsvoorstel goed of af
De macht ligt dus bij het parlement!
Het parlement
Eerste Kamer

75 leden
Tweede Kamer

150 leden

Slide 12 - Tekstslide

Ministeriële verantwoordelijkheid betekent dat
A
De minister is verantwoordelijk voor zichzelf
B
De minister moet verantwoording afleggen aan de koning
C
De minister moet verantwoording afleggen aan het parlement
D
De minister moet verantwoording afleggen aan de minister-president

Slide 13 - Quizvraag

Filmpje
Eerste en Tweede Kamer

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Invloed van burgers
Burgers kunnen op meerdere manieren invloed uitoefenen
Stemmen
Om 4 vier jaar kunnen burgers vanaf 18 jaar stemmen op wie er in de Tweede Kamer komen. De leden van een partij in de Tweede Kamer noemen we een fractie

Een burger kan ook proberen zichzelf te laten kiezen, dit heeft passief kiesrecht.
Demonstreren
Om de politiek te laten dan dat burgers het ergens mee oneens zijn kunnen ze gaan demonstreren
Burgerinitiatief
Burgers kunnen het parlement dwingen over een onderwerp te praten. Er moeten dan 40.000 mensen hun handtekening voor het idee zetten. Dit noemen we een burgerinitiatief.

Slide 17 - Tekstslide

Actief en passief kiesrecht
Actief kiesrecht
het recht om te mogen stemmen
Passief kiesrecht
het recht om je verkiesbaar te stellen.

Partijen maken een lijst van kandidaten. Als een partij genoeg stemmen krijgt, komen een of meer kandidaten in bijv. de Tweede Kamer. De kamerleden van een politieke partij vormen samen een fractie

Slide 18 - Tekstslide

Coalitie (regeringspartijen) en oppositie


Na verkiezingen worden het kabinet en de regering gevormd
Deze leden komen uit samenwerkende fracties (partijen)
De samenwerkende partijen vormen de coalitie
De partijen die zich tegen hen verzetten zijn de oppositie

Slide 19 - Tekstslide

Rol van de media
  • Controleren de politiek
  • Geven door wat er speelt in de samenleving.
  • Kranten, radio, televisie, internet en sociale media. 
  • Burgers kunnen de politiek beïnvloeden via de media, bijv. door demostraties en/of contacten met politici.

Slide 20 - Tekstslide

Stellingen
  • In tweetallen
  • In een word document
  • Namen
  • Zijn jullie voor of tegen? Werk je stellinginname uit 
  • 10 minuten de tijd

Slide 21 - Tekstslide

Wie heeft in Nederland de wetgevende macht?
A
De regering
B
Het parlement
C
De koning
D
De rechters

Slide 22 - Quizvraag

Begrippen uit deze les
  • Fractie
  • Oppositiepartij
  • Passief kiesrecht
  • Politicus
  •  Regeringspartij
  • Staatssecretaris

Slide 23 - Tekstslide