H7.5 krachten in evenwicht

Huisregels
  • Zorg dat je op een werkplek zit
  • Camera aan, microfoon uit
  • Je spullen liggen klaar (aantekenmat. , binas, rekenmachine)
  • Je doet actief mee met de vragen
  • De chat wordt alleen gebruikt voor vragen over de les
  • Maak je huiswerk
  • Heb je vragen, steek dan even je hand op

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Huisregels
  • Zorg dat je op een werkplek zit
  • Camera aan, microfoon uit
  • Je spullen liggen klaar (aantekenmat. , binas, rekenmachine)
  • Je doet actief mee met de vragen
  • De chat wordt alleen gebruikt voor vragen over de les
  • Maak je huiswerk
  • Heb je vragen, steek dan even je hand op

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les ...
  • Kun je uitleggen wat er gebeurt als krachten in evenwicht zijn
  • Kun je vertellen wat normaalkracht en wrijvingskracht is
  • Kun je uitleggen wat maximale wrijvingskracht is en wanneer er maximale wrijvingskracht is

Slide 2 - Tekstslide

krachtenschaal 1 cm ≙ 20 N
de krachtenpijl is 3,5 cm. Hoe groot is de kracht?
A
20 N
B
35 N
C
70 N
D
90 N

Slide 3 - Quizvraag

Ik trek met 16 N aan een veer, die een veerconstante heeft van 4 N/cm.
Hoeveel rekt de veer uit?
A
4 cm
B
16 cm
C
32 cm
D
48 cm

Slide 4 - Quizvraag

Veerconstante formule
C=uF
F = kracht (N)

u = uitrekking  (m of cm)

C = veerconstante (N/m of N/cm)

F=Cu
u=CF

Slide 5 - Tekstslide

Ik trek met 16 N aan een veer, die een veerconstante
heeft van 4 N/cm. Hoeveel rekt de veer uit?
Gegeven: 

F=16N
C=4N/cm
u=CF
u=416=2cm
Ik trek met 16 N aan een veer, die een veerconstante heeft van 4 N/cm.
Hoeveel rekt de veer uit?
Gegeven: 

Slide 6 - Tekstslide

Een veer heeft een uitrekking van 8cm. De veerconstante is 2N/cm. Hoeveel kracht werkt er op de veer?
A
4 N
B
8 N
C
16 N
D
24 N

Slide 7 - Quizvraag

Ik trek met 16 N aan een veer, die een veerconstante
heeft van 4 N/cm. Hoeveel rekt de veer uit?
Gegeven: 

Een veer heeft een uitrekking van 8cm. De veerconstante is 2N/cm. Hoeveel kracht werkt er op de veer?
Gegeven: 
u=8cm
C=2N/cm
F=Cu
F=82=16N

Slide 8 - Tekstslide

Krachten in evenwicht
  • Er werken altijd meerdere krachten op een
    voorwerp of persoon
  • geen effect zichtbaar ≠ geen krachten
  • Geen verandering van beweging =
     krachten in evenwicht
  • Als twee krachten even groot en 
     tegengesteld zijn, is er evenwicht

Slide 9 - Tekstslide

De Normaalkracht
  • De normaalkracht is de kracht die de
     zwaartekracht in evenwicht houdt.
  • De normaalkracht is even groot als de
     zwaartekracht.
  • De normaalkracht is naar boven gericht
  • De normaalkracht begint waar het voorwerp
     wordt tegengehouden
  • Grootheid:       , de eenheid is ook Newton.
Fn

Slide 10 - Tekstslide

De Normaalkracht

Slide 11 - Tekstslide

Wrijvingskracht
De wrijvingskracht of weerstandskracht op een bewegend voorwerp is de kracht die de omgeving op een bewegend voorwerp uitoefent. Als je bij het fietsen stopt met trappen, dan kom je door de wrijvingskracht tot stilstand.

Slide 12 - Tekstslide

Wrijvingskracht bij stilstand
  • Bij stilstand of constante snelheid:
     Wrijvingskracht is gelijk aan   spierkracht
  • Wrijvingskracht heeft een   maximum
  • Als spierkracht groter is dan   maximum wrijvingskracht,   verandert de snelheid

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Theorie 
§7.5 lezen, blz 139 t/m 140 (zie classroom)
maken 
§7.5: Opdr. 53 t/m 64

Lever je huiswerk in classroom in

Slide 14 - Tekstslide