H2 S4 sociale ladder

5.3 een gouden leven
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

5.3 een gouden leven

Slide 1 - Tekstslide

Noem 2 oorzaken van de bloei van schilderkunst en 2 bekende schilders.

Slide 2 - Open vraag

Welke invloed had de wetenschapper Descartes?

Slide 3 - Open vraag

H2: Ik kan een beeld vormen van het dagelijks leven in de Republiek, door:
S1: Ik kan twee oorzaken benoemen waardoor de schilderkunst een bloei doormaakte en 2 bekende schilders noemen. (r)
S2: Ik kan uitleggen waarom de Republiek als tolerant land werd gezien. (r)
S3: Ik kan 2 grote denkers en hun invloed benoemen uit de wetenschappelijke revolutie. (r)
S4: Ik kan via bronnen de sociale ladder tijdens de Gouden Eeuw laten zien. (t) 

Slide 4 - Tekstslide

H2: Ik kan een beeld vormen van het dagelijks leven in de Republiek, door:
De naam Gouden Eeuw is een beetje misleidend. Door deze naam lijkt het wel alsof iedereen in deze periode rijk was. Maar dat is niet zo. De samenleving had verschillende sociale lagen die niet allemaal even rijk waren.
Bovenaan stonden de regenten die bestuursfuncties hadden. Vlak hieronder kwamen de rijke kooplieden. Kundige ambachtslieden kwamen op de sociale ladder onder de kooplieden. Deze ambachtslieden hadden ook veel werk door het gunstige economisch klimaat in de Republiek. Vanwege de culturele bloei stegen schilders en wetenschappers ook op de maatschappelijke ladder. Op de een na onderste trede stonden de gewone burgers en dagloners, mensen die elke dag hard moesten werken voor voedsel en onderdak.
De naam Gouden Eeuw is een beetje misleidend. Door deze naam lijkt het wel alsof iedereen in deze periode rijk was. Maar dat is niet zo. De samenleving had verschillende sociale lagen die niet allemaal even rijk waren.
Bovenaan stonden de regenten die bestuursfuncties hadden. Vlak hieronder kwamen de rijke kooplieden. Kundige ambachtslieden kwamen op de sociale ladder onder de kooplieden. Deze ambachtslieden hadden ook veel werk door het gunstige economisch klimaat in de Republiek. Vanwege de culturele bloei stegen schilders en wetenschappers ook op de maatschappelijke ladder. Op de een na onderste trede stonden de gewone burgers en dagloners, mensen die elke dag hard moesten werken voor voedsel en onderdak.

Slide 5 - Tekstslide

Echt arme mensen waren niet gewenst in de stad. De armen 'woonden' buiten de stadsmuren of werden in de steden van de Republiek opgesloten in een armen- of aalmoezeniershuis of in een tuchthuis. Wie gebruik mocht maken van stedelijke of kerkelijke armenzorg had geluk. Niet iedereen kwam in aanmerking voor armenzorg. Wie zelf geen schuld had aan arm zijn, omdat bijvoorbeeld je man was gestorven, mocht hopen op het ontvangen van een aalmoes. Als je er echter wel zelf schuld had aan je armoede, bijvoorbeeld omdat je een misdaad had begaan, hoefde je geen enkele hoop op bijstand te hebben. Het was voor de autoriteiten soms lastig om een eerlijke beoordeling te geven. Veel mensen hielden de autoriteiten voor de gek en deden alles wat in hun mogelijkheden lag om uit de armoede te komen.

Slide 6 - Tekstslide

S4: Ik kan via bronnen de sociale ladder tijdens de Gouden Eeuw laten zien. (t) 
Lees zelf nogmaals de tekst van de methode 5.3.3
Schrijf de verschillende sociale lagen van de Gouden Eeuw op.
1) regenten met bestuursfuncties
2)
3)
4)
5)

Print afbeeldingen uit die passen bij de 4 sociale lagen en plak die in je aantekeningen schrift.

Klaar? Opdrachten 5.3 afronden.

Slide 7 - Tekstslide

Verder:
Hoofdstuk 5
Paragraaf 3: een Gouden leven 

Slide 8 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video-item/rene-descartes-1596-1650-ik-denk-dus-ik-ben

Slide 9 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video-item/clipphanger-wie-was-spinoza

Slide 10 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video-item/clipphanger-wie-was-spinoza
Ook uit de Republiek zelf kwamen grote denkers. Zo schreef de in Delft geboren Hugo de Groot onder meer over het internationaal recht. En vond de Haagse Christiaan Huygens een slingeruurwerk uit. Antoni van Leeuwenhoek zag als eerste bacteriën onder zijn zelfgemaakte microscoop. Al deze en dergelijke doorbraken samen vormden het begin van de wetenschappelijke revolutie. Er werd in deze periode in Europa veel ontdekkingen gedaan door zelf te experimenteren en te observeren.

