Begrijpelijke zinnen

Leerdoelen van dit blok
Een instructie en een artikel schrijven kunnen schrijven met aandacht voor taalverzorging.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen van dit blok
Een instructie en een artikel schrijven kunnen schrijven met aandacht voor taalverzorging.

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Aan het einde van deze les kun je begrijpelijke zinnen schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Ik kan begrijpelijke zinnen schrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Ik kan leestekens correct gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Ik kan bepalen welke woorden met een hoofdletter geschreven moeten worden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Ik kan werkwoorden correct vervoegen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Ik kan samenstellingen herkennen en aaneenschrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Ik kan de taalverzorging van een tekst controleren en verbeteren.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Zinnen in een tekst:
  • beginnen met een hoofdletter;
  • eindigen met een punt, een vraagteken of een uitroepteken;
  • begint de zin met een getal dan komt er geen hoofdletter aan het begin van een zin;
  • bij 's verschuift de hoofdletter naar het tweede woord ('s Avonds).

Zonder leestekens wordt een tekst moeilijk leesbaar.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Komma's in een tekst
Komma's geven een leespauze aan.
  • Tussen verschillende delen van een opsomming plaats je altijd een komma.
  • Andere gevallen waar vaak een komma wordt geplaatst:
    tussen twee bijvoeglijke naamwoorden,
    tussen twee persoonsvormen,
    voor voegwoorden.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Lange zinnen vermijden
  • Lange zinnen maken een tekst moeilijker leesbaar. 
  • Een zin met veel informatie moet je splitsen.
  • Met andere woorden: verdeel de informatie over meerdere zinnen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Vraagteken en uitroepteken
  • Een vraagteken komt na een vraagzin.
  • Een uitroepteken na een zin die je wilt benadrukken.

         Gebruik niet te veel vraagtekens en uitroeptekens in je tekst. Dan komt je boodschap niet serieus over.

Slide 18 - Tekstslide

In deze tekst zijn uitroeptekens en vraagtekens soms onterecht gebruikt. Bovendien zijn het er te veel, waardoor de tekst niet meer serieus overkomt.
In deze tekst zijn de uitroeptekens en vraagtekens correct gebruikt.

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten
Op it's learning staan de volgende opdrachten klaar:
  • opdracht begin en einde van zinnen, deze maak je in tweetallen,
  • opdracht leespauzes, deze maak je in tweetallen,
  •  combinatieopdracht en
  • instaptoets taalverzorging 2f
Je kijkt de opdrachten, met uitzondering van de combinatieopdracht zelf na.
 

Slide 20 - Tekstslide

Volgende les
Afstemmen op schrijfdoel en doelgroep

Slide 21 - Tekstslide