Schrijven H5 B2h 17 mei

Goedemorgen
Doe meteen bij de start van de les de camera aan. 


Log alvast in bij LessonUP

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen
Doe meteen bij de start van de les de camera aan. 


Log alvast in bij LessonUP

Slide 1 - Tekstslide

De snoepkous ... vorige jaar al zijn geld aan zoetigheid.
A
bestede
B
besteedde

Slide 2 - Quizvraag

Frits ... van de koorts.
A
klappertandt
B
klappertant
C
klappertand

Slide 3 - Quizvraag

Hij ... later acteur worden.
A
wil
B
wilt
C
wild
D
wildt

Slide 4 - Quizvraag

Mijn broer studeert in Amerika en ... vaak met ons.
A
Skyped
B
skypet
C
Skypet
D
skyped

Slide 5 - Quizvraag

Planning

Huiswerk bespreken
Bouwplan beoordeling
Aspecten per alinea

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk

Opdracht 1 (blz. 139)

Slide 7 - Tekstslide

Recensie
  • Een tekst met een beoordeling over een boek, film, toneelstuk etc.
  • Doel: de lezer helpen om te besluiten of hij iets wil kijken of lezen.
  • Subjectief
  • Duidelijke mening met onderbouwing (argumenten)

Slide 8 - Tekstslide

Opbouw recensie
  • Gegevens van het boek: titel, auteur 
  • Indruk van de inhoud van het boek: hoofdpersoon en zijn probleem, tijdsperiode, situatie waarbinnen het verhaal zich afspeelt
    (= samenvatting)
  • Plus- en minpunten: inhoud van het verhaal, perspectief, ontwikkeling van de hoofdpersoon, afloop, originaliteit (= mening)
  • Eindoordeel: wat vond je van het boek? (= conclusie/slot)

Slide 9 - Tekstslide

Welk boek beslist lezen?

Slide 10 - Tekstslide

bouwplan

Hoe is een beoordeling opgebouwd?

Slide 11 - Tekstslide

Zelf een beoordeling schrijven
  • Inleiding
    belangrijke informatie zoals titel, schrijver
    => Wat is interessant voor deze lezer? Wie is de lezer? 


Schrijven H6 -> Publiekgericht schrijven

Slide 12 - Tekstslide

Zelf een beoordeling schrijven
  • Inleiding
    belangrijke informatie zoals titel, schrijver
    => Wat is interessant voor deze lezer? Wie is de lezer? 
  • Middenstuk
    - korte samenvatting (hoofdlijnen)         
    - meningen met argumenten en voorbeelden uit het boek
=> voor elk deelonderwerp/aspect een nieuwe alinea
=> maak je tekst levendig/voorbeelden
=> gebruik citaten (typerende stukjes uit het boek)
  • Slot - nog eens kort je conclusie weergeven

Slide 13 - Tekstslide

Publiek: onbekende leeftijdsgenoot
Waar let je op?

Slide 14 - Woordweb

Zelf een beoordeling schrijven
  • Inleiding
    belangrijke informatie zoals titel, schrijver
    => Wat is interessant voor deze lezer? Wie is de lezer? 
  • Middenstuk
    - korte samenvatting (hoofdlijnen)         
    - meningen met argumenten en voorbeelden uit het boek
=> voor elk deelonderwerp/aspect een nieuwe alinea
=> maak je tekst levendig/voorbeelden
=> gebruik citaten (typerende stukjes uit het boek)
  • Slot - nog eens kort je conclusie weergeven

Slide 15 - Tekstslide

bouwplan
tekstdeel
alinea
deelonderwerp
steekwoorden
inleiding
titel/auteur
hoofdgedachte
middenstuk
2
korte samenvatting
3
aspect 1
4
aspect 2
5
aspect 3
slot
6
eindoordeel

Slide 16 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Stel: je schrijft een beoordeling over een film die je hebt gezien.

Maak een bouwplan voor die beoordeling. 
Gebruik het schema.
Vul zoveel mogelijk beoordelingswoorden in. 
Schrijf de inleiding van je beoordeling. 
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Waarover wil jij schrijven
in je beoordeling over je boek?

Slide 18 - Woordweb

Beoordelingwoorden
Om een oordeel te geven over je boek, moet je daar beoordelingswoorden aan geven. 
Dus wat je van iets vindt.

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf zoveel mogelijk
beoordelingswoorden op.

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Beoordelingswoorden

Slide 23 - Tekstslide

beoordeling als brief

Hoe begin je een brief?
Hoe sluit je een brief af?
inleiding/middenstuk/slot 

Slide 24 - Tekstslide

Vertel in je eigen woorden je mening over het boek

Slide 25 - Tekstslide

Iedereen moet verplicht gaan sporten.
eens
oneens

Slide 26 - Poll

Stelling: iedereen moet verplicht gaan sporten. 
1. Wat is nu eigenlijk het probleem?
2. Noteer een argument voor en tegen de stelling. 
3. Bedenk bij je argument een uitleg en een voorbeeld. 

Slide 27 - Tekstslide

Het moet verboden worden tijdens een pandemie een huisdier aan te schaffen.
eens
oneens

Slide 28 - Poll

Stelling: het moet verboden worden tijdens een pandemie een huisdier aan te schaffen.
1. Wat is nu eigenlijk het probleem?
2. Noteer een argument voor en tegen de stelling. 
3. Bedenk bij je argument een uitleg en een voorbeeld. 

Slide 29 - Tekstslide

Iedereen moet verplicht 3x per week vegetarisch eten.
eens
oneens

Slide 30 - Poll