Molecuulmassa

De binding tussen moleculen die moleculen bij elkaar houden heten:
A
atoombindingen
B
covalentebindingen
C
vanderwaalsbinding
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
Middelbare school

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De binding tussen moleculen die moleculen bij elkaar houden heten:
A
atoombindingen
B
covalentebindingen
C
vanderwaalsbinding

Slide 1 - Quizvraag

Vanderwaalsbindingen komen niet voor in de fase:
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 2 - Quizvraag

Kenmerk van een moleculaire stof is:

Slide 3 - Open vraag

Het aantal bindingen dat een atoomsoort aan kan gaan noemen we:
A
Covalente binding
B
Atoombinding
C
Vanderwaalsbinding
D
Covalentie

Slide 4 - Quizvraag

Doelen
Aan het einde van de paragraaf kun je:
  • Atoommassa's en molecuulmassa's berekenen
  • Kg (& g) omrekenen in u en andersom
  • Uitleggen wat mol is
  • Rekenen met mol naar aantal deeltjes en andersom
  • Rekenen met de molaire massa

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de atoommassa van goud?

Slide 6 - Open vraag

Atomaire massa-eenheid
  • Protonen + neutronen geven het massagetal van een atoom.
  • Deze is gelijk aan de massa in u.
  • 1 u = 1,66 x 10 - 27 kg
  • Dus als een atoom een massa van 235 u heeft is dat 235 x 1,66 x 10 -27 kg.
  • Molecuulmassa zijn de massa's van alle atomen bij elkaar opgeteld.

Slide 7 - Tekstslide

Bereken de massa in u van fluor

Slide 8 - Open vraag

Bereken de (molecuul)massa van ammoniak in u.

Slide 9 - Open vraag

Aantal deeltjes
  • Bij een chemische reactie reageren deeltjes altijd in een vaste (massa) verhouding met elkaar.
  • Dat betekent dat het heel moeilijk (zo niet onmogelijk) wordt om exact het aantal moleculen af te wegen.
  • Hiervoor gebruiken we een nieuwe eenheid; chemische hoeveelheid

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel is een paar?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel is een dozijn?
A
11
B
12
C
13
D
14

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel is een gros?

Slide 13 - Open vraag

Chemische hoeveelheid
  • Chemische hoeveelheid n geven we weer in mol
  • 1 mol = 6,022 x 10 23 (deeltjes)
  • Dus als ik 1 mol olifanten heb, heb ik 602200000000000000000000 olifanten
  • 6,022 x 10 23 is het getal van Avogadro NA
  • Dus als je 2 mol hebt heb je 2 x 6,022 x 10 23

Slide 14 - Tekstslide

Aantekening

Slide 15 - Tekstslide

mol en Molaire massa
  • Molaire massa is de massa van 1 mol stof.
  • Dat is voor elke stof anders.
  • Rekenvoorbeeld--> Bereken hoeveel gram 1 atoom He weegt. 
  • 1 He atoom weegt 4,003 u                        1 u = 1,66 x 10-24 g
    dus 1,66 x 10-24 x 4,003 = 6,647 x 10-24 gram.
  • Nu heb je niet 1 atoom maar 1 mol (dus 6,022x1023 atomen)
    dus 6,647x10-24 x 6,022 x 1023 = 4,003 gram.
  • De molaire massa (hoeveel gram er in 1 mol zit) is dus gelijk aan het aantal u van de stof.

Slide 16 - Tekstslide

Aantekening

Slide 17 - Tekstslide

Rekenen met mol
  1. Wat weet je al? (hoeveel mol, stof, grammen)
  2. Wat wil je weten?
  3. Hoe bereken je het? Pak zo nodig het schema erbij.

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld opgave
Je hebt 35 gram magnesiumoxide (MgO). Hoeveel mol is dat?
  1.  Gegevens: 35 gram, MgO --> molaire massa van berekenen.
  2. Mg = 24,305 u en O= 15,99 u. Bij elkaar = 40,295 u
    u= g/mol dus MgO = 40,295 g/mol.
  3. Wat wil je weten? hoeveel mol dat is.
  4. Berekening: gram : molaire massa = mol
    35 : 40,295 = 0,87 mol.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld opgave
Je hebt 3,2 mol methaan. Hoeveel gram is dat?
  1.  Gegevens: 3,2 mol methaan --> molaire massa van berekenen.
  2. C = 12,01 u en H= 1,008 u. (x4) Bij elkaar = 16,042  u
    u= g/mol dus CH4 = 16,042 g/mol.
  3. Wat wil je weten? hoeveel gram dat is.
  4. Berekening: mol x molaire massa = gram
    3,2 x 16,042 = 51,334 gram.

Slide 20 - Tekstslide

Bereken hoeveel mol is 62 gram chloor?

Slide 21 - Open vraag

Hoeveel deeltjes zitten er in 1 mol?

Slide 22 - Open vraag