Code + deel 2 H4 taak 4

Code + deel 2 H4 taak 4
HF 4 taak 4
Relaties
Quiz 
Woordenschat
Lezen
Grammatica (omdat, als ,toen)
Spreken



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISKBeroepsopleidingWO

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 130 min

Onderdelen in deze les

Code + deel 2 H4 taak 4
HF 4 taak 4
Relaties
Quiz 
Woordenschat
Lezen
Grammatica (omdat, als ,toen)
Spreken



Slide 1 - Tekstslide

Wat is dat?
A
de regen
B
de sneeuw
C
de hagel

Slide 2 - Quizvraag

Ik ben druk met mijn werk
A
ik ben blij met mijn werk
B
ik ben bezig met mijn werk
C
ik ben tevreden met mijn werk

Slide 3 - Quizvraag

Write the opposite of ''weak''

Slide 4 - Open vraag

Write the word''tired'' in dutch

Slide 5 - Open vraag

Write the verb'' to meet '' in dutch

Slide 6 - Open vraag

deze persoon is....
A
gemeen
B
aardig
C
stom

Slide 7 - Quizvraag

de moeder van mijn moeder is mijn..............
A
schoonmoeder
B
moeder
C
oma
D
schoonzus

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zeg je '' together'' in het Nederlands?
A
sammen
B
samen
C
vroeger

Slide 9 - Quizvraag

Relaties/ karaktereigenschappen

Slide 10 - Woordweb

Woordenschat
aantrekkelijk : ik heb een jonge aantrekkelijke vrouw ontmoet.
alleenstaand : iemand die geen partner heeft en alleen woont.
belangstelling :er is veel belangstelling voor dit product
eerlijk : een eerlijk antwoord
genieten : ik ga van mijn vakantie genieten
huidskleur : ze heeft blauwe ogen en een lichte huidskleur



Slide 11 - Tekstslide

Lezen : blz. 89 & 90 opdrach 4 & 5
lees de teksten en vul de woorden dir bij karakter ,uiterlijk en interesse horen.

Woordenschat : extra woordenschat & opdracht + spreekopdracht

Grammatica : spreekopdrachten / omdat /als

Uitvoeren :  opdracht 7 &9 




Slide 12 - Tekstslide

de humor : hij heeft geen gevoel voor humor
iemand : is iemand thuis?
inmiddels : inmiddels zijn we tien jaar verder
de interesse : hij heeft interesse voor vreemde culturen
het kakarter :  een goed /slecht karakter
lief : lief karakter / aardig 
liefde : liefde op het eerste gezicht
omgeving :in de omgeving van Amsterdam
ken jij iemand in je (naaste) omgeving die meer dan twee kinderen heeft?

Slide 13 - Tekstslide

de persoon 
de relatie : ze hebben een goede relatie
scheiden : niet meer getrouwd zijn
serieus 
slank  :niet dik
spontaan
sterven : overlijden / niet meer leven
trouw : loyaal
toen : toen ik student was, woonde ik in Amsterdam
vast : vast contract 

Slide 14 - Tekstslide

verantwoordelijk : ik ben verantwoordelijk voor deze afdeling
verlegen : timide
verwennen : ze heeft haar kinderen altijd te veel verwend
verzorgd : verzorgd uiterlijk
vorig : vorig jaar /vorige week
vrijgezel : single
wandelen : ik ga in het park wandelen


Slide 15 - Tekstslide