Snel en Effectief Woordenschatonderwijs met het Viertaktmodel

Snel en Effectief Woordenschatonderwijs met het Viertaktmodel
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Snel en Effectief Woordenschatonderwijs met het Viertaktmodel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat het viertaktmodel is en waarom het effectief is voor woordenschatonderwijs.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen en leg uit dat ze aan het einde van de les een korte quiz zullen doen om te zien of ze de leerdoelen hebben begrepen.
Wat weet jij al over woordenschatonderwijs?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Viertaktmodel van Verhallen en Verhallen
Het viertaktmodel bestaat uit vier fasen: voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren.

Slide 4 - Tekstslide

Leg de vier fasen van het viertaktmodel uit en geef voorbeelden.
Fase 1: Voorbewerken
In deze fase introduceer je het nieuwe woord door middel van context en voorkennis.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf hoe je voorbewerken in de klas kunt toepassen en geef voorbeelden.
Fase 2: Semantiseren
In deze fase geef je uitleg over de betekenis en gebruik je visuele hulpmiddelen om het begrip te versterken.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit hoe je semantiseren in de klas kunt toepassen en geef voorbeelden.
Fase 3: Consolideren
In deze fase oefen je het gebruik van het woord in verschillende contexten en link je het aan eerder geleerde woorden.

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf hoe je consolideren in de klas kunt toepassen en geef voorbeelden.
Fase 4: Controleren
In deze fase controleer je of de leerlingen de nieuwe woorden begrijpen door middel van bijvoorbeeld een quiz.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe je controleren in de klas kunt toepassen en geef voorbeelden.
Vier elementen van effectief woordenschatonderwijs
De vier elementen zijn: rijke leeromgeving, effectieve instructie, directe woordenschatinstructie en differentiatie.

Slide 9 - Tekstslide

Leg de vier elementen uit en geef voorbeelden.
Rijke leeromgeving
Creëer een omgeving waarin leerlingen blootgesteld worden aan veel verschillende woorden en waarin ze gestimuleerd worden om zelf nieuwe woorden te ontdekken.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe je een rijke leeromgeving kunt creëren en geef voorbeelden.
Effectieve instructie
Geef duidelijke en gestructureerde instructie die aansluit bij de behoeften van de leerlingen.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit hoe je effectieve instructie kunt geven en geef voorbeelden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.