Present continuous

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Present continuous
When do we use it?

How do we make it?

Slide 2 - Tekstslide

PRESENT CONTINUOUS

Slide 3 - Tekstslide

Present Continuous
When
it is happening right now
How
I                         am walking
he/she/it          is walking
you/we/they   are walking
Signal words
now, at the moment, look, listen, currently
Example 
The pupils are listening to the teacher.

Slide 4 - Tekstslide

Present continuous
Waar gebruik je de present continuous voor?
A
Bij feiten, gewoontes en routines.
B
Bij iets dat nu gebeurt.

Slide 5 - Quizvraag

Present continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
hele ww + -ed
B
she/he/it krijgt -s achter het ww
C
vorm van to be (am/are/is) + hele ww + -ing

Slide 6 - Quizvraag

Present Continuous:

Welke zin staat in de Present Continuous?
A
David takes a shower at the moment.
B
David is taking a shower at the moment.
C
David has taken a shower at the moment.
D
David took a shower at the moment.

Slide 7 - Quizvraag

She __currently __ to school, now. (walk)

Slide 8 - Open vraag

I ___ for my lunch right now. (fight)

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

I ___ a book at the moment. (read)

Slide 11 - Open vraag

Present continuous:
Look! They ___ fish and chips. (eat)

Slide 12 - Open vraag

Wat is de regel van de present continuous?

_____ + ______ + _____

Slide 13 - Open vraag

Welke signaalwoorden van de present continuous ken je?

Slide 14 - Open vraag

Present continuous
Positive
Negative
Questions
Short answer
I
am cooking now.
I am not cooking now.
Am I cooking now?
Yes, I am
No, I am not.
he/she/it
She is cooking now
She is not cooking now.
Is she cooking now?
Yes, she is
No, she is not.
we/you/ they
We are cooking now.
We are not cooking now.
Are we cooking now?
Yes, we are.
No, we are not.

Slide 15 - Tekstslide

maak vragend:
__ John __ home right now? (go)

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

maak ontkennend:
She ............at the moment. (not work)

Slide 18 - Open vraag

maak ontkennend:
I ___ a book right now. (not read).

Slide 19 - Open vraag

maak vragend:
__ they __ eye to eye now?* (see)
*dit betekent: zijn ze het nu eens?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

maak ontkennend
They ___ cake. (not eat)

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide