herhaling 1

Bekijk de powerpoint 'herhaling 1'
Schrijf hier een specifieke vraag die je hebt.
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bekijk de powerpoint 'herhaling 1'
Schrijf hier een specifieke vraag die je hebt.

Slide 1 - Woordweb

Examentraining
Er volgen nu 2 examenopgaven.
De eerste gaat over tsunami's, de tweede over vulkanisme.

Let bij het nakijken vooral op het juist en volledig formuleren van de antwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

In 2004 veroorzaakte een aardbeving bij Indonesië een tsunami waarbij
150.000 doden vielen. In 2010 veroorzaakte een aardbeving in Chili een tsunami.

Gebruik bron 1 en de platentektoniekkaarten van Zuid-Amerika en
Zuidoost-Azië in de atlas.
1. Noteer 2 fysisch-geografische overeenkomsten tussen het ontstaan van de
aardbevingen in Chili en Indonesië. (2p)

Slide 3 - Open vraag

Er ontstaat niet bij elke aardbeving een tsunami.

2. Aan welke voorwaarde moet voldaan zijn wil er een tsunami ontstaan?
Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten. (2p)

Slide 4 - Open vraag

Vergelijk de kaart van bron 2 met de kaart
Zuid-Amerika Natuurkundig (in de atlas).

3. Welke plek in Zuid-Amerika zal - afgezien van de kuststrook van Chili -
ernstig zijn getroffen door de tsunami van 2010? (1p)

Slide 5 - Open vraag

4. Beredeneer waarom op de plaats uit vraag 3 een aantal doden is gevallen, terwijl dit niet het geval was in Nieuw-Zeeland.
Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten (2p).

Slide 6 - Open vraag

5. noteer twee sociaalgeografische factoren die hebben geleid tot het (relatief) geringe aantal slachtoffers bij de aardbeving bij Chili in vergelijking met Indonesië.

Slide 7 - Open vraag

opgave 2: vulkanen

Slide 8 - Tekstslide

Gebruik de atlas.

Vergelijk de subductiezone van de Australische plaat met die van de Nazcaplaat.
6. Welk verschil kun je bij deze subductiezone herkennen in de spreiding van de vulkanen op de Indonesische eilanden en de spreiding van de vulkanen in de Andes? (1p)

(spreiding = de verdeling van de vulkanen over de gebieden: waar liggen ze wel en waar niet).

Slide 9 - Open vraag

7. Geef een verklaring voor dit afwijkende patroon in de Andes.
Je antwoord moet een oorzaak-gevolg relatie bevatten.

Slide 10 - Open vraag

Gebruik bron 3 en 4. De Cotopaxi en andere vulkanen in Ecuador
hebben kale hellingen. De Merapi en andere vulkanen op
Sumatra (Indonesië) zijn bedekt met dichte vegetatie.

8. Verklaar het verschil in vegetatie tussen beide landen (2p)

Slide 11 - Open vraag

De vulkanen in de Andes zijn minder explosief van die op Sumatra.

9. Beredeneer in drie stappen waardoor dit komt.

Slide 12 - Open vraag

Tip voor het leren
Aan het einde van elk hoofstuk staat een leeroverzicht (voor de begrippenlijst). Daar staat precies uitgewerkt wat je moet kennen en kunnen.

Ga dus niet vooraan in het boek beginnen met lezen maar begin juist aan het eind van een hoofdstuk met het bekijken van het leeroverzicht.

Hak je leerwerk in stukjes.
Kies telkens een leerdoel uit het leeroverzicht en zoek de kennis daarover op. Schrijf je uitleg van het leerdoel uit als soort samenvatting.  Vergeet niet de uitleg powerpoint over dat gedeelte ook door te nemen. Daar is al geselecteerd wat echt belangrijk is.

Zo behaal je steeds een succes, wat een goed gevoel geeft. 
Ook leer je geconcentreerder en onthoud je meer in kortere tijd.


voorbeeld deel leeroverzicht H1

Slide 13 - Tekstslide