§ 8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?

H8 Ontwikkelingslanden
§ 8.2 Wat is een ontwikkelingsland?
§ 8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H8 Ontwikkelingslanden
§ 8.2 Wat is een ontwikkelingsland?
§ 8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
In deze les leer je:
  • welke kenmerken ontwikkelingslanden hebben
  • waarom de waarde van de productie in een ontwikkelingsland vaak laag is
  • wat de oorzaken van onderontwikkeling zijn
  • wat de ruilvoet is en waardoor die verander

Slide 2 - Tekstslide

Monocultuur
Monocultuur = (export)inkomsten zijn sterk afhankelijk van slechts één of enkele producten.
  • Veel ontwikkelingslanden hebben een monocultuur.
  • Vaak zijn ze afhankelijk van landbouwproducten zoals katoen, rijst, koffie- en cacaobonen.

Risico’s:
  • Prijsdaling op de wereldmarkt
  • Misoogst
    --> groot deel van de inkomsten vallen weg.


Slide 3 - Tekstslide

Oorzaken economische achterstand
De economische achterstand van ontwikkelingslanden op rijke, ontwikkelde landen, heeft verschillende oorzaken:
  • gebrek aan goed onderwijs
  • minder technische kennis
  • slechte infrastructuur
  • snellere bevolkingsgroei dan economische groei
  • vaak hoge schulden
  • protectiemaatregelen van rijke westerse landen tegen ontwikkelingslanden 
  • vaak natuurrampen en conflicten zoals burgeroorlogen
  • corrupte regeringen en dictators

Slide 4 - Tekstslide

Ruilvoet
De ruilvoet = de verhouding tussen
de prijs van exportproducten
en de prijs van importproducten.
Voorbeeld: Nederland (fiets) Bangladesh (rijst).

De ruilvoet van Nederland is verbeterd: voor één fiets krijgen ze in 2017 meer rijst dan in 2014.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
In deze les leer je:
  • waarom noodhulp soms noodzakelijk is
  • welke hulp er nodig is voor economische groei in een ontwikkelingsland
  • welke mogelijkheden ontwikkelingslanden hebben om geld te lenen
  • hoe ontwikkelingslanden meer zekerheid krijgen over de exportinkomsten

Slide 6 - Tekstslide

Noodhulp
Noodhulp = hulp bij natuurrampen of oorlogen door het leveren van bijvoorbeeld: 
  • voedsel
  • medicijnen
  • dekens
  • tenten.
Noodhulp geven is soms lastig door:
  • conflicten tussen bevolkingsgroepen
  • gebrek aan een goede infrastructuur.
 



Slide 7 - Tekstslide

Hulp voor economische groei
Met ontwikkelingssamenwerking proberen rijke landen samen met ontwikkelingslanden de welvaart daar blijvend te vergroten.

Structurele hulp is gericht op het economisch zelfstandig worden van een ontwikkelingsland. Dit kan met:
  • Gebonden hulp: aan de hulp zijn voorwaarden verbonden.
  • Ongebonden hulp: het ontvangende land mag zelf bepalen waaraan het het geld besteedt.

Slide 8 - Tekstslide

Geld lenen 
In de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) werken werken veel landen wereldwijd samen.
Deze instellingen kunnen een ontwikkelingsland helpen met leningen tegen gunstige voorwaarden:
  • lage rente
  • langere aflossingsperiode.
Hulporganisaties en particuliere banken kunnen aan inwoners microkedieten verstrekken:
kleine leningen om een bedrijf te starten.
  • vaak een hoge rente,
  • want hoog risico voor de uitlener.


Slide 9 - Tekstslide

Zekerheid over exportinkomsten
Ontwikkelingslanden zijn afhankelijk van de export van landbouwproducten.

Om zeker te zijn van exportinkomsten kunnen ze met hun afnemers een grondstoffenovereenkomst afsluiten.
Doel: de prijzen stabiel houden.
Dat kan door het aanleggen van buffervoorraden:
  • overschotten opslaan (zodat het aanbod niet te groot wordt),
  • bij tekorten: (deel van) de buffervoorraad verkopen.
Inkomsten kunnen ook verbeteren door:
  • minimumprijzen voor een grondstof
  • afspraken over vrijhandel (vrij exporteren).


Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk!
1. Theorie van paragraaf 8.2 en 8.3 lezen
2. opdrachten van 8.2 en 8.3 maken in je boek en schrift

Slide 11 - Tekstslide