Slide 11 - Tekstslide

S3: Ik kan 2 grote denkers en hun invloed benoemen uit de wetenschappelijke revolutie. (r)
Descartes:



Spinoza:

Slide 12 - Tekstslide

Om met hun rijkdom te pronken kochten koopmannen, stadsbestuurders en regenten dure kleding en lieten zij hun dure grachtenpand met de mooiste en duurste meubels inrichten. Heel populair was een portret aan de muur van jezelf of je familie. Zo'n portret werd door een kunstschilder in opdracht gemaakt: een tijdrovende en dure klus. Ook de gewone handelaar of ambachtsman kon een schilderij aanschaffen. In de ateliers van de schilders stonden goedkopere zeegezichten, stillevens, landschappen of scènes uit het dagelijks leven te koop. Dit aanbod vond je nergens anders in Europa, waar kunst alleen voor de allerrijkste mensen was. Er waren in deze periode veel bekende schilders. De bekendste van deze is waarschijnlijk Rembrandt van Rijn. Andere beroemde schilders uit deze periode zijn bijvoorbeeld Jan Steen en Johannes Vermeer.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

H2: Ik kan een beeld vormen van het dagelijks leven in de Republiek, door:
S1: Ik kan twee oorzaken benoemen waardoor de schilderkunst een bloei doormaakte en 2 bekende schilders noemen. (r)

1) Rijke koopmannen en handelaren konden luxe producten kopen en wilden hun huizen versieren. Daarbij was een portret van jezelf of familie erg populair. Een kunstschilder kon dit maken. In ateliers stonden ook schilderijen die de 'gewone' arbeider of handelaar kon kopen.

2) Alleen in Nederland was zo'n groot aanbod aan schilderijen, waardoor dit beter betaalbaar was dan in andere landen. Door het hoge aanbod daalde de prijs waardoor de schilderkunst kon opbloeien.
 

Slide 16 - Tekstslide

H2: Ik kan een beeld vormen van het dagelijks leven in de Republiek, door:
S1: Ik kan twee oorzaken benoemen waardoor de schilderkunst een bloei doormaakte en 2 bekende schilders noemen. (r)

1) Rijke koopmannen en handelaren konden luxe producten kopen en wilden hun huizen versieren. Daarbij was een portret van jezelf of familie erg populair. Een kunstschilder kon dit maken. In ateliers stonden ook schilderijen die de 'gewone' arbeider of handelaar kon kopen.

2) Alleen in Nederland was zo'n groot aanbod aan schilderijen, waardoor dit beter betaalbaar was dan in andere landen. Door het hoge aanbod daalde de prijs waardoor de schilderkunst kon opbloeien.
 

Slide 17 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video-item/topstukken-van-het-rijksmuseum-de-nachtwacht-van-rembrandt-van-rijn

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

S1: Ik kan twee oorzaken benoemen waardoor de schilderkunst een bloei doormaakte en 2 bekende schilders noemen. (r)
Rembrandt van Rijn: Nachtwacht.
Bekend om zijn licht-donker contrasten.




                                                                                                    Johannes Vermeer: bekend om huiselijke 
                                                                                                     schilderijen en spelen met licht. 

Slide 20 - Tekstslide

De handel zorgde niet alleen voor welvaart, maar ook voor meer contact met het buitenland. Iedereen wist waar de Republiek lag. Ook kwamen er veel mensen naar de Republiek om te werken. De handel bracht namelijk veel werkgelegenheid met zich mee. Daarnaast was de Republiek een tolerant land, iets dat veel mensen van buiten aantrok. Je mocht in de Republiek denken, zeggen en schrijven wat je wilde, zolang het maar niet gevaarlijk voor de staat was. Vooral op het gebied van geloof was deze tolerantie in Europa bijzonder. In de omliggende landen bestond deze religieuze tolerantie namelijk amper of niet.

Slide 21 - Tekstslide

Uit heel Europa trokken mensen naar de Republiek om een zekere veiligheid te vinden. Een van deze vluchtelingen was de vader van Baruch Spinoza. Baruch Spinoza ontwikkelde zich tot een groot wetenschapper en denker. Hij hield zich bezig met de rol van godsdienst en van God in de wereld. Zijn boeken over God konden alleen in een tolerant klimaat zoals in de Republiek gepubliceerd worden. In de rest van Europa bleven zijn boeken tweehonderd jaar lang verboden. Nog een voorbeeld van een persoon die van de vrijheid en tolerantie in de Republiek genoot, was de Franse filosoof René Descartes.

Slide 22 - Tekstslide

S2: Ik kan uitleggen waarom de Republiek als tolerant land werd gezien. (r)

Slide 23 - Tekstslide