6.1 Beweging vastleggen. 2M

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 6 Bewegen

Wat gaan we doen?

1. Paragraaf 6.1 uitleg

2. Gezamenlijk een paar opgaven

3. Zelfstandig werken

Bewegen (Natuurkunde)

Ik sport graag!

😒🙁😐🙂😃

Paragraaf 6.1 Bewegingen vastleggen

Beweging fotograferen

- Stroboscopische foto

- Korte tussenpauzen

Stroboscooplamp

- Donkere kamer

- Lichtflits

- 'Flitsfoto'

Afstand tijd-diagram

- Tijd is constante interval

- Afstand hoeft dat niet

Tijd (s)	Afstand (cm)
0	0
0,5	5
1,0	15
1,5	40

Maak een afstand tijd diagram

	tijd (s)	Afstand (cm)
A	0	0
B	0,5
C	1,0
D
E
F
G

Maak een Afstands-tijd tabel

Tijd tussen foto's: 0,5s

	tijd (s)	Afstand (cm)
A	0	0
B	0,5	3
C	1,0	10
D	1,5	21
E	2,0	37
F	2,5	57
G	3,0	80

+2cm of -2cm is nog goed

	tijd (s)	Afstand (cm)
A	0	0
B	0,5	3
C	1,0	10
D	1,5	21
E	2,0	37
F	2,5	57
G	3,0	80

Afstands-tijd diagram

1. Teken het assenstelsel.

2. Teken de gegevens van de tabel als punten.

3. Teken een lijn door de punten.

Leg uit wat een stroboscoop lamp en een stroboscopische foto zijn en waarom je die gebruikt. 

Het rad werkt pas als de leerlingen zijn aangemeld

Hoe maak je een afstand- tijd tabel?

Het rad werkt pas als de leerlingen zijn aangemeld

Ik snap tot nu toe alles

Ja, ik heb geen vragen

Ik heb een vraag

Ik snap er echt geen pepernoot van

11) Je ziet een stroboscopische foto van een stuiterend balletje. De tijd tussen de lichtflitsen is steeds 0,04 seconde.
a) Wanneer beweegt het balletje het snelst? Waaraan zie je dat?

11b) Wanneer beweegt het balletje het langzaamst? Waaraan zie je dat?

Het balletje raakt de grond bij A en bij B.
Je ziet een stroboscopische foto van een stuiterend balletje. De tijd tussen de lichtflitsen is steeds 0,04 seconde.

11c) Hoeveel tijd zit daartussen? Licht je antwoord toe.

Nu zelfstandig de opgave: 3, 7, 8 maken.

Klaar? -> Paragraaf afmaken

3. Welke 2 zaken moet je beslist weten als je van een stroboscopische foto een afstand-tijd-tabel wilt maken?

1. Het aantal flitsen
2. De tijd tussen de flitsen
3. Het aantal foto's
4. Hoe groot de afstanden op de foto in werkelijkheid zijn

7a. Hoeveel keer heeft de kamp geflitst tijdens de sprong?

7b. De tijdsduur tussen twee lichtflitsen is 0,15 seconde. Hoeveel seconden heeft de hele beweging geduurd?

8a. De fotograaf maakt nog een foto. De hoogspringer beweegt even snel, maar de fotograaf stelt de stroboscoop anders in. Hij verkort de tijd tussen de flitsen naar 0,05s. Hoelang duurt de beweging van de hoogspringer nu?

8b. Hoe vaak staat de hoogspringer nu op de foto?

Ik vind dit programma (lesson-up) fijn om te gebruiken.

😒🙁😐🙂😃

Op een schaal van 0 tot 100, hoe vond je dat ik les gaf?

0100

Huiswerk

- Afmaken paragraaf 6.1