Oefenopdrachten klas 3 Grieks

Oefenopdrachten klas 3 Grieks
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Oefenopdrachten klas 3 Grieks

Slide 1 - Tekstslide

ἐρχονται
φοβεισθε
ἀφικνουμενος
ἐδεχομην
πειθεσθαι
ἐθεᾶτο
ἐμαχου
κτω
ἑπομεθα
1 ev pr
2 ev pr
3 ev pr
1 mv pr
2 mv pr
3 mv pr
1 ev impf
2 ev impf
3 ev impf
1 mv impf
2 mv impf
3 mv impf
imp ev
imp mv
inf
ptc

Slide 2 - Sleepvraag

ἐλύοντο
λῦε
ἔλυε
λύεται
ἐλύεσθε
λυόμεθα
λύει
wij worden losgemaakt / wij maken ons los
maak los!
jullie werden losgemaakt / jullie maakten je los
jij wordt losgemaakt / jij maakt je los
(zij) werden losgemaakt / (zij) maakten zich los
(hij/zij/het) wordt losgemaakt / (hij/zij/het) maakt zich los
(hij/zij/het) maakte los
(hij/zij/het) maakt los

Slide 3 - Sleepvraag

Ἕλκεται τὸ ἅρμα ὑπὸ τῶν ἵππων μέχρι τῆς οἰκίας τῆς ὑπὲρ τὸν ποταμόν.
(ἕλκω = trekken)

Slide 4 - Open vraag

Τὸ πλοῖον ἐκ τοῦ λιμένος ἐκπλεῖν μέλλον κατείχετο τῳ ἀνέμῳ.
(ἐκπλέω = uitrusten)

Slide 5 - Open vraag

Tekst
δἐχομαι
φοβέομαι
δεῖ
ἔρχομαι
νυκτός
ἡ ἀρχή
βούλομαι
ὁ ἀγών, ἀγῶνος
οἴομαι
κτάομαι
χρήομαι + dat
ὑπισχνέομαι
(graag) willen
menen, vermoeden
aannemen, ontvangen
beloven
's nachts
1. het is nodig om (+ inf)
2. (iemand) moet (+ acc + inf)
verwerven
bang zijn, vrezen
wedstrijd, strijd
1. begin
2. heerschappij, rijk
gaan, komen
gebruiken, omgaan met

Slide 6 - Sleepvraag

Αἰρόμενος ὑπὸ τῆς μητρὸς ὁ μικρὸς παῖς δακρύει: αὐτὸς γὰρ βαίνειν βούλεται.

Slide 7 - Open vraag

Εἰ νικώμεθα ἐν τῳ πολέμῳ, ὁ ἡμέτερος δῆμος διαφθείρεται.

Slide 8 - Open vraag

φοβέομαι
νυκτός
ἡ βοηθεια
δεχομαι
ἑπομαι + dat
αἰτέω (+ 2 acc)
volgen, meegaan met
hulp
(iemand om iets) vragen
bang zijn, vrezen
aannemen, ontvangen
's nachts

Slide 9 - Sleepvraag

τὸ ἅρμα, ἅρματος
ὁ ἄνεμος
ἡ ἀρχή
ὑπισχνεομαι
ὁ ἀγων, ἀγῶνος
ὁ μισθος
wedstrijd, strijd
wind
loon, soldij
(strijd)wagen
beloven
1. begin
2. heerschappij, rijk

Slide 10 - Sleepvraag

ἐκωλύθημεν
τιμήθητι
ποιηθῆναι
ἐνικήθην
πιστεύθητε
ἐκινήθητε
προσηγορεύθης
ἠπατήθησαν
ὁ λυθεὶς ἵππος
1 ev ind
2 ev ind
3 ev ind
1 mv ind
2 mv ind
3 mv ind
imp ev
imp mv
inf
ptc

Slide 11 - Sleepvraag

ἀμύνομαι (+ acc)
αἴρω
αἱρέομαι
ὀργίζομαι (+ dat)
ἅπτομαι + gen
θεάομαι
boos worden (op/over)
zich verdedigen (tegen)
bekijken, beschouwen
kiezen
optillen
vastpakken, aanraken

Slide 12 - Sleepvraag

ἰδού
πολὺ
τὸ πρόσωπον
ὥσπερ
ἥττων, ἥττονος
πανταχοῦ
ἅμα, ἅμ' (+ dat)
gezicht
overal
(net) zoals, net alsof
zie daar
tegelijk (met)
veel
zwakker, minder

Slide 13 - Sleepvraag

Τὰ πλοῖα ἐκινήθη ἀνέμῳ κατὰ θάλατταν πρὸς τὸν τῶν Ἀθηνῶν λιμένα.

Slide 14 - Open vraag

Τῆς νίκης ἀγγελθείσης οἱ Ἀθηναῖοι μάλ' ἡδόμενοι πανταχοῦ ἑορτὰς ποιοῦνται.
(ἡ ἑορτή = feest)

Slide 15 - Open vraag

ἡ βουλή
καινός, -ή, -όν
γυμνός, -ή, -όν
ὁ θάνατος
οἱ μέν ... οἱ δέ
ὁ ἄρχων, ἄρχοντος
nieuw
sommigen ... anderen
de dood
besluit, plan
leider, heerser
bloot, naakt
advies, raad

Slide 16 - Sleepvraag

μάχομαι (+ dat)
ἁλίσκομαι
ἀποφαίνω
ἀφικνέομαι
ἐάω
ἀναγκάζω
δύομαι
aankomen
duiken (in), ondergaan
gevangen genomen worden
noodzaken, dwingen
(toe)laten, toestaan
betrapt worden
strijden (met/tegen)
aantonen, bewijzen
aantrekken
openbaar maken

Slide 17 - Sleepvraag

Ἐλπισάμενος νίκην λαμπρὰν ἐν τῳ Ὀλυμπικῳ ἀγῶνι ὁ ἀθλητὴς μέγαν ταῦρον ἐθύσατο τοῖς θεοῖς.
(Ὀλυμπικός, -ή, -όν = Olympisch; ὁ ἀθλητής, -οῦ = sporter; ὁ ταῦρος = stier)

Slide 18 - Open vraag

Πάντων χρημάτων κλεφθέντων οὐδὲν ἔτι ἐλείφθη τοῖς ἀθλίοις ἀνθρώποις.
(οὐδὲν ἔτι = niets meer)

Slide 19 - Open vraag

nominativus
genitivus
dativus
accusativus
ἰσχυες
ἐθη
ἐθνους
πολιν
νηι
Δια
βασιλευσι
πολεως
εἰδει
γενος

Slide 20 - Sleepvraag

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis en waarom niet?
Denk aan: woordsoort (zn/bijv nw), naamval, getal, verbuigingsgroep.

ἔθνους - τόπους - γάμους - πόνους

Slide 21 - Open vraag

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis en waarom niet?

σελήνη - σπουδή - ἔθη - βουλή

Slide 22 - Open vraag

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis en waarom niet?

βραχεῖς - ὀξεῖς - βαρεῖς - πόλεις

Slide 23 - Open vraag

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis en waarom niet?

ναῦν - ἰσχύν - πόλιν - γλύκυν

Slide 24 - Open vraag

Τῶν νέων παίδων οἱ μὲν καλῶς, οἱ δὲ κακῶς ᾳδουσιν.

Slide 25 - Open vraag

Ὁ ἡγεμὼν τὰ ἄθλια πράγματα τὰ ἐπὶ τοῦ πολέμου βραχέως ἤγγειλε τῳ δήμῳ.

Slide 26 - Open vraag

Welke grammatica zou jij in de komende lessen voorafgaand aan de toets graag willen herhalen?

Slide 27 - Woordweb

ἡ σελήνη
ὁ πόνος
τὸ ἔθνος, ἔθνους
τὸ ἔθος, ἔθους
ἡ σπουδή
ἡ ἑσπέρα
ἡ ναῦς, νεώς
volk
schip
serieuze inspanning
avond
maan
inspanning, moeite
haast
gewoonte
pijn, nood

Slide 28 - Sleepvraag

ἀποκρίνομαι
πλέω
φύομαι
τέμνω
αἰσθάνομαι
ἡγέομαι
εὔχομαι
varen
snijden
menen, beschouwen als
bidden, wensen
groeien
antwoorden
waarnemen, (be)merken

Slide 29 - Sleepvraag

θαυμαστός, -ή, -όν
τρεῖς, τρία
ἀλλήλων, -οις, -ους
φανερός, -ά, -όν
ἐνίοτε
ὕστερον
οὐδαμῶς
elkaar
volstrekt niet
drie
soms
wonderlijk, bijzonder
duidelijk, zichtbaar
later

Slide 30 - Sleepvraag