16/3 Dementie

1 / 25
volgende
Slide 1: Video
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Planning

Filmpje

Boeken..?
Theorie doorgelezen..?

Theorie/Opdrachtjes en filmpjes tussendoor
Evalueren 



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:

Weten jullie wat dementie is.
Kunnen jullie de symptomen van dementie benoemen. 
Kennen jullie de drie meest voorkomende ziekten van dementie.
Kunnen jullie de verschillen tussen de drie ziekten uitleggen.
Kennen jullie de vier dementie stadia. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dementie

De achteruitgang van het denkvermogen en verandering van het gedrag 

Een combinatie van symptomen:

Hersenen kunnen informatie niet goed verwerken
Meest voorkomende vorm van Dementie:
Ziekte van Alzheimer
Vasculaire Dementie
Fronto-temporale Dementie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De gevolgen van het ouder worden zijn ook merkbaar in het functioneren van de hersenen.

Tot 25ste = ontwikkeling / vanaf 35ste = vermindering

Achteruitgang van cognitieve taken: .. 



Slide 5 - Tekstslide

Complexe cognitieve taken: 
iets nieuws leren; snel nieuwe informatie verwerken. 
Dementie
De hersenen zijn niet meer in staat om informatie goed te verwerken. 
1 op de 5 
Boven de 90 jaar = 40% een vorm van dementie 
'' 270.000 Nederlanders hebben dementie. Aangezien de leeftijd de belangrijkste risicofactor is voor dementie, zorgt de vergrijzing van de bevolking ervoor dat het aantal mensen met dementie sterk toeneemt.'' 
 
Progressief
Het maakt uit welke hersenziekte de dementie veroorzaakt.  
- Ander ziekteproces

Slide 6 - Tekstslide

Galantamine
Rivastigmine
= Remmen het enzym dat Acetylcholine afbreekt.

Memantine
= bevordert de overdracht van signalen in de hersenen.

Slide 7 - Tekstslide

Geheugenstoornissen
- Nieuwe informatie niet meer opnemen.
- Opgeslagen informatie moeilijk ophalen

Cognitieve stoornissen
- Afasie/ Taalstoornis
- Apraxie/ Verminderd vermogen van het uitvoeren van motorische handelingen
- Agnosie/ onvermogen om objecten te herkennen

Specifieke gedragingen;

Gedrag en stemmingen die kunnen voorkomen bij zorgvragers met dementie
Persevereren                                                                            
Het herhalen of doorgaan met een handeling, bv een liedje wat niet  meer uit je hoofd wilt, steeds terugkerend gespreksonderwerp, (fronto-temporale dementie)                                                                                                
https://www.hersenletsel-uitleg.nl/gevolgen/niet-zichtbare-gevolgen/emoties-gedrag-relaties/persevereren
Confabuleren
Gaten in geheugen opvullen met gebeurtenissen die hij wel beleefd heeft. Komt overtuigend over, maar blijken onjuist te zijn. (Korsakov)

Decorumverlies 
Met decorumverlies bedoelen we dat iemand zijn manieren verliest en zich niet meer netjes gedraagt. In gezelschap is hij te luidruchtig of zegt hij dingen die niet gepast zijn. Hij stoot iets of iemand om, en vergeet zich te verontschuldigen. Of hij weet zich niet te gedragen op een manier die bij de gelegenheid past.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vervolg specifieke gedragingen
Verzamelzucht
Materialen verzamelen wat troost biedt
Achterdocht
Iemand die de grip op de wereld verliest, kan makkelijk wantrouwend worden. Je naaste kan je gaan beschuldigen van dingen die je niet hebt gedaan. Bijvoorbeeld van diefstal, als ze iets kwijt is. Om te voorkomen dat jij steelt, kan ze dingen gaan verstoppen. En omdat ze de verstopte spullen daarna niet meer kan vinden, beschuldigt ze jou weer van diefstal.
In de beleving van je naaste is de verdenking volkomen terecht. Jij bent in haar ogen echt de persoon die steelt, overspel pleegt of samen met de buurman een complot tegen haar smeedt. Haar argwaan kan de zorg voor haar in de weg staan omdat ze je handelen niet vertrouwt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

persevereren
Confabuleren
Verzamelzucht
achterdocht
Decorumverlies
Herhalen
vertellen van verzinsels
Allerlei voorwerpen verzamelen
Gevoel dat iemand niet te vertrouwen is
Er wordt gedrag vertoont dat niet aan de sociale omgeving van dat moment is aangepast

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Diagnose

Reden om naar de huisarts te stappen:
- Geheugenproblemen of verandering van gedrag of karakter
 
Algemeen onderzoek:
MRI-scan en PET-scan: 
Door de afwijkingen die te zien zijn kunnen verschillende vormen van dementie worden onderscheiden. 


Neurolopsychologisch onderzoek:

Slide 12 - Tekstslide

Executieve functies:
Plannen
Organisatie
Cognitieve flexibiliteit
Doelgericht gedrag
Timemanagement

Voorbeelden als deze functies niet meer lukken:
- Geen activiteiten meer kunnen organiseren
- Impulsief gedrag
- Niet meer flexibel kunnen omgaan met veranderingen 
- Obsessief gedrag (zoals steeds tellen, zingen, tikken of hetzelfde gedrag vertonen)
- Moeite hebben met passend reageren in sociale interacties
- Problemen met emotie regulatie



                                                milde cognitieve achteruitgang

- bij enkele cognitieve stoornis
- de geheugenproblemen zijn groten dan bij de leeftijd past
-risico factor voor het ontwikkelen van dementie



Slide 13 - Tekstslide

MCI: milde cognitieve achteruitgang

VANAF 45 jaar/ jonge zorgvragers 
'' Naar schatting zijn er in Nederland 12.000 mensen met dementie die jonger zijn dan 65 jaar. ''
Alzheimer......
- vaak erfelijk 
- lichamelijk sterk
- andere behoeften dan ouderen
- aparte begeleidingsprogramma's

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Preventie

Niet te voorkomen.
Maar.. 
Wat goed is voor het hart, is goed voor het hoofd

Gezonde en actieve levenswijze:

Geheugentraining:
- Helpt wat iemand weet langer vast te houden, maar heeft geen invloed op het activeren van het geheugen. 


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dementie
Wat is dementie?
Symptomen..
Diagnose..
Preventie.. 

Oorzaken: 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van dementie
Mensen met dementie zijn uniek.

Bij iedere hersenziekte is het verloop van de dementie anders. 

Wat betekent dit voor jou als verzorgende?
....


Slide 17 - Tekstslide

Wanneer je als verzorgende de diverse hersenziektes kent, weet je welke hersenfuncties haperen en heb je een beter beeld van de zorgvrager met dementie. 
Alzheimer

- 60/70%
-Bekendst en meest voorkomend
- tussen 70 en 80 jaar

- Hersenziekte:
Hersencellen van de hersenschors werken steeds minder. 
- TAU-eiwitten: 
* Stabiliteit van hersencellen en verbindingen tussen cellen. 
* Worden niet goed afgebroken -> ophopingen in en tussen de cellen = Plaques

Hersencellen functioneren niet meer, krimpen en verdwijnen



(1.22)







- Geheugenstoornis: korte termijn

- Geleidelijk verdwijnen cognitieve functies:
Afasie; Agnosie; Apraxie; uitvoerende functies

- Diagnostiek en behandeling 
Groep 1 & A

Slide 18 - Tekstslide

Afasie: steeds minder uitdrukken via taal; begrijpen van taal

- Agnosie: moeite met herkennen van voorwerpen en geluiden

- Apraxie: moeite met praktische handelingen; moeite met volgorde van deelhandelingen (eerst trui en dan hemd)

 



- Uitvoerende functies: logisch nadenken; plannen en doelgericht handelen
Vasculaire dementie

- 15%

- Stoornissen in de doorbloeding van de hersenen, veroorzaakt door ziekten aan hart en bloedvaten.

- Geen goede doorbloeding van de hersencellen en te weinig zuurstof.

- Gevolg: verbindingen tussen de hersencellen raken beschadigd





(1.13)


Sprake van vasculaire dementie bij zorgvragers die chronische diabetes, hoge bloeddruk of een CVA hebben gehad. 

- Cognitieve stoornissen ontstaan eerder dan geheugenstoornissen.
- Bewust van geestelijke achteruitgang -> emotioneel en gedeprimeerd.
- Grillig verloop
- Geestelijke en lichamelijke achteruitgang ->
lopen, spreken, slikken, plassen.
- kans op nieuw CVA


- Diagnostiek en behandeling groep 2 & B

Slide 19 - Tekstslide

Gestoorde doorbloeding van de hersenen.

Beschadiging van de witte stof.


Frontotemporale dementie (FTD)

- 10%

- Oorzaak = defect gen 

Hersenkwabben krimpen door 
het afsterven van de hersencellen.

- Gedragsstoornissen vallen het eerst op. Waarom ?

- Taalstoornissen door aantasting van de ... 

(1.29)







                                              - Ontremd gedrag
                                              - Persoonlijkhe hygiene
                                              - Onrust
                                              - Persevereren.. 
                                              - Apathie 


- Moeite met het vinden van de juiste woorden
Het begrip van taal blijft wel aanwezig

- Diagnostiek en behandeling groep 3 & C

Slide 20 - Tekstslide

- Persevereren: herhalen

- Hersencellen in frontaal en temporaalkwab gaan kapot. 
functies van deze hersengebieden gaan verloren. 

- Apathie is het gebrek aan emotie, motivatie of enthousiasme

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht

Lees en bespreek samen de diagnostiek en behandeling van de ziekte. 
Schrijf de belangrijke punten op je blad (tekening, woordweb, schema, ... ). 

Aan de hand van het blad legt elk groepje de diagnostiek en behandeling uit. En vullen de groepen met dezelfde ziekten elkaar aan. 

LT 1 = Alzheimer
LT 2= Vasculaire dementie
LT 3= FTD
LT 4= korsakov


timer
7:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitval van functies
Vaste patronen in de achteruitgang van cognitieve functies.
Stadia van dementie. 

1. - Beginnende dementie
2. - Matige ernstige dementie
3. - Ernstige dementie
4. - Ernstige dementie


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadium 1
Stadium 2
Stadium 3
Stadium 4
Spullen kwijtraken
Een 'fout' maken tijdens een bezigheid verbergen door er een grapje van te maken
Moeite met orienteren 
Minder goed met woorden uitdrukken
''Sorry ik ben de afspraak vergeten''
''Ik zit al 20 minuten in de auto en ik weet niet meer waar ik naartoe zou gaan''
Tijd 23.30uur
''ik ga even booschappen doen''
''Ik kan niet meer vertellen hoe ik me voel''

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren
Lesdoelen

Wat is bij jou het meest bijgebleven?

Volgende week.. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